Vanwege een oppas, lees: mijn geweldige moeder, die zei dat we vast lekker moesten gaan, omdat we dan echt wat aan onze avond hadden, waren we een uur te vroeg bij het restaurant. Dat was echter nog dicht.
Zo kwam het dat we wat tijd te doden hadden in het prachtige brinkendorpje Zuidlaren.
“Hier is een leuk paadje”, wees mijn vrouw het bos in. We besloten te kijken waar we uitkwamen. Zolang we ooit maar eens naar links zouden afslaan, kwam het wel goed. We liepen twintig minuten zonder een mens tegen te komen door een besneeuwd bomenlandschap, terwijl mijn liefste elke vogel aanwees die ze zag. Kennelijk ontwikkel je, du moment dat je de veertig passeert, een onverklaarbaar enthousiasme voor alles wat vliegt.
“Hallo”, zei een mannenstem van achter een boom. We schrokken ons op zijn Rotterdams gezegd de pleuris. Met een dikke joint in zijn handen en een even dikke glimlach op zijn gezicht groette hij ons, zonder verder duidelijk doel. Als hij niks had gezegd, hadden we hem nooit gezien. Het bos lieten we snel voor wat het was, want rare vogels vielen blijkbaar niet onder het interessegebied.
We liepen binnen bij een café om even een biertje te drinken. Er klonk John Mayer uit de speakers en een blik op de kaart leerde ons dat je hier snacks per stuk kon bestellen. Toevallig zin in 1 vlammetje en 2 bitterballen? In Zuidlaren kan het. Er stonden ook calamaris op de kaart. Bij navraag of deze gefrituurd of van de grill waren, moest de mevrouw van de bediening het even checken met de keuken. Ze kwam stralend terug met het antwoord en wist te melden dat calamaris een gerecht van inktvis was. Zo ver waren we zelf ook al. Nu dacht ze vast dat wij mensen waren die niet wisten wat dat was!
Bij de bar hingen leesbrillen in verschillende soorten sterkten, zes, voor mensen die moeite hadden om het woord calamaris van dichtbij te kunnen lezen. Er stond nog steeds John Mayer aan. Sterker nog: gedurende twee biertjes, vijf potjes Uno en een bordje gefrituurde!!! calamaris heeft er niets anders dan nummers van Jan Meijer geklonken.
Onderweg naar het restaurant, want daar kwamen we voor, liepen we langs een Action. Een winkel waar ik altijd even naar binnen moet lopen, mezelf voorneem om niks te kopen en dan als een pakezel weer wegloop. De tuinafdeling bleek helemaal klaar voor het voorjaar. We kochten kant-en-klare kweekbakjes voor aardbeien, zonnebloemen en miniatuurkomkommers.
Daarnaast drie blokken kweekaarde, tien zakjes met zaadjes voor van alles en nog wat en stokjes om je planten langs omhoog te laten groeien. Aangezien dit allemaal niet met vier handen te tillen was, schaften we ook nog een shopper aan.
En zo kwamen we aan bij de eetgelegenheid met Michelinster, als Koos en Bep van de camping. Ik verontschuldigde me dat mijn vrouw nou eenmaal overal troep mee naartoe sleept. We aten heerlijk en hadden, met dank aan moeders, een zalige avond. Zuidlaren is zo gek nog niet. Ik snap wel dat Berend Botje hier naartoe ging.
