Je ziet het overal als je je op het www begeeft: eten dat er prachtig uitziet, vaak een opgedirkte versie van wat al bestaat. Voedsel wordt om de haverklap gerebrand en opgefluft, en daar heb ik gemixte gevoelens bij.
Het is niet mijn bedoeling om de lezer met mijn ‘vroeger was alles beter’-boomerenergie op te zadelen, maar stellen we ons niet een beetje aan?
Oké, we eten liever een knap broodje dan iets wat al drie keer verteerd lijkt te zijn, maar niet alles wat ik in mijn mond stop hoeft een belevenis te wezen.
Laatst liep ik langs een Scandinavische koffietent in Amsterdam. Er lagen visueel aantrekkelijke lunchhappen in de etalage.
Nu zou ik geen pessimist zijn als ik niet wat minpunten zou bespeuren. Niet alleen waren de ‘boterhammen’ in de etalage even groot als een plakje cake, maar het volgeplempte, vierkante broodje was verticaal zo hoog belegd, dat mijn kaken zouden ontwrichten als ik er een fatsoenlijke hap van had gewild. Het zag er mooi uit, dat wel.
Misschien had ik mijn verwachtingen moeten bijstellen. De acht euro die dit onpraktische maaksel kostte, gaf toegang tot een culinaire kunst-installatie. Een herinterpretatie van enkel het doel de maag te verzadigen. Echter, mijn eetlust doet zelden aan visuele selectiviteit. Ik had het broodje aangezien als bron van energie, in plaats van performance act. Sacrebleu!
Mijn ergernis stijgt tot ongekende hoogtes, wanneer doodnormale en gedemoniseerde geneugten een kapitalistische opwaardering krijgen. Verpak middelmatigheid op een mooiere manier, hang er een hoger prijskaartje aan en we willen het hebben. Bijvoorbeeld de plak cake. Hetgeen we op een begrafenis niet schuwen, maar te min is om ons daarbuiten nog aan te vergrijpen. Echter, frut praktisch dezelfde ingrediënten in een schelpvorm en we noemen het een ‘madeleine’. Plak cake? ‘No, thank you.’ Madeleine in luxe vanillevla dopen? ‘Encore un fois!’
Je ziet doorsnee bakkertjes verdwijnen en er ‘luxe-bakkers’ voor in de plaats komen. Een lunchroom serveert voor een paar euro een gigantische uitsmijter, maar drie blokken verderop betalen we liever het dubbele voor één boterham met een gebakken ei en avocadoprut. Wanneer hebben we gewoon gezellige kost verruild met de obsessie voor ‘perfect’ eten en de daarbij horende hoge prijs?
Voor ik toch écht boomeresque trekken ga vertonen; natuurlijk is het leuk dat horeca innoveert. Dat wij, het plebs, het gevoel van een sterrenrestaurant ook in een ontbijttent om de hoek kunnen ervaren. En dat we verder kijken dan saucijzen gevuld met droevig vlees. Maar, is het allemaal écht zoveel lekkerder dat we middelmatig ogend, heus heel lekker en gemiddeld geprijsd eten verbannen naar een toekomstig verleden? Het lijkt me zonde.
Volgens mij is dit alles een aan yuppen gerelateerd stadsprobleem. We verpesten ook altijd álles met onze torenhoge eisen en het streven naar perfectie.
Wat nou als we de ‘belevenis’ weer gaan herinterpreteren? Volgens mij zit die namelijk in smaak, structuur en een goede service, niet in een overdreven en vaak inefficiënte opmaak. En geef die arme plak cake nog een kans, ik beloof dat het zal smaken.
