Leon Verdonschot legt voor LINDA. iemand wekelijks het vuur na aan de schenen. Deze week is presentator Waldemar Torenstra (49) aan de beurt. Hij is vanaf zaterdagavond 11 mei te zien als presentator van het nieuwe BNNVARA-programma Ondersteboven van de Amerika’s op NPO2.
In je nieuwe programma reis je door Noord- en Zuid-Amerika om meer te leren over de geschiedenis van de inheemse bewoners. Je noemt het een nieuwe ontdekkingsreis en stelt in de eerste aflevering de vraag: ‘Wat was er aan geschiedenis voor de Europeanen kwamen, en waarom weet ik er zo weinig van?’ Die geschiedenis is tamelijk uitvoerig gedocumenteerd, zou je zeggen.
“Als je door Amerika reist, zie je veel bordjes met de tekst Historic site. Dat gaat dan vooral over de laatste 200, 300 jaar, en over de bevrijdingsoorlogen. En verder richting Midwest zie je veel bordjes met vindplaatsen van dinosaurussen. Maar wat er zich precies heeft afgespeeld tussen de dinosaurussen en de komst van de Europese kolonisten, daar zie je nauwelijks iets van terug. Het hoort bij onze koloniale houding dat de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars. Het idee dat de eeuwenoude cultuur van de inheemse bevolking er een is waar wij misschien ook iets van kunnen leren, lijkt niet te bestaan. De afgelopen decennia is daar inderdaad wél veel over geschreven, maar vooral in een hoekje van liefhebbers.”
Heeft het je ook nieuwe inzichten opgeleverd over ónze rol in de geschiedenis van die volkeren?
“Ik ben toch opgegroeid met het idee dat inheemse mensen niet tegen onze ziektes konden en daardoor massaal stierven. Maar in werkelijkheid werden ze opgejaagd, uitgehongerd, ziek gemáákt. Er heeft daar een enorme genocide plaatsgevonden. Ik heb veel geleerd over de mate waarin onze cultuur zichzelf superieur waant, en weinig kritisch naar zichzelf kijkt.”
Een tamelijk vaak langskomend repliek bij eigenlijk elke debat over daden van onze voorouders en onze kijk daarop in deze tijd is: ik draag er geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor, want ik was er niet bij, ik leefde toen nog niet.
“Het zou inderdaad totaal verlammend werken als je de hele dag persoonlijk verantwoordelijk moet zijn voor wat andere mensen in de geschiedenis hebben gedaan. Aan de andere kant leven wij in welvaart omdát wij de rest van de wereld gekoloniseerd hebben, en met het daarmee verdiende geld maken wij nog steeds heel veel geld. En die kolonisatie gaat nog steeds door, van het hakken van het bos in het Amazonegebied tot het aanleggen van oliepijpleidingen via land dat van inheemse volkeren is. Als onderdeel van een cultuur ben je daar uiteindelijk wel degelijk medeverantwoordelijk voor. Het idee van democratie is bovendien ook, simpel gezegd, dat je met z’n allen samen de overheid vormt, waarmee je ook verantwoordelijk bent voor daden van die overheid in het verleden. Iedereen moet de keuze voor de mate waarin die medeverantwoordelijkheid voelt natuurlijk uiteindelijk zélf maken. We zijn opgevoed in een systeem waarin het vooral gaat om wat je zélf vandaag binnen weet te harken. Maar nu ik zelf door deze serie de gevolgen heb gezien, is het onmogelijk me daarmee niét te verbinden.”
Over voorouders gesproken: uit onderzoek in de tv-serie Verborgen Verleden bleek enkele jaren geleden dat jij via je oma afstamt van Willem van Oranje. Heeft dát de kijk op jezelf wellicht veranderd, Waldemar van Oranje?
“Ja, ik ben écht part of the problem – haha. Aan de andere kant van mijn voorgeslacht bleek dan weer een Friese boer te zitten die vanwege armoede vanuit Dokkum naar Amsterdam is komen lopen. Dat onderzoek is wel weer een stapje geweest in mijn bewustwording dat je op de schouders van je ouders en voorouders staat.”
Hoe begrijpelijk vind je het dat Art Rooijakkers en jij zo vaak worden verward?
“Haha! Totaal bizar. Omdat we allebei blond zijn en een beetje een vrolijk hoofd hebben, worden we door elkaar gehaald. Toen hij Wie Is De Mol presenteerde heb ik geregeld handtekeningen namens Art gezet. Maar ik vind totaal niet dat we op elkaar lijken, en hij volgens mij ook niet. Maar anderen dus wel.”
Sterker nog: enige tijd geleden dook op een juicekanaal een foto op van jou zoenend met een andere vrouw dan je eigen vrouw Sophie Hilbrand. De vrouw was de vriendin van Art Rooijakkers. De mán was namelijk niet jij, maar Art. Die nam contact met je op om zich te excuseren voor het gedoe, maar jij vond het zo grappig dat je voorstelde het juist te bevestigen.
“Alles in mij jeukte om dit totaal uit te melken. Inclusief schuldbekentenis, en Sophie die huilend zou verklaren hoe erg het wel niet is dat ik met de vriendin van Art stond te tongen. Ik heb zelf weinig met social media, maar dat juice channels zo geaccepteerd zijn geraakt dat bijna niemand er meer tegen opstaat… Dertig jaar geleden was roddelen toch gewoon viés? Ongelooflijk dat dat zo’n belangrijk onderdeel van ons leven is geworden.”
Voordat jij in het theater terechtkwam studeerde je een tijdje economie. Waarom?
“Ik ben wel goed met cijfertjes, en ik was redelijk maatschappelijk geëngageerd. Ik wilde grote bedrijven van binnenuit veranderen. Maar alle lessen gingen alleen maar over de manier waarop we de economie nú hebben ingericht, en bij alle vragen daarover werd ik verwezen naar het vierde jaar. Dan zou daar ruimte voor zijn. Maar tegen die tijd zou ik natuurlijk al lang geïndoctrineerd zijn met het idee dat deze vorm van economie de enige waarheid is.”
Van 2015 en 2017 was je te zien als kickbokser Nick Roest in de serie Vechtershart. Je zag er toen uit als een totaal afgetrainde professionele kickbokser. Hoeveel Nick Roest zit er nog in Waldemar?
“Veel te weinig. Al zal ik altijd veel met die wereld blijven hebben en overal een lokale boksschool opzoeken, het leven van een vader die veel op reis is heeft die Nick Roest er helemaal uitgetrokken.”
Je serie is opgedragen aan de overleden ‘regisseur en vriend’ Arjan van Engen. In een memoriam na zijn overlijden stond dat hij zeer geraakt was door alle indrukken die jullie opdeden tijdens de reis voor dit programma. Had jij dat ook?
“Ja, en dat komt raar genoeg doordat de Amerikaanse cultuur voelt als dezelfde als de onze. Enorme armoede in Amerika komt harder binnen dan armoede in Afrika, merkte ik. En dat komt omdat armoede in Afrika er enorm is ingestampt, met de beelden van hongerige kinderen in Ethiopië tijdens Live Aid, en Kinderen voor Kinderen-teksten als ‘Een kind onder de evenaar / is meestal maar een bedelaar’. Vreselijke clichés allemaal, maar wel de clichés waar ik mee ben opgegroeid, en die hebben dus hun effect gehad.”
