‘Stranden zonder toeristen en negenhonderd soorten vogels’

Na afloop van onze reis door het prachtige Costa Rica deden we een spelletje. Ieder van ons moest een lijstje aanleggen van tien losse woorden die de ervaring van dit fantastische vakantieland zo goed mogelijk konden duiden. Toen we die lijstjes naast elkaar legden, bleken er veel dezelfde woorden op te staan. Over de volgende opsomming waren we het allemaal eens: oceaan, weelderig, gekwetter, groen, puur, zonsondergang, luiaard, cocktails, ananas en waterval wijzen allemaal naar al het moois en unieks dat dit Midden-Amerikaanse land te bieden heeft.
Costa Rica is een klein land, nog geen anderhalf keer Nederland, dat tussen twee wereldzeeën ligt; de Caribische Zee en de Stille Oceaan. Het is daarmee een verrukkelijke bestemming voor surfers en strandliefhebbers. Langs beide oceanen liggen dorpjes waar je jongens en meiden met een plank ziet sjouwen. Aan de Stille Oceaan kun je als beginnende surfer in Dominical terecht, bij het schiereiland Nicoya zijn hogere en woestere golven de kick van de gevorderden. Over de Caribische kust wordt weleens gezegd dat die iets swingender is, iets meer ‘Bob Marley’ – maar dat is een kwestie van smaak. Beide kanten zijn onweerstaanbaar. Wat uniek is, en wat je eigenlijk overal ter wereld zo zou willen, is dat de stranden ongerept zijn.