
Joanne Nihom wist heel zeker dat ze op een dag moeder zou worden. Toch liep het anders en ook nu ze in de zestig is, is het verdriet daarover nog groot. “Het is een eenzaamheid die nooit verdwijnt.”
“‘O ja, nog iets.’ De doktersassistente meldde het heel terloops, bij de uitslag van mijn medische check. ‘We zagen aan jouw bloedwaarden dat je in de overgang bent. Gefeliciteerd. Je hoeft nu niet meer bang te zijn voor een zwangerschap.’ Haar woorden troffen me als de bliksem. Woedend werd ik, omdat ze er zomaar van uitging dat ik hier blij om zou zijn. Daarna ben ik huilend weggehold. Natuurlijk wist ik best dat ik eigenlijk al te oud was voor kinderen, dat het niet meer zou gebeuren. Toch had ik mijn verdriet daarover altijd een beetje weggedrukt. Nu kon ik er echt niet meer omheen: ik zou definitief moeten leven met het woord ‘nooit’.
Toen ik jong was, wist ik zeker dat ik ooit moeder zou worden. Een eigen kind, dat hoorde bij volwassen zijn. Dus ook bij míjn leven: op mijn zestiende bedacht ik al een naam voor mijn dochter. Danielle zou ze gaan heten. Die overtuiging bleef, ook toen ik ouder werd en besefte dat zwanger worden niet vanzelfsprekend was. Mijn zussen en vriendinnen kregen een gezin, terwijl dat bij mij vooralsnog niet gebeurde. Soms stak dat, bijvoorbeeld bij kraamvisites. Niet dat ik het ze niet gunde, maar omdat ik er zelf ook zo naar verlangde. Dat melancholische gevoel had ik ook als kinderen van vrienden kwamen logeren; altijd was er weer dat moment waarop ze naar huis gingen, de plek waar ze hoorden. En dat was niet bij mij en mijn partner. Tegelijk weigerde ik me zorgen te maken. Mijn tijd kwam nog wel. Onderzoeken laten doen, zoals een vriendin voorstelde, wuifde ik weg. Ik voelde niets voor een medisch traject. Dat zei ik ook tegen de gynaecologe die ik rond mijn 33ste bezocht. ‘Nee hoor, het gebeurt vanzelf nog wel. En anders, tja, dan is dat de natuur.
HIER EN NU
Ik zie die arts met haar rode haar en vriendelijke gezicht nog helder voor me. Zou ik een andere keuze hebben gemaakt als ik had geweten hoe overweldigend de impact van kinderloos blijven zou zijn? Ik weet het niet. Feit is dat ik de gevolgen van mijn antwoord toen totaal nog niet overzag. Ik had er geen idee van dat ik, zelfs nu ik in de zestig ben, iedere keer opnieuw de stille hoop heb een spoor van vruchtbaarheid bij mezelf te ontdekken. Dat er tóch nog een kans is dat ik ooit, misschien … Het gaat maar niet over. Diep vanbinnen weigert mijn hart het te accepteren.
Dat ik bij die gynaecologe nog geen contact kon maken met dit gevoel, komt misschien omdat ik erg in het nu leef. Ik ben niet zo’n planner. Vermoedelijk heeft het ook met mijn achtergrond te maken. Mijn Joodse grootouders en ouders zijn diep geraakt door de Holocaust. Als kind leerde ik: vragen stellen, dat dóé je niet, dat rakelt alleen maar pijnlijke zaken op. Blik vooruit, positief zijn, daar kom je het verst mee. Daardoor stelde ik mezelf ook weinig vragen. En bleef ik de jaren erna mijn menstruatie toch vooral als symbool van hoop zien: misschien volgende maand en anders volgend jaar. Het lukte me om de pijn daarover op afstand te houden.
Alles veranderde toen ik halverwege de veertig naar Israël verhuisde. Veel meer dan in Nederland draaide bij mijn nieuwe Joodse en Arabische vrienden álles om het gezin. Op elke verjaardag, bij elke feestdag stonden de kinderen centraal. Bewust kinderloze vrouwen trof ik nooit. Opeens werd ik continu met de leegte in mijn leven geconfronteerd. Zelfs als ik aan het werk was als schrijver en journalist kreeg ik altijd en overal als eerste de vraag: ‘Heb je kinderen?’ Dan was ik direct uren van slag. In die kwetsbaarheid sloeg de boodschap van die doktersassistente in als een bom en kwam het verdriet vol naar boven.
Er kwamen steeds meer situaties waarin ik me diep ongelukkig voelde. Bij etentjes met een vriendinnengroep bijvoorbeeld, ging het voortdurend over hun kinderen. Ik heb weleens gedeeld hoe moeilijk ik dat vond. Hun reacties waren lief en meelevend. Maar de volgende keer verliep het weer precies hetzelfde. Tja, je kunt moeders onmogelijk verbieden om over hun kinderen te praten. Bovendien was het míjn verhaal, zij konden er niets aan doen. Maar ik bleef voortaan wel weg van die etentjes. Ik had zó sterk het gevoel dat ik gefaald had. Als vrouw. En als vrouw met een Joodse achtergrond. Mijn grootouders en ouders hebben zo veel moeten doen om de oorlog te overleven en ik was níét de schakel geworden die ik hoorde te zijn. Ik had voorgoed de essentie van het leven gemist. Erger kon ik niet mislukken.
Hoe moest ik de rest van mijn leven doorbrengen? Bij het ouderschap horen zo veel fases: van de bevalling tot borstvoeding geven, van luiers verschonen tot je kind naar school brengen. De eerste keer zwemles. Het eindexamen. De ontwikkeling die je daarbij als ouder doormaakt … Ik moest mezelf uitvinden. Hoe moest ik dat doen? Het vloog me aan. Oma zou ik dus ook al niet worden. Wie zou er later aan mijn graf staan? Wie zou mijn fotoalbums willen hebben? Ik had een vriendin die ooit met eiceldonatie bezig was. Moest ik dat ook gaan doen? Maar nee, uiteindelijk deed ik het niet. Hoewel ik veel respect en begrip heb voor mensen die alles op alles zetten, voelde dat niet als mijn weg. En al helemaal niet meer rond mijn vijftigste.
TE PIJNLIJK
Er zat werkelijk niets anders op dan mijn kinderloosheid te gaan accepteren, maar dat voelde compleet onhaalbaar. Ik vond het lang te heftig om over te praten. Zelfs bij mijn moeder kon ik de pijn niet uiten. Wanneer ik het met anderen weleens probeerde, ging het altijd gepaard met heel veel tranen. Tot ik een gesprek voerde met een vriend. Hij vertelde mij dat de bekende aartsmoeders Sara, Rebekka, Lea en Rachel – die een belangrijke rol spelen in zowel het christelijke, joodse als islamitische geloof – geen kinderen kregen of pas heel laat, of op goddelijke wijze zwanger raakten. Blijkbaar hadden zij een andere taak in het leven. Omdat het geloof diep in mijn hart zit, ging ik dit onderzoeken. Ik sprak met spiritueel leiders, therapeuten en ervaringsdeskundigen over ongewenste kinderloosheid. Dit leidde tot een ommezwaai in mijn leven. Ik besefte dat ik ook zonder kinderen van betekenis kon zijn. En dat je niet alleen moeder bent als je kinderen hebt, maar dat moederschap veel meer kan inhouden. Zoals het schrijven van een boek over dit onderwerp, om anderen te kunnen helpen.Zo ontstond De Leegte Omarmen en daarna mijn tweede boek Je Ziet Het Niet, met persoonlijke verhalen van kinderloze vrouwen en mannen. Het laatste schreef ik samen met Joost Kadijk, die ook met het thema worstelt – een bijna nog groter taboe dan een worstelende vrouw.
VERDER LEZEN?
- Krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen
- Lees LINDA.magazine online
- Geniet van te gekke winacties en lekkere puzzels
- Maandelijks eenvoudig opzegbaar































