Editorial

‘Er moesten lastige knopen worden doorgehakt en dat kon niet in Nederland’

Ik heb altijd gezegd dat als ik iets zou willen delen over mijn keuze om mijn relatie een nieuwe kans te geven, ik dat met jullie, de trouwe lezeressen van mijn blad, zou doen.
En ik zal eerlijk zijn: ik heb heel lang getwijfeld óf ik het wel zou doen. Omdat ik de (nare) reacties inmiddels kan uittekenen en ik niet vind dat ik uitleg schuldig ben want die keuze is privé. Maar ik heb ­jullie in de tweeëntwintig jaar dat dit blad bestaat altijd ­mee­genomen in mijn lief én leed en het begint ongemakkelijk en geforceerd te voelen om niet meer te kunnen praten of schrijven over iets dat ­uiteindelijk het allerbelangrijkste is in ieders leven: de liefde. Ik heb dit ­verhaal al een jaar geleden opgeschreven maar vond het gepaster om te ­wachten tot het Hof zich uitsprak over de rechtszaak die tegen Jeroen was aangespannen. Mocht je het gemist hebben, daar heb ik het volgende over gezegd:
“Ik heb in deze zaak achter Jeroen gestaan en dat deed ik op grond van feiten uit het dossier en dingen waarvan ik direct wist dat ze niet klopten.
Er is een heel groot verschil tussen grensoverschrijdend gedrag en een zeden-delict. Als je het eerste toegeeft en daar openlijk je excuses voor aanbiedt betekent dat niet dat je het tweede dus wel gedaan zal hebben. Als ik dat geloofd had, had onze relatie beslist geen nieuwe kans gekregen. Deze zaak is tot stand gekomen in een live televisie-uitzending en heeft uiteindelijk alle betrokkenen een loodzware tijd bezorgd en geschaad. Ik hoop dat het boek nu dicht kan.”
Vandaar dat ik hier, voor jullie, het verhaal plaats dat ik een jaar geleden al opschreef en vandaar dat ik op deze plek niet inga op deze zaak, noch op hobbyrechters die zonder enige dossierkennis menen het beter te weten.

Bam, daar sloeg de deur dicht van de witte Toyota Hilux die we gehuurd hadden in het Chileense Punta Arenas en daar gingen we met een volle tank, een paar flessen water en een zak vol empanada’s de bijna lege weg op.
De lange weg door Patagonië naar Buenos Aires en daarna Uruguay en naar een poging de liefde een tweede kans te geven óf, en die kans achtte ik ook zeer reëel, naar een nu echt definitieve scheiding. Na een jaar uit elkaar te zijn geweest, waarin er letterlijk geen nacht voorbij was gegaan waarop ik mezelf niet in slaap gehuild had, waarop ik het ene moment zo boos was dat ik hem nóóit meer wilde zien en hem het volgende moment zo miste dat nooit meer zien ondenkbaar was, besloot ik dat het zo niet langer kon. Als je er na een jaar nog steeds niet uit bent, moeten er lastige knopen doorgehakt worden en gevoelsmatig kon dat niet in Nederland. Ik wilde alleen nog maar wég. Zo ver mogelijk. Weg van alle ongenuanceerde meningen, van de starende blikken, de media, de vele goedbedoelde adviezen, de zelfverkozen opsluiting in mijn eigen huis … Om te voorkomen dat de pers er lucht van kreeg vlogen we apart van elkaar naar Chili. Aangekomen op het vliegveld van Santiago, zagen we op weg naar de incheck van een binnenlandse doorvlucht een knap meisje dat naar ons keek. “Volgens mij maakte zij net stiekem een foto van ons”, zei ik terwijl de stress ogenblikkelijk mijn nek weer op slot zette. Maar bij navraag liet ze haar telefoon zien en zei heel aardig: “Nee joh, kijk ik heb geen foto gemaakt! Fijne reis!” Opgelucht gingen we aan boord.