Ik liep met de hond langs de lokale tennisvereniging, door de struiken zag ik twee vrouwen die behoorlijk goed tegen de bal stonden te meppen. Ik wilde me net comfortabel tegen een boom positioneren om het potje te volgen, toen het gebeurde: er schalde een “Sorry!” over de baan.
Ik duwde een tak opzij voor beter zicht. Misschien had de een de ander geraakt met de bal en was er een bloedneus of zo, maar nee, de excuus-vrouw had een ace geslagen.
Ik zag haar naar het net draven, haar gezicht in een empathische gaat-het-grimas, ik mompelde tegen Falco: “Moet je opletten wat er nu gaat gebeuren.” En ja hoor, de tegenstander kwam ook naar het net en zei troostend: “Kan jij niks aan doen, was een superbal!”
Dit doen wij en het is gekmakend: de hele dag sorry roepen voor dingen waar we geen invloed op hebben – of ons juist uitputten in excuses als we wel iets góéd doen. Dus én “Wat een rotweer, sorry hoor” zeggen als een vriendin door de regen naar jou toe is gefietst, maar ook dit: een knoeperd van een bal slaan en dan je excuses aanbieden, hoewel tennis een competitieve sport is. Beide redenen zijn absurd; de eerste is zinloos, de tweede gewoon dom.
De ontvangende partij van de excuses (ik houd het hier even bij vrouwen omdat je verontschuldigen bij uitstek een dames-onder-elkaar-dingetje is) heeft vervolgens de taak om de gemaakte sorry weg te wuiven: een “Joh, daar kan jij niks aan doen” of “Het is helemaal oké, no worries” werkt altijd. Een “Nee, ík sorry (dat ik hier in je gang sta te druipen)” of “Nee, mijn fout (had ik maar met de auto moeten komen)” mag natuurlijk ook.
Excuustruusjes, dat zijn we. Ik ook, hè, niks vrouwelijks is mij vreemd. Het gaat automatisch, is ingebed in alle conversaties en appjes, de hele dag door, floeperdefloep, ik zeg het alleen niet tegen mannen omdat ik weet dat ze geen idee hebben dat dat woord bestaat.
Het ís namelijk ook echt een vrouwenkwaal, da’s allemaal wetenschappelijk aangetoond. De oorzaken zijn pas echt iets om verdrietig van te worden. We willen harmonie, voelen ons minderwaardig, cijferen onszelf weg, vinden het kennelijk niet erg om zwak over te komen, zijn te gevoelig, onzeker: gadverdamme. Kijk maar eens wat er gebeurt als vrouw 1 sorry zegt, en vrouw 2 daar niet op ingaat. Gebeurt zelden omdat dit foefje zo in ons zit verankerd, maar er alleen al aan denken wakkert de zelftwijfel aan (“Sorry dat ik een ace heb geslagen!” – “…”). Verschrikkelijk! Wie niet erkend wordt in haar excuses, voelt zich een bitch, een faler, een slecht mens, een kneus. Terwijl – het kan niet genoeg benadrukt worden – er niet eens een reden is voor verontschuldigingen.
Wat we nodig hebben, is alertheid en een pak slaag. Van elkaar, voor elkaar. Hoor je een zus, vriendin of collega het s-woord zeggen? Ga dan niet voor de automatische harmonie, maar zeg waar ze echt iets aan heeft: een spiegel (“Hoezo sorry? Hou ’s op, gek”) en straf (“Dénk erom, hoor”). Dat voelt eerst heel raar, maar het is hartstikke empowering voor beide partijen. Ik ben er nu zelf druk mee aan het experimenteren binnen mijn vriendenkring en we gaan als een tierelier.
Vol van mijn nieuwe project riep ik dus vanuit de bosjes naar de tennisdames: “Geen sorry zeggen, dat was een beuker!”
Ze schrokken zich dóód van het onverwachtse publiek tussen de planten. Nou ja, toen kon ik maar één ding zeggen.
Dit artikel verscheen eerder op LINDA.premium, lees hier de nieuwste column van Carolien.
