Column

‘Vrouwen die het met vrouwen doen komen bijna altijd klaar’

doorClaudia de Breij

Claudia de Breij (50) is cabaretière, zangeres en schrijfster. Dit is haar eerste column in LINDA.

“Maar … mis je dan niks?”
Deze vraag werd mij regelmatig gesteld in mijn vroege jaren als ontluikende lesbi. “Mis je dan niks?” Dat vroegen hetero’s, ja. Mannen én vrouwen. “Mis je dan niks,” vroegen ze zich af, “wanneer je seks hebt met een vrouw?”
Deze vraag voelt als iets uit een ver verleden, maar nu we per week een decennium terug lijken te gaan in de tijd, bereid ik me er maar vast weer op voor.
Want het kan hard gaan. Ik had ook nooit gedacht de vraag “Mogen vrouwen zelf beslissen over hun eigen lichaam?” weer te horen, net als “Moet een vrouw thuisblijven en zorgen voor haar man?” of “Bestaan transvrouwen en -mannen eigenlijk wel?” Maar tegenwoordig zijn er dagen waarop ik ze alle drie kan aankruisen op mijn leve-het-patriarchaat-bingokaart.
Dus ik bereid me voor, want dat was ik destijds, als bleue negentienjarige die aardig gevonden wilde worden, natuurlijk niet. Mis je dan niks? Nee, dus. Soms merkte ik dat ik tijdens mijn antwoord zo beeldend uitlegde wat er zo leuk was aan seks met een vrouw, dat de man aan wie ik het uitlegde er een beetje opgewonden van werd. En dat was uiterst ongemakkelijk. Moest ik dat dan rekenen onder ‘toch nog begrip gekregen, missie bereikt?’

De ergste keer was op een reis door Azië, waar ik met mijn vriendinnetje in een bus belandde naast een Indonesische vrouw met haar Duitse ­echtgenoot. Zij glimlachte. Hij praatte. Op de vraag hoe ze elkaar hadden ontmoet, antwoordde hij dat hij alle eilanden had afgezocht om te kijken wo die Frauen am liebsten sind. En kijk eens aan, deze arme drommel was berooid en wanhopig genoeg om ook iets liefs in hem te zien, dus daar zaten ze. Voor even terug in haar moederland en dan straks weer lekker naar de Heimat waar ze door mocht gaan met zijn kinderen krijgen.
Of wij zusjes waren, vroeg hij natuurlijk. En toen hij doorhad wat we wél van elkaar waren, vroeg hij: “Aber … da fehlt doch etwas?
Alsof deze Helmut, met die kleine Helmut in zijn bermuda, was waar wij van droomden, naar verlangden. Zo zei hij het. De orgasmekloof was nog niet uitgevonden. Wij wisten nog niet dat vrouwen die het met vrouwen doen bijna altijd klaarkomen en vrouwen die het met mannen doen … nou ja, ook weleens. Da fehlt doch etwas?
Het was zo impertinent, een vreemde die expliciet naar mijn seksleven vroeg, dat ik toen met mijn mond vol tanden stond. Maar nu zou ik het wel weten. Ik had me tot zijn vriendin moeten richten en haar moeten vragen: “Aber, da fehlt doch etwas? Liebchen, sag mir, vielleicht … ein Orgasmus?

TRENDING