Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks BN’ers het vuur na aan de schenen. Deze week is Eric Corton (52) aan de beurt. De veelzijdige zanger, acteur en presentator kan, nu zijn boek Mist in de winkels ligt, ook auteur aan z’n cv toevoegen.
In je roman wordt veel koffie gedronken. Als het uit een Senseo-apparaat komt, heet het ‘hete zwarte vloeistof’. Hoor jij tot de mensen die schrikken wanneer ze bij iemand op bezoek gaan en vanuit de keuken het Senseo-geluid horen?
“Mijn hoofdrolspeler heeft de Rolls-Royce onder de koffiemachines in zijn huis staan. Als je dan vervolgens een Senseo-padje door zo’n apparaat jaagt, zul je dat inderdaad niet snel koffie noemen. Ik hou zelf van goeie koffie, het liefst Ethiopische, niet te zwaar gebrand – in Nederland drinken we eigenlijk vaak verbrande bonen. Die Ethiopische koffie is heel lekker en zacht; je kunt er veel van drinken zonder het gevoel te hebben dat je twee gram coke achter je huig hebt geparkeerd.”
Er wordt ook wodka gedronken in ‘Mist’: ‘de perfecte combinatie tussen smaak en effect’. Was jij van de wodka, toen jij nog stevig dronk?
“Nee, helemaal niét zelfs. Ik vond het een gevaarlijk drankje. Het is een gekend alcoholistendrankje omdat je het niet zo goed ruikt; het valt nog te maskeren met een Smintje. Ik was van de wijn. In de hoeveelheden die ik naar binnen goot – twee flessen waarvan de eerste al leeg was als ik bij het koken de courgette had gesneden – was écht sterke drank levensgevaarlijk. Te hard, te oncontroleerbaar. Zeker wodka is in dat opzicht link spul.”
Sinds wanneer drink jij niet meer?
“In 2016 heb ik op 1 september in mijn agenda gezet: stoppen. Ik schreef het in mijn agenda voor de zomervakantie. Tijdens die vakantie heb ik Frankrijk nog van zijn wijnplas afgeholpen, maar ik wist ook wat 1 september betekende: dat ik vanaf die dag nooit meer in mijn leven één glas alcohol zou drinken.”
Het hoofdpersonage stelt dat feestjes mijden de beste manier is om alcohol te vermijden. Heeft hij gelijk?
“In het begin ging ik nog naar feestjes, maar die waren opeens afgrijselijk. Die drukten me met mijn neus op de feiten: zij dronken, en ik mocht dat niet meer van mezelf. En het sociale deel van drinken is heel groot. Iedereen wordt gaandeweg het feest losser en loslippiger. De conclusie was best hard: ik ben dus een ander mens op dit soort gelegenheden als ik niét drink. En al die anderen zijn andere mensen op dit soort gelegenheden als ze wél drinken. Pas na een jaar ben ik weer naar feestjes gegaan. En zo rond half elf, elf ga ik naar huis. De volgende ochtend zit ik bijtijds op mijn fiets, en daar voel ik me heel goed bij.”
Is het cynisch om te stellen dat je je oude verslavingen hebt vervangen door een nieuwe, namelijk maniakaal veel fietsen?
“Dat is zeker niet cynisch, dat is heel realistisch. Ik kan niks met mate: als ik het leuk vind, doe ik het mateloos. Dat was zo met de stiekeme geneugten van het leven – drank, drugs, roken – en met diezelfde mateloosheid zit ik nu op de fiets.”
Als je nu foto’s ziet van tien jaar geleden, zag je eruit alsof je de huidige Eric Corton had opgegeten. Was afvallen een doel van je nieuwe levensstijl, of een prettige bijkomstigheid?
“Ik deed het echt om gezond te worden. Een BMI is uiteindelijk maar een berekening, maar mijn cholesterol en bloeddruk waren echt hoog, en mijn leverwaarden heel slecht. Na die omslag was ik in korte tijd 33 kilo lichter. Dan zie je er voor mensen die je lang niet hebben gezien heel raar uit. Die vroegen of het wel goed met me ging en of ik mijn oncoloog de laatste tijd nog had gesproken. Als ik nu foto’s zie van het moment dat ik zelfs bijna 36 kilo lichter was, snap ik dat wel. Mijn collageen en onderhuidse bindweefsel waren 25 jaar gewend aan die grote, volle Eric, dus als je dan inkrimpt, moet zich dat opnieuw zetten, zoals dat heet. Wielrenners zeggen dan ‘je staat er scherp op!’, maar ik snap de oncologenvragen wel.”
Nu staan wielrennende mannen waarschijnlijk in de top drie van bevolkingsgroepen met een imagoprobleem. Is dat terecht?
“Zeker. Ik stop zelf voor rode stoplichten, ik heb een bel op mijn racefiets en ik probeer mijn gemiddelde niet te halen ín de stad. Pas daarbuiten word ik Joop Zoetemelk. Maar ik zie het continu gebeuren; groepen van zeventien man die met 36 kilometer per uur rakelings langs de moeders met kinderwagens en de obers met dienbladen vol bier en yoghurt scheuren. Ik heb een tijd met een club gefietst, en toen dacht ik dat wij niet zo waren. Maar iedere club van boven de tien man is een beetje zo, want er gaat altijd iemand net door rood, en er steekt altijd iemand over of haalt net in terwijl het eigenlijk niet kan. En er zijn ook gewoon veel asociale klootzakken, die denken dat ze op dinsdagavond met een zooitje bierbuiken de Tour de France rijden.”
Een belangrijk onderwerp in je roman is de werking van het geheugen. Je vader lijdt aan Alzheimer, en je hebt een lange theatertour gedaan waarin je Hugo Borst’s boek ‘Ma’, over zijn dementerende moeder, opvoerde. Het geheugen houdt je dus bezig.
“Precies vanaf het moment dat ik moest gaan nadenken over Alzheimer omdat ik dat stuk ging spelen, werd de situatie van mijn vader grimmig, naar en vervelend. Ik zag hem veranderen van een zelfverzekerde, erudiete, belezen welbespraakte dameskapper in iemand die bang werd voor alles wat er om hem heen gebeurde, omdat hij het niet meer kon plaatsen. Ik heb er laatst met een rouwexpert over gepraat, omdat ik zelf langzaam maar zeker vastliep in de situatie met mijn vader. Die expert legde uit dat je bij Alzheimer in een rouwproces zit, terwijl de voorwaarden voor rouw ontbreken. Mijn vader is er nog, maar hij is ook weg. Dat inzicht heeft me enorm geholpen.”
Schrik je wanneer je zelf iets vergeet?
“Ik ben doodsbang voor het verliezen van mijn geheugen, en daarmee van mijn bewustzijn van alles, tot en met de liefde voor mijn partner. Van alles wat mij als mens definieert. Dus ja, soms slaat de schrik me om het hart als ik opeens de naam van een band, film of acteur niet meer kan ophoesten. Vroeger dacht ik dan: dat was gisteren een glas wijn te veel. Nu denk ik: oh jee.”
Foto: Bob Bronshoff