Op de fluwelen bank van een nachtclub in Macau lag ik enigszins dizzy bij te komen van een lange vlucht. ‘Laten we dansen’,, zei de Chinese multimiljonair.
Te laat zag ik dat zijn kruin niet boven mijn borsten uitkwam. Zijn armpjes klemden rond mijn heupen. Angstvallig keek ik om me heen. Niemand lachte. Hij bestelde champagne. De allerduurste. “Graag bezorgen op onze kamer.”