Eva * (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen): ‘Het is gewoon ruk.’
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: de ‘liefhebber van diépgaande gesprekken’.

Hij houdt van diepe gesprekken, staat in zijn datingprofiel beschreven. Op elke foto toont de man een grote glimlach. Zijn tanden zijn opvallend wit, en doen mij denken aan de facings van de gebroeders Roelvink. Maar hé, alles beter dan een foto met de duimpjes omhoog.
Wanneer ik verder naar beneden scroll, zie ik dat hij video’s aan zijn datingprofiel heeft toegevoegd. Het lijkt een mix tussen een oproep voor Boer Zoekt Vrouw en B&B Vol Liefde. De man kijkt recht in de camera om ‘de vrouwen van Nederland’ aan te spreken. Hij zoekt iemand ‘gezelligs’, om het ‘leven mee te delen’ en samen ‘op avontuur te gaan’.
Opnieuw die witte glimlach, die hier toch al iets meer geforceerd lijkt. En toch veeg ik ‘m naar rechts. Oftewel: ik laat de dating-app weten dat hij mij leuk lijkt. Het cliché ‘bij twijfel, niet inhalen’ van tafel vegend.

De man met de witte tanden heeft mij ook geliked, want ik krijg ‘match’ in het groot op mijn beeldscherm te zien. Bij Bumble, de app die ik gebruik, moet je als vrouw het gesprek starten. Ik broed dan ook op een originele openingszin, maar het blijkt dat ik er nog weinig over heb.
Wat we gaan doen op ons eerste afspraakje, vraag ik de man dan maar als ijsbreker. Even checken of hij met mijn directheid overweg kan. Al binnen een paar minuten krijg ik een reactie terug: ‘Ja, wat vind jij leuk om te doen?’
En dan volgt de sollicitatie; ‘Waar kom je vandaan’, ‘Heb je broers en zussen?’, ‘Wat voor studie heb je gedaan?’ en last but niet minder belangrijk: ‘Wat voor werk doe je?’ Dingen die je van elkaar wilt weten, natuurlijk. Maar zelf vind ik het fijner wanneer dit op de natuurlijke manier gaat. Nu lijkt het net een afvinklijstje.

Het wordt wel tijd voor de wat meer diepe vragen, opper ik. ‘Wat zou je willen weten dan?’, vervolgt hij. Ik voel aan mijn water dat deze man geen initiatief gaat nemen en dat zit mij dwars. Ik heb nog liever elke avond een discussie over wat we gaan eten, dan dat ik krijg te horen ‘dat hij alles lekker vindt, zolang ík het maar lekker vind’.
Maar ik probeer het – tegen beter weten in – nog een laatste keer. “Joh, ik opperde het, dus als jij nu eens een leuke vraag verzint.”
‘Waar word je geil van’, verschijnt er op mijn beeldscherm. Meneer houdt van diepzinnige gesprekken, maar wil – na aandringen – graag als eerste weten waar ‘ik geil van word’. Werkelijk? Het gesprek raakt in een stroomversnelling, nog sneller dan die van de wildwaterbaan in CenterParcs.

Niet precies wat ik bedoelde met ‘de diépte in gaan’, laat ik hem weten. Maar dan is het bonje. “Zie je”, antwoordt de man met de witte tanden alsof hij dé openbaring van zijn leven heeft. “Je komt pas echt iets over de ander te weten, wanneer je vraagt wat hij of zij lekker vindt. Jammer, je leek mij een leuk iemand en ik had je graag écht willen leren kennen.” Ontmatcht, verschijnt in mijn beeldscherm. Het gesprek is verwijderd.
De vraag wat ik nu precies zoek in een relatie, had ik zelf een fijne starter gevonden. Maar die vraag heeft hij geloof ik inmiddels wel beantwoord.
*De naam van Eva is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
