Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks een BN’er het vuur na aan de schenen. Deze week is acteur Gijs Naber (42) aan de beurt, momenteel in Praag voor opnamen, en vanaf 6 december te zien in ‘Lampje’ op NPO Plus.
Wat zijn die geluiden op de achtergrond?
“Ik ben nu op de set in Praag, ik ga zo weer langs bij mijn stuntcoördinator. Het wordt een Duitse serie en tegelijk ook een film, echt een grote productie. Ik ben hier in totaal zes maanden, wat wel echt lang van huis is, maar het is te gek om aan mee te doen. In Nederland draai je gemiddeld voor een serie tien pagina’s van het script per dag, dat klinkt misschien wat abstract, maar ter vergelijking: hier één. De aandacht en zorg zijn hier echt enorm. O wacht, heb je even? Ik moet weer een coronatest doen. Dat moet hier nog steeds iedere dag, met de bekende Duitse Pünktlichkeit. Er staan op elke set ook twee ambulances, voor als er iets misgaat. Ik mag wel kiezen tussen neus of mond. Momentje.’ Nog geen twintig seconden later: ‘Ja, ben ik weer.”
Dat is dan wel een voordeel van elke dag testen: je bent er extreem snel in.
“Ja, ik heb inmiddels een gapend gat in mijn neus, waar je de chemicaliën zo in kan gieten.”
Je allereerste filmrol was op je 17de, in de film ‘De Ziener’. Wist je toen dat je dit de rest van je leven wilde doen?
“Ik dacht toen wel sinds enige tijd: acteur worden kan misschien mijn leven redden, want ik was niet de meest uitblinkende leerling op de middelbare school wanneer het ging om de lesstof. Ik hield me vooral bezig met het vermaken van anderen. Toen dat eenmaal werd gekanaliseerd op een podium, toen ik ging meedoen aan het schooltoneel, dacht ik wel: ja, dít is het.”
Een van de meest memorabele rollen was in de film ‘Aanmodderfakker’, waarin je de eeuwige student Thijs speelde, alleen maar geïnteresseerd in bier, vrouwen en op de bank hangen. Wat voor student was je zelf?
“Een beetje dat. Ik was vooral bezig met andere mensen samen zijn. Ik heb heel veel zelfvertrouwen gekregen op de Toneelschool in Maastricht, ik was nog superbleu. Ik vond het wel na het eerste jaar een tijd pittig: dat eerste jaar vochten we met z’n allen voor onze propedeuse. Daarna kwam de beruchte Bijltjesdag: dan kreeg je allemaal tegelijk te horen of je door was of niet. Op alfabetische volgorde voor de guillotine: jij wel, jij niet. Allerlei mensen van wie iedereen zeker wist dat ze door waren bleken dat niet, en andersom. Het leek volstrekte willekeur. Van de hele groep waar ik mee omging, waren twee vrienden opeens van school. De groep bestond in één keer niet meer. Dat ging wel ten koste van mijn ontwikkeling, want ik hing enorm aan die groep en aan alles samen doen. In een tussentijds gesprek vroeg mijn mentor: ‘Wat wil je nou eigenlijk?’ Ik zei: ‘Een van de beste acteurs van Nederland worden’. Waarop hij antwoordde: ‘Doe dat dan’. Dat klinkt nu heel simpel, maar voor mij was het de aanzet tot het besef dat ik hier uiteindelijk alléén was.”

Je bent nu dus voor een half jaar in Praag. Je vrouw is actrice Thekla Reuten, vanaf vandaag te zien in de bioscoop in de film ‘Narcosis’, de Nederlandse inzending voor de Oscar. Scheelt het nogal dat jullie hetzelfde vak uitoefenen?
“Ja, de keuzes die we maken proberen we zo goed mogelijk sámen te maken. En dan is het inderdaad handig dat je weet wat draaien in het buitenland inhoudt, en of dat haalbaar is met de kinderen. Thekla is daar zeer bedreven in, dat allemaal regelen, waar ik heel blij mee ben, omdat ik op dit gebied soms nog een beetje Thijs uit Aanmodderfakker ben. Zo’n half jaar in Praag is best een kluif, en dat betekent dat Thekla in die tijd even een stap terug moet doen met buitenlandse projecten, en ik de volgende keer weer.”
Toen jullie een relatie kregen, verschenen krantenberichten over jullie verliefdheid, inclusief ooggetuigen met speculaties over haar zwangerschap: ‘Kijk maar naar haar glanzende huid.’ Maar sindsdien slagen jullie er in jullie privéleven behoorlijk af te schermen.
“We proberen dat inderdaad zo goed en kwaad als mogelijk onder de radar te houden. Daarom zijn wij ook geen targets voor roddelbladen en juicekanalen. We zijn ook selectief met tv-optredens. Ik heb zelf de overtuiging dat er een beperkte houdbaarheid zit aan de hele tijd in elk programma gaan zitten. Het kan ook verwarrend werken om erkenning te krijgen voor wie je bént, terwijl ik vooral erkenning wil voor wat ik doé. Als ik in spelletjesprogramma’s ga zitten, is dat goed voor mijn ego, maar mijn wérk wordt er niet beter van. Bovendien word je dan een gemakkelijk mikpunt voor kritiek die kort door de bocht is, maar wel invloed op je heeft, en ik wil daar niet mee geïnfecteerd worden.”
In de serie en film die je nu opneemt, ‘Hagen’, speel je volgens krantenberichten een ‘bourgondische wapenmeester’. Hoe ziet zo iemand eruit?
“Haha! Dat is een heel grappige vertaling. Ja, hoe zou zo iemand eruitzien? Iemand die met fonduepannen spannende stunts doet? Het is iemand uit het hertogdom Bourgondië, dus daar is iets misgegaan in de vertaling. Maar hé, als het me allerlei uitnodigingen voor culinaire evenementen oplevert, laat het dan vooral staan.”
Je hebt een wonderlijke combinatie van twee rollen gespeeld: Cor van Hout in ‘De Heineken Ontvoering’. En later in ‘Judas’ Willem Holleeder, de man die Cor van Hout heeft laten vermoorden.
“Het waren twee totaal verschillende projecten, heel anders in beeld gebracht ook, met een heel andere toon. Maar inderdaad, ik kan me voorstellen dat wanneer de familie het heeft gezien, dat een beetje schizofrene indruk heeft gemaakt: de combinatie van die twee rollen. Bij alle rollen die zijn gebaseerd op publieke personen geldt dat iedereen een mening heeft over die persoon en de rol, en dat zo iemand een heel specifiek uiterlijk heeft dat iedereen kent. Je moet toch denken als kijker: ja, het ís hem wel, en daarvoor moeten de emoties waarachtig genoeg zijn. Dus bij Holleeder moest ik door die plastic neus heen spelen, en de achterkant van het ‘manipulatieve monster’ laten zien, om het zo maar te zeggen. Tussen haakjes, hè – voor als hij meeleest.”

Op 6 december komt ‘Lampje’ op NPO Plus, een zeer groots opgezette verfilming van het boek van Annet Schaap. Het is een familieserie, maar het boek is niet per se geschikt voor kleine kinderen.
“Dat klopt, onze zoon van zeven is er denk ik nog net iets te jong voor. Het boek is best donker, dat zou voor een familieserie soms te heftig zijn. Maar het is een prachtig verhaal, en de serie is ook heel mooi opgezet. En ook minder donker dan het boek, zodat het ook voor jongere kinderen geschikt is. Ik speel de vader, die in het boek ook grover is dan in de serie. Hij grijpt ook vaak naar de fles, dus daar hebben we het over gehad: moet die fles steeds in beeld, of moet je vooral voélen dat hij heeft gedronken? Annet Schaap is ook een paar keer op set geweest, en zag hoe de wereld die ze ooit heeft beschreven door anderen visueel werd gemaakt. Toch spannend. Maar zij was er heel blij mee, en dat is natuurlijk een groot compliment voor de makers.”
Foto: Bob Bronshoff