De zomer is voor mij een vermoeiende gezelligheidsmarathon. Waar ik in de winter liefst alleen voor hoog noodzakelijke dingen – zoals boodschappen of heel misschien een etentje – de deur uitga, ben ik in de zomer zo weinig thuis dat ik eerder een toevallige passant ben dan een bewoner.
Mijn huishouden lijdt in die periode onder mijn sociale zomerleven, maar mijn lever al helemaal.
Zodra de lente – de AliExpress-versie van de zomer – op z’n retour is en de temperatuur stijgt, ben ik het liefst zo min mogelijk thuis. Want wat heb ik er te zoeken als het mooi weer is? Dan ben ik liever op een buitenevent of zit ik met vrienden op een zonnig terras of boot: eindelijk die doorzichtige winterteint upgraden naar zongebruind pelsje. Probleem is dat al deze aangelegenheden vaak gepaard gaan met alcohol. Volwassenen in de stad drinken nu eenmaal als ze het leuk hebben en als ‘leuk’ slechts één appje kost, zit je al gauw meerdere dagen per week aan een glas wijn. Of een hele fles.
Het is niet zo dat ik een grote drinker ben of vaak behoefte heb aan alcohol. Thuis drink ik nooit. Meestal wil ik buiten de deur gewoon niet ongezellig zijn. Mijn ruggengraat is meestal snel zoek, helemaal wanneer ik het druk heb. Alcohol ontspant, het helpt ontladen. Een go-to reden om dan toch maar weer te wijnen.
Met de lichamelijke stress dealen die ik er in de vorm van een bloedkater voor terug krijgt, is keihard werken. Al heb ik twee glazen op, de katers die hoogstens een ochtend duren stammen inmiddels uit een vorig leven. Wanneer ik nu iets te vaak naar de bodem van mijn glas heb gekeken, moet ik daar minstens drie dagen voor boeten. Maar dan beleef ik wél de meest bijzondere avonden en durf ik opeens de man te appen die ik leuk vind.
Het is zalig om op zaterdagochtend fris uitgeslapen wakker te worden en te gaan sporten. Of veel energieker en productiever te zijn op het gebied van werk. Dat weegt ook mee in mijn keuze om al dan niet te drinken. Het probleem is dat ik, wanneer ik niet drink op een sociale gelegenheid, na anderhalf uur niet meer met de wel-drinkers kan levelen, of mijn introverte zelf blijf. Mensen zien mij als heel sociaal, maar zonder een druppel alcohol vind je mij awkward in een hoek, terwijl ik aan het bedenken ben hoe ik zo snel mogelijk weg kan. Heb ik wél liquid confidence genuttigd, dan krijg je Ginny 2.0. Die beleeft tenminste wat.
Een vriend vertelde laatst dat hij negen maanden was gestopt met alcohol. In het begin genoot hij van alle bijkomende voordelen, maar na een tijdje werd het ook wel saai. “Een beetje deprimerend”, zelfs. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin in saai en deprimerend, al geloof ik dat je ook een leuk leven kunt hebben zonder alcohol. Daar ben ik alleen nog niet. Dus doe me er dan maar weer eentje. Natuurwijn, als het even kan.

'Ga eens écht met de bezem door de misogyne corpscultuur'




















