Eva* (32) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na de leukste date ooitof bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: de open relatie.
Stijf van de zenuwen loop ik het veel te luxe restaurant in; ik kan me de laatste keer niet eens meer herinneren dat ik zo zenuwachtig was voor een date. Acht keer heb ik me omgekleed en ik ben alsnog niet tevreden over mijn outfit.
Dat deze date zou plaatsvinden, daar hadden hij en ik het al vaak over gehad. Alleen kwam er telkens iets tussen. Tot gisteravond laat, toen hij vertelde dat zijn +1 had afgezegd voor zijn restaurantreservering die avond erna, en hij al had aanbetaald. Of ik toevallig zin en tijd had, en ja, hij wist dat het lastminute was. Dat ik een afspraak had met mijn bank en Netflix heb ik uiteraard niet gezegd. Nee, ik vertelde hem ‘wat dingen te moeten verzetten’ maar ‘dat het wel zou lukken’.

Want deze man doet iets met me, waardoor ik toch een beetje indruk wil maken op hem. Hij is iets ouder dan ik, intelligent, grappig en mysterieus. Nadat we nummers hadden uitgewisseld in de kroeg heb ik er alles aan gedaan om ook maar een klein stukje informatie over hem te vinden online, zonder enig succes. De man lijkt wel uitgewist door Google, op een Instagramaccount met een profielfoto erop na.
Goed, en nu zitten we dus in dit veel te luxe restaurant. Hij bestelt zelfverzekerd twee glazen champagne voor ons, al heb ik van de zenuwen nauwelijks iets kunnen eten vandaag en stijgt champagne altijd gelijk naar mijn hoofd.
Of ik ooit al eerder in dit restaurant ben geweest, vraagt hij. “Het is namelijk één van mijn favorieten.” Nee, dat was ik niet, en als ik het menu opensla zie ik meteen waarom. Er is slechts één optie: negen gangen, voor bijna 200 euro per persoon. Dit wordt geen snel etentje, dit wordt een avondvullend programma.
“En we nemen graag het wijnarrangement erbij”, hoor ik hem zeggen tegen de serveerster. Perfect. Ik weet nog niet hoe het met zijn tolerantie zit, maar na negen glazen wijn (én nog champagne) ben ik allang door mijn hoeven gezakt en kan ik naar bed gedragen worden.
Niet bepaald wat je ambieert op een eerste date.

Gelukkig gaat de date vooralsnog voorspoedig; bij gang vier ben ik flink aangeschoten maar kom ik nog prima uit mijn woorden, moet hij veel lachen om mijn grapjes en vallen er weinig stiltes.
Tot gang zeven.
“Waar woon je eigenlijk, hier in de stad?”, vraag ik hem. “Oh, wij wonen al tien jaar op dezelfde plek, hier om de hoek”, reageert hij snel, waarna hij enigszins gegeneerd om zich heen kijkt.
“…We?”
“Ja… Mijn vriendin en ik.”
Deze man heeft dus al minstens tien jaar een vriendin en hij wacht tot gang zéven om dat eens ter sprake te brengen? Hij stamelt iets over een ‘open relatie’, die voor zover ik het begrijp behoorlijk eenzijdig lijkt te zijn, en ik vraag me af of het heel raar staat als ik naar de toilet ga en nooit meer terugkom. Ja, dat staat raar, besluit ik. Plus: het eten is wel waanzinnig lekker.
De rest van de date verloopt stroef, waar ik gelukkig steeds minder mee zit dankzij dat wijnarrangement — een beslissing van hem waar ik hem steeds dankbaarder voor ben.

Bij het afscheid geef ik hem een snelle kus op zijn wang en probeer ik zo cool en soepeltjes mogelijk weg te lopen. Helaas had het waarschijnlijk iets meer weg van een Bambi on ice, maar dat maakt me op dat moment niet meer uit.
Op zijn appjes heb ik erna nooit meer gereageerd, maar een maand later kwam ik hem wel tegen in diezelfde kroeg, in de stad. Ik kreeg een pleidooi over open relaties en dat ik hem daarom niet meteen had moeten afschrijven.
Vanaf nu vraag ik vóór er nummers worden uitgewisseld of diegene daadwerkelijk vrijgezel is. Nooit gedacht dat dat zou moeten, maar blijkbaar zijn er soms zeven gangen voor nodig om daar achter te komen.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
