Europa schudt op zijn grondvesten, de eenheid is in gevaar. Maar ook de muzikale unie ligt geregeld onder vuur. Als het Eurovisie Songfestival wordt uitgezonden, zie je de haters uit alle krochten kruipen. ’s Werelds grootste en meest bekeken muziekfestijn is voor velen een rode lap, waar ze op moéten reageren, omdat het niet strookt met hun wereldbeeld.
Het zijn de stugge (hetero)mannen die aan talkshowtafels benadrukken dat ze nooit kijken, om hun fragiele mannelijkheid te beschermen. Een échte man kan zich toch niet associëren met queer performers, theatrale diva’s en campy popmuziek? Dus noemen ze het een ’freakshow’, diskwalificeren de creativiteit van al die artiesten en de diversiteit uit tientallen deelnemende landen.
En dan zijn er mensen die het Songfestival aangrijpen om andere culturen uit te lachen – racisme verpakt in ’ludieke’ tweets. Ik ben niet vergeten hoe Jeangu Macrooy vorig jaar werd bespot, en dat zijn krachtige songtekst in het Sranantongo werd verbasterd tot een ’broccoli’-grap. S10 wordt dit jaar juist omarmd, dankzij haar oer-Hollandse look en herkenbare Nederlandstalige nummer.