Europa schudt op zijn grondvesten, de eenheid is in gevaar. Maar ook de muzikale unie ligt geregeld onder vuur. Als het Eurovisie Songfestival wordt uitgezonden, zie je de haters uit alle krochten kruipen. ’s Werelds grootste en meest bekeken muziekfestijn is voor velen een rode lap, waar ze op moéten reageren, omdat het niet strookt met hun wereldbeeld.
Het zijn de stugge (hetero)mannen die aan talkshowtafels benadrukken dat ze nooit kijken, om hun fragiele mannelijkheid te beschermen. Een échte man kan zich toch niet associëren met queer performers, theatrale diva’s en campy popmuziek? Dus noemen ze het een ’freakshow’, diskwalificeren de creativiteit van al die artiesten en de diversiteit uit tientallen deelnemende landen.
En dan zijn er mensen die het Songfestival aangrijpen om andere culturen uit te lachen – racisme verpakt in ’ludieke’ tweets. Ik ben niet vergeten hoe Jeangu Macrooy vorig jaar werd bespot, en dat zijn krachtige songtekst in het Sranantongo werd verbasterd tot een ’broccoli’-grap. S10 wordt dit jaar juist omarmd, dankzij haar oer-Hollandse look en herkenbare Nederlandstalige nummer.
Folklore en culturele uitingen op het festival worden sowieso vaak belachelijk gemaakt. ’Pfff, weer zo’n hysterisch Balkannummer.’ Je kunt ook denken: wat een verfrissend geluid, en je erin verdiepen. En trouwens, er valt ook genoeg af te dingen op de Hollandse cultuur, die de Snollebollekes voortbracht en Sieneke naar het Songfestival stuurde.
Het commentaar van trollen neemt zulke nare vormen aan, dat organisator EBU zich vorige week genoodzaakt voelde om een statement naar buiten te brengen. „We veroordelen alle vormen van discriminatie en zijn geschokt door de dreigementen die medewerkers van de show via hun persoonlijke accounts ontvangen. Alle vormen van onlinemisbruik worden geblokkeerd en gemeld bij de autoriteiten.”
In de verklaring benadrukt de EBU dat het Songfestival staat voor diversiteit en inclusiviteit. Maar dat zien conservatieve types als ’woke terreur’. Eén twitteraar ziet zelfs duivelse symboliek in alle acts die meedoen, als een verkapte aanval op het christendom. Hongarije trok zich in 2020 terug en zendt het muziekfestijn sindsdien niet meer uit. Viktor Orbán en consorten zouden het allemaal ’te gay’ vinden.
Traditionele kijkers willen dat het Songfestival een braaf familiefeest is, met toegankelijke nummers die je ook op Sky Radio kunt horen. Maar dan heb je er niets van begrepen. Het is al decennia een uitlaatklep voor artiesten én fans die ’anders’ zijn, die verstikkende normen uitdagen. Het is een bubbel waarin lhbti’ers worden gevierd, terwijl ze in hun thuisland nog te vaak gevaar lopen – ook op dit continent.
Er zijn helaas ouders die het Eurovisie Songfestival ongeschikt vinden voor hun kinderen. Maar als ik kinderen had, zou ik ze juist laten kijken. Het is een feest voor de zintuigen, het prikkelt de fantasie, het brengt ons in contact met andere culturen en levensstijlen, en het kweekt wederzijds begrip. Het is Europa op zijn mooist en kleurrijkst, een Europa waar iedereen welkom is.
