Na 41 jaar op deze aarde te hebben vertoefd zonder noemenswaardige wenkbrauwen, was ik daar begin dit jaar ineens wel een beetje klaar mee. Allemaal de schuld van onze schoonheidsidealen natuurlijk, die de laatste jaren voorschrijven dat je volle, geprononceerde exemplaren boven je ogen moet hebben zitten.
Terwijl ik in de jaren ’00 prima kon meekomen met de potloodstreepjes-dunne trend die destijds heerste (met terugwerkende kracht grote dank aan Paris Hilton, Christina Aguilera e.v.a.), faal ik tegenwoordig op wenkbrauwgebied totaal.
Mijn wenkbrauwen zijn namelijk bepaald niet vol. Ze zijn armetierig en rommelig en sinds ik twee kinderen heb gebaard vallen er ook nog eens allerlei gaten in. Een tijdje liet ik ze elke paar weken bijwerken bij een heuse brow bar in de stad waar ik woon, maar dat kostte me ten eerste steeds behoorlijk veel tijd – en die is schaars met twee drukke dreumesen – en ten tweede werd het nooit zo mooi als ik hoopte, want haartjes die er niet zijn, kun je natuurlijk ook niet verven.
Ooit las ik een verhaal over Bridget Maasland – ook veroordeeld tot een wenkbrauwloos bestaan – waarin werd verteld dat zij haar had laten transplanteren waardoor ze nu alsnog heuse wenkies had. Het enige nadeel: omdat deze haren oorspronkelijk van haar hoofd kwamen, bleven ze doorgroeien en moest ze de boel dus regelmatig bijknippen om te voorkomen dat ze als gordijnen voor haar ogen kwamen te hangen.
Geen idee of die anekdote überhaupt klopte, maar hij zorgde er in ieder geval voor dat ik een transplantatie maar uit mijn hoofd zette. Ook getatoeëerde exemplaren leken me niet echt een optie vanaf het moment dat ik een vrouw had gezien met een soort van dikke zwarte Nike-logo’s op haar voorhoofd. Nee, dan was het toch beter om mijn droevige drieharenboogjes maar gewoon te accepteren.
Maar goed, de wetenschap schrijdt natuurlijk voort en op mijn Instagram kwamen steeds vaker vrouwen voorbij met werkelijk prachtige gesculpteerde wenkbrauwen die ze ‘powderbrows’ noemden. Die werden ook getatoeëerd, zo ontdekte ik via google, maar bleven slechts een paar jaar op je hoofd zitten. Bovendien waren het geen vette zwarte edding-vegen, maar heel subtiele streepjes die precies op echte haartjes leken.
Dat wilde ik ook. Na uitgebreide research vond ik een geweldig aangeschreven specialist bij mij in de stad en afgelopen weekend was het dan eindelijk zover. Maar waar ik vergeten was onderzoek naar te doen: het herstelproces. Toen ik ontdekte dat je minstens 48 uur daarna niet mocht douchen, zat er al één wenkbrauw op. Een behoorlijk brede, donkere wenkbrauw, maar dat bleek ook zo te horen – je raakt in de weken erna namelijk weer 40% van de kleur kwijt.
En nu loop ik tijdelijk rond met de wenkbrauwen van Bert van Ernie op mijn gezicht, al zijn het er gelukkig wel twee in plaats van één doorlopende. Mijn man zegt dat het er heus niet gek uitziet, maar die houdt nou eenmaal van me, dus ik geloof hem niet helemaal. Het liefst wil ik daarom tegen iedereen die ik tegenkom roepen dat mijn wenkbrauwen nog in ontwikkeling zijn en dat ze heus niet zo donker en opvallend zijn bedoeld.
Ondertussen spelen er veel belangrijker dingen, het is oorlog in Europa, de coronacijfers lopen weer op, ik zou me hier helemaal niet druk over moeten maken. Ik ben een vrouw met gekke wenkbrauwen die onnodige stress heeft over triviale zaken. Ook dat nog.
