De 10 kilometer schaatsen op de Olympische Spelen in Pyeongchang is heel anders gelopen dan we met z’n allen (zo hard) hadden gehoopt. Niet Kramer, maar de Nederlands-Canadese Ted-Jan Bloemen ging er met de winst vandoor.
Jorrit Bergsma heeft zilver. En daar zijn we uiteraard ook ontzettend trots op.
Lees ook
Schaatscoach Anema kreeg officiële waarschuwing in Sotsji, maar is nu weer op Spelen
Voor Sven Kramer is deze race geëindigd in een drama: hij werd zesde. Het verschil tussen Kramer en Bloemen is (slechts) 18 seconden. Tegen NOS zegt hij: “Van begins af aan zat ik er niet goed in, het was gewoon slecht. Ik heb niet de topvorm die ik het vorige jaar heel vaak liet zien. Ik ben wel blij, want ik ben olympisch kampioen op de 5 kilometer. Daar was het wel goed genoeg. Maar tuurlijk is het onwijs klote. Ik heb hier jaren alles aan gedaan en het was gewoon niet goed genoeg.”
Ted-Jan Bloemen komt sinds 2014 voor Canada uit, en reed een tijd van 12,39,77, een olympisch record. Tegen NOS zei hij: “Ik heb er heel veel van gedroomd, maar het écht doen is een heel ander verhaal. Dat komt wel even hard aan, er gingen heel veel emoties door mijn hoofd. Maar ik ben niet zo’n goede spreker dat ik daar woorden aan kan verbinden.”
Jorrit Bergsma, die er op de vorige Spelen met goud vandoor ging, pakte nu zilver met een persoonlijk record van 12.41,98. “Ik heb nog nooit zo snel gereden, maar Bloemen reed een heel puike rit. Voor mijn gevoel zat het er echt in, al voelden mijn benen een beetje zwaar. Ik had liever iets vlakker gereden”, zei hij tegen NOS. Het brons was voor de Italiaan Nicola Tumolero (12.54,32).
Ted-Jan Bloemen moest huilen toen hij besefte dat het goud voor hem was.
