Minister Sigrid Kaag hield het vrijdag niet droog toen zij een toespraak hield in Arnhem bij de herdenking van het slavernijverleden.
Dat schrijft De Gelderlander.
Sigrid Kaag
Kaag sprak over de Arnhemse Anna en haar familie, die als bezit in het kasboek van hun eigenaren met een geldwaarde werden opgeschreven. Een aantal van hen staat als ‘van generlei waarde’ op die lijst. “Op deze afschuwelijke, mensonterende omschrijvingen worden mensen beschreven”, zei Kaag geëmotioneerd.
De tot slaaf gemaakte Anna stond aan de verlieskant van het plantage-kasboek waar zij als slaaf werkte. “Een mens aan de verlieskant van een kasboek is en blijft verachtelijk en verwerpelijk”, vindt Kaag.
Kaag sprak ook over de wreedheiden van de slavernij in het algemeen. “Geseling, marteling met de dood tot gevolg, het afhakken van ledematen en het brandmerken van tot slaaf gemaakten, tot in het gezicht aan toe”, noemde zij als voorbeelden.
De minister was in het Sonsbeekpark in Arnhem aanwezig bij de herdenking van het slavernijverleden. De bijeenkomst werd georganiseerd in aanloop naar Keti Koti op zaterdag. Op deze van oorsprong Surinaamse feestdag wordt de afschaffing van de slavernij gevierd.
Naast Kaag trekken nog veel meer regeringsleden het land in om aan herdenkingen of vieringen rondom Keti Koti deel te nemen. “Het is natuurlijk het eerste jaar nadat het kabinet zijn excuses voor het slavernijverleden heeft aangeboden”, legt Kaag uit aan De Gelderlander. “We willen het belang van herdenken onderschrijven. Dat is iets dat je eigenlijk het hele jaar door moet doen. Elke dag. Om te herdenken, erkennen en samen een toekomst op te bouwen.”