Vakantie: daar leef je als mens, werknemer, ouder en persoon naar toe. Vroeger was de weg naar vakantie toe onbezorgd, maar zo gaat dat niet meer…
Normaal gesproken besteedde ik slechts dertig minuten aan een koffer met wat spullen vullen en kocht ik de rest wel op Schiphol, onderweg of op locatie. Tegenwoordig heb ik, met drie kinderen, net zo veel tijd nodig voor het inpakken van de koffers als de vakantie zelf duurt.
De voorbereiding is een mengeling tussen het gebruikelijke en de waslijsten van dingen die mee móeten voor de kinderen, want wie weet hebben ze dat in het buitenland niet. Speelgoed, poedermelk, flessen, (nacht-)luiers, babypotjes, zonnebrand, zonnehoedjes, fruithapjes, koekjes, rijstwafels, brood, beleg – een meterslange lijst.
Het gevolg? Met een auto tot de nok toe gevuld – inclusief een krat eten voor onderweg – richting vakantiebestemming rijden. Want elke keer als de achterbank iets te veel van zich laat horen, stoppen we er in huize Lantinga vooral nog wat eten in. Boterhammen zijn ook maar gewoon boterhammen, daar krijg je ze na drie uur in de auto echt niet meer stil mee. Het resultaat: de kleine Lantingaatjes zitten om tien uur ’s ochtend al op lolly’s, chips en chocolade te kauwen. Maar kinderen die blijven zeuren om meer snoep is nog altijd beter dan kinderen die huilen en schreeuwen.
Mijn vrouw is de stewardess in de auto en heeft de taak iedereen van eten en drinken te voorzien. En net net als in een vliegtuig moeten de kotszakjes bij de hand gehouden worden, want de middelste wordt wagenziek. Niet altijd, wat het lastig inschatten maakt, maar toch regelmatig spuugt zij als kers op de taart de hele auto (en zichzelf) onder. Vorig jaar was dat al na een uur, waardoor we de overige negen uur in een heerlijk zure lucht naar bestemming zijn gereden. Normaliter gebeurt het overigens vooral als we er bijna zijn. Bij bereik van bestemming kunnen we dan naast het uitpakken ook nog met het schoonmaken van de auto aan de slag.
Voor wie denkt dat het genieten na de intensieve autorit dan eindelijk kan gaan beginnen: fout. De leeftijd van onze kids maakt dat er flink wat aandacht nodig is. Zeker als er gezwommen wordt, geen van onze kinderen heeft nog een zwemdiploma. Aan het zwembad wisselen mijn vrouw en ik af van ‘toezichthoudersdienst’. Ik duik met mijn kinderen het zwembad in en mijn vrouw patrouilleert langs de badrand. Terwijl ze dit doet vraagt ze Klaas of hij zijn bandjes om kan laten en of Molly in de buurt zou kunnen blijven. Ondertussen probeert ze Cato er ook nog van te overtuigen dat ze echt te klein is om zelfstandig in het water te liggen.
Dus: lekker ontspannen? Nee. Bijkomen? Ook niet. Een boek lezen? Dacht het niet. Maar ik heb er zin in hoor dit jaar… En anders gaan we toch gewoon weer op vakantie?
Lees ook
‘Het stempel ‘fanatiek’ is bij mij niet van toepassing, behalve bij het consultatiebureau’