Schouders van beton en een keiharde tablet-nek; ik weet wat het betekent maar ik heb hier dus echt geen tijd voor. Ik moet dringend met de kat naar de dierenarts, de kinderen komen aandacht tekort en mijn ouders hebben hulp nodig.
Het werk kan ook niet blijven liggen: ik schrijf een paar hoofdstukken van het boek en verdeel het nieuws op de website. De rits van de koffer is stuk, dus ik bestel een gloednieuwe. De meiden en ik gaan een paar dagen naar de Noordzee. Die to do list vlak voor een vakantie lijkt oneindig. Of ziet het er angstaanjagend uit omdat ik het in mijn eentje allemaal afvink?
De hitte brengt korte nachten. De zwaarte lijkt ineens sneller naar de oppervlakte te komen. Maar ik duw het hard weg. “Je zou eens moeten manifesteren”, zei een vriendin laatst. Sindsdien luister ik elke ochtend naar Louise Hay. Dankbaar zijn, dat is volgens de positiviteits-goeroe dé oplossing voor de dagelijkse last die soms loodzwaar voelt. Ik tel dus braaf mijn zegeningen ondanks een parkeerboete (ik was twee minuten te laat!), haperende wifi en opgezwollen enkels.
“Wat maakt die parkeerboete van 89 euro nu uit,” zei dezelfde vriendin. Nou, een paar gin tonics voor mij en pizza’s voor de meiden, dat maakt het uit. De fysieke stramheid verdwijnt niet: kermend en zuchtend kom ik ’s ochtends uit bed nadat ik het universum voor de zoveelste keer heb bedankt voor stromend water, elektriciteit en de zon. Ach, ik mag niet klagen want ik heb een dak boven het hoofd, ben gezond en heb bloedjes van dochters.
De gedachte aan de zee houdt me op de been. Aan de kust ligt mijn natuurlijke balans als een schelp voor het oprapen. Loslaten gaat moeilijk in de binnenstad, waar de ziel dolende is omdat het in de moordende hitte nergens uitgang vindt.
Het badhotel is een plek waar we graag komen. Het is knus en eenvoudig. Hier kun je in je teenslippers naar het ontbijtbuffet, een krant lezen in je strandtuniek op het terras of je badlaken over het balkon hangen. Nobody minds.
We lopen meteen naar het strand, het laatste stuk rennen we als jonge honden, ook al heb ik de conditie van een wijkagent. Achter de zonnebril laat ik een traan van opluchting als ik de zee, die zich op dat moment volledig heeft teruggetrokken, zie. Het mulle zand nog klam van de zomerse dag die afscheid neemt.
Als de kinderen in de hotelkamer met de rug naar me toe staan, omdat ik hun rug insmeer, zegt Charlie: “Weet je nog Puck, die ene keer toen de hond nog leefde, dat hij ’s nachts stiekem op de bank ging liggen?” Vrolijk wijst ze naar de lederen bank die hier in alle familiekamers op dezelfde plek staat. Puck lacht: “Of die ene keer dat Carlos (de Kaapverdiaanse ex) mee was en iedereen op straat naar hem keek omdat hij op blote voeten liep?”
De meiden lopen richting zwembad. Alleen in alle rust op het balkon, flitsen de momenten voorbij. Zoals die avond toen Carlos en ik ineens vlak naast grazende Schotse hooglanders in de duinen stonden. “Je hoeft niet bang te zijn, want ik ben bij je”, fluisterde hij zacht. De hele dag capoeira oefenen op het strand, een koffer die voor je getild wordt. De hond kwispelend door de branding. Hoeveel lichter het leven is als je een paar geluksmomenten per dag aan je zijde voelt.
De tranen komen als een stortbui en ik huil net zo lang tot ik de zilte lucht weer met beide neusgaten kan inademen. De meiden maken bommetjes in het zwembad. ‘Kijk eens mama… ik doe de handstand!’ Puck zwaait. Ik sta op, zwaai met natte ogen terug en maak een proostend gebaar met m’n gin tonic. Wat zich lang wilde aandienen is, dankzij de Noordzee, eindelijk ontsnapt en gevoeld. Cheers.
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Ze maakt zich zorgen om haar moeder die dementie heeft. ‘Never a dull moment’ in dit atypische huishouden, waar Maaike wekelijks een column over schrijft.