In telefooncontact met jonge collega’s verstuur ik liever spraak- dan tekstberichten. Voor je het weet heb je, vanwege je belabberde kennis van WhatsApp-etiquette, een millennial op z’n lange tenen getrapt.
Ik appte Cato, de leuke stagiair op het werk, dat ik wat later zou zijn. De trein had vertraging. De rest van de ochtend ontweek ze me als een besmettelijke ziekte. Vrolijk vroeg ik, op weg naar de keuken, of ze ook een kop thee wilde. “Lekker. Ik dacht dat je boos was.” De verbazing viel van mijn gezicht te lezen. “Hoezo?” “Je gebruikte een punt toen je me appte, dus ik dacht: die is boos.” Ik lachte keihard en zei: “Maar dat hoort er te staan, hè? Een punt aan het einde van een zin.”
Gaan we echt gevoelig doen over emojis en het zetten van punten? Uit recent onderzoek blijkt dat ‘verkeerd’ geplaatste leestekens beledigend zijn voor twintigers. Best bijzonder voor een generatie die interpunctie en grammatica compleet aan zijn laars lapt. Vroeger leek je dom als je taalfouten maakte, tegenwoordig hang je de vlag op kantoor uit als een nieuwkomer (Cato in dit geval) géén dt-fout maakt.
Wél is het bewonderenswaardig hoe eensgezind en strijdvaardig deze generatie is. Kijk maar eens naar die arme J.K. Rowling, die zich op social media afvroeg waarom we ‘mensen die menstrueren’ niet gewoon vrouwen mogen noemen. Ze werd meteen met de grond gelijk gemaakt: het genderneutrale-hek was van de dam. Je moet ieder mens serieus nemen en daar moet iedereen, altijd rekening mee houden!
De redactie is bezaaid met deze millennials, generatie Z, zoomers of hoe de twintig-plussers officieel ook heten. Stuk voor stuk enthousiaste en waardevolle collega’s. LHBTI staat hoog op de agenda en de zwartepietendiscussie laait in de lente al op. Ze zijn overtuigd dat ze de maatschappij aan hun maatstaven kunnen aanpassen.
Het is tevens een generatie vol contradicties. Grammatica en leestekens zijn bijzaak, maar verder ligt elk woord onder een vergrootglas. Een moorkop, meisjeskleding of jodenkoek? Foute boel. Ja joh. Laten we alles neutraliseren of weghalen waar iemand maar een beetje aanstoot aan kan geven. En hup, meteen doorvoeren in de taaletiquette op je smartphone. Zo blijkt de duim-omhoog-emoji (ik vind ‘m stimulerend) een doorn in het oog want ’te belerend’. Weer wat geleerd.
Ik ben een cynische veertigplusser. Het levende voorbeeld van de (patat)generatie X. Vol levenslust maar ongeduldig als het om uitingen van gekwetste eigenwaarde van anderen gaat. Doe niet zo moeilijk, is mijn motto. Een knipoog-emojij in mijn bericht staat voor: vat de gestuurde tekst met een knipoog op. Als ik niet op je app reageer dan heb ik daar óf simpelweg geen tijd voor óf geen zin in. Niks meer, niks minder.
Als het om smartphone-etiquette gaat, tast ik volledig in het duister. Neem de elfjarige digital nomad thuis. Puck reageert nauwelijks op tekstberichten. Deze week reageerde ze op een foto die ik drie dagen daarvoor stuurde (!) terwijl ze doodleuk naast me op de bank lag: ‘Mooi gemaakt. LYSM.’ Met een punt. Ze zag er verre van boos uit én gebruikte hoofdletters. (CAPS LOCK schijnt te heftig voor de gemiddelde millennial te zijn, maar voor Puck en haar generatie geldt dit kennelijk niet.)
“LYSM betekent: Love you so much”, zegt Puck als ik vraag wat de afkorting inhoudt. Op dat moment ontvang ik een berichtje van Cato. Ze vraagt hoe het gaat, we hebben elkaar lang niet gesproken. Tijdens het typen van mijn antwoord, ga ik de mist in. Lost in millennial-translation, want ik twijfel over wel of geen emoji. Afsluiten met een smiley… is dat kinderachtig? Uiteindelijk zet ik toch de joker in: het gesproken bericht. Als ik het allang heb verstuurd, luister ik het zelf terug. Verdorie, het klinkt precies alsof ik aan het einde van een zin een punt zet.
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Ze maakt zich zorgen om haar moeder die dementie heeft. ‘Never a dull moment’ in dit atypische huishouden, waar Maaike wekelijks een column over schrijft.