Het uurloon van vrouwen lag in 2020 14 procent lager dan dat van mannen. In 2008 bedroeg het verschil in uurloon nog 20 procent.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het komt deels omdat vrouwen vaker in deeltijd werken en minder vaak een leidinggevende functie hebben. Ook was het mannelijke deel van de beroepsbevolking gemiddeld ouder en wat hoger opgeleid.
Het salaris dat vrouwen in Nederland verdienen ligt gemiddeld op 34.000 euro. Bij mannen is dat in doorsnee 52.000 euro. Ook hier speelt de relatief grote mate waarin vrouwen in deeltijd werken een rol. De werkweek van vrouwen duurt gemiddeld 26,2 uur, die van mannen 35,4 uur.
Vrouwen zijn in de afgelopen 45 jaar veel vaker gaan werken. In 1977 waren er nog 223 werkende mannen tegenover 100 werkende vrouwen. In 2020 waren er 113 werkende mannen tegenover 100 werkende vrouwen.
Het CBS maakt de cijfers bekend op Internationale Vrouwendag. Vakbond CNV vindt die dag een goede aanleiding voor vrouwen om een loonsverhoging te vragen. Volgens bondsvoorzitter Piet Fortuin is dat door de hoge inflatie een noodzaak.
Door de krappe arbeidsmarkt is het volgens hem daarnaast “het juist moment om met de vuist op tafel te slaan”. “Veel vrouwen hebben momenteel een ijzersterke positie. We roepen hen op om daar gebruik van te maken.”
Met de loonkloof staat Nederland achterin de middenmoot in Europa. In Luxemburg is het verschil in uurloon minder dan 1 procent. In Roemenië, Slovenië, Italië en Polen is er minder dan 5 procent verschil. De kloof is het grootst in Letland, waar vrouwen 22 procent minder verdienen dan mannen.
Onderzoek naar loonkloof: vrouwen even competitief als mannen, maar er is wel een verschil
