Sociale huursector

Woningen in de sociale sector hebben een maximale kale huurprijs van bijna 740 euro per maand. Het gaat niet alleen om huren van woningcorporaties, maar ook om particuliere verhuurders en bedrijven. Dat betekent dat het dus ook gaat om het huren van kamers en bijvoorbeeld woonwagens.

Deze maatregel zal de huurder, afhankelijk van de hoogte van de huur, gemiddeld 6 euro per maand schelen, schrijft de minister. Alleen na een verduurzaming van de woning mag een verhuurder meer huur vragen.

Bevriezing

Eerder bepaalde het kabinet dat de jaarlijkse sociale huurverhoging beperkt wordt tot inflatie plus 1 procent. Maar veel partijen vonden dit nog te hoog, omdat de stijging dan alsnog op 3,5 procent kon uitkomen.

De bevriezing gaat de woningcorporaties naar schatting 180 miljoen euro kosten en de andere verhuurders mogelijk 85 miljoen euro. Daarvan is het gevolg dat de corporaties minder geld overhouden om te investeren in nieuwbouw, wat omgerekend zo’n 15.000 nieuwbouwwoningen zijn.

Lees ook
Huurprijzen in de vrije sector zijn met 10,2 procent gestegen

Coronacrisis

De minister zal voor de corporaties zogeheten verhuurdersheffing, een jaarlijkse belasting, verlagen. Daarvoor maakt het kabinet 200 miljoen euro voor vrij. Ook worden nog andere manieren gezocht om de kosten te dekken.

Onlangs steunde de Tweede Kamer een motie van de SP om de sociale huurprijzen dit jaar te bevriezen. Een meerderheid in de Eerste Kamer had vorig jaar al aangedrongen op een bevriezing van deze huur in 2020. De aanleiding hiervoor? Dat was de coronacrisis, waardoor veel mensen met lagere inkomens in de knel zouden komen.

Motie van afkeuring

Ook hier was de SP de initiatiefnemer. Maar Ollongren weigerde toen twee keer een aangenomen motie hierover uit te voeren. Uiteindelijk nam de senaat een motie van afkeuring aan tegen de minister om haar huurbeleid. En dat is een zeer zeldzaam fenomeen in de Eerste Kamer.

Lees ook
Nog nooit zoveel hypotheekaanvragen als in 2020: ‘Bizar jaar’