Een bijzondere zaak kwam donderdag voor in Alkmaar: een 23-jarige man en zijn vader kwamen er niet uit omtrent zijn leefgeld. Daarom moest de rechtbank daarover oordelen.
De 23-jarige man eiste een maandelijkse bijdrage van 848 euro van zijn vader.
Meerderjarige zoon eist leefgeld
Ouders zijn verplicht om bij te dragen aan het levensonderhoud van hun kinderen tot zij 21 zijn. Dat is wettelijk vastgelegd. Daarna zijn ouders natuurlijk vrij om hun kinderen nog financieel te ondersteunen, maar dit is niet verplicht als het kind niet behoeftig is.
De 23-jarige man uit Alkmaar zag dit anders en stapte naar de rechter. Hij woont nu bij zijn moeder, heeft een hbo-opleiding afgerond en krijgt momenteel 795 euro per maand van een ziektewetuitkering. Dat is, volgens de man, te weinig om van rond te komen.
Leaseauto
De kosten van zijn leaseauto, een Mercedes ter waarde van 44.000 euro, zijn maandelijks al 663 euro. De zoon vond dat hij wel behoeftig was, en dat hij daarom wettelijk gezien na zijn 21e nog steeds recht heeft op financiële steun.
De rechtbank zag dat anders: “Van behoeftigheid is slechts sprake wanneer iemand onvoldoende eigen middelen heeft om te voorzien in het eigen levensonderhoud en deze ook in redelijkheid niet kan verwerven.” De vader verklaarde verder in de rechtbank dat hij niet tot de financiële middelen beschikt om 848 euro aan zijn zoon te betalen.
Niet behoeftig
De rechtbank was het met de vader eens, en oordeelde dat de man niet behoeftig was: hij heeft gratis onderdak bij zijn moeder, en een uitkering. Ook de dure leaseauto kon de rechtbank niet bekoren. “Deze kosten komen voort uit een eigen – en voor de rechtbank gezien zijn persoonlijke situatie onnavolgbare – keuze van de meerderjarige. De rechtbank ziet niet in waarom de vader hieraan zou moeten meebetalen.”