Met een nieuwe wet moeten festivals, clubs en discotheken de volumeknop gaan terugdraaien. Tenminste, als het aan de kno-artsen in Nederland ligt.
Daarmee willen ze gehoorschade bij het publiek voorkomen, meldt de NOS vrijdag.
Kno-artsen
De vereniging van keel-, neus-, en oogartsen wil gehoorschade bij het publiek zien te voorkomen. Daarom willen ze nu bewerkstelligen dat ook dat de horeca de muziek zachter moet gaan zetten.
“Tot nu toe heeft de horeca vrij spel gehad”, licht Henri Marres, voorzitter van de Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde toe aan de NOS. De afgelopen jaren zijn er samen met het ministerie van VWS en de branche afspraken gemaakt over een bovengrens aan het aantal decibellen dat uit de speakers mag komen. Want hoe hoger het aantal dB’s, hoe groter de kans op gehoorschade.
Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat in 2018 is opgesteld, maar: “De grote uitblijver bij de ondertekenaars van dit convenant is de Koninklijke Horeca Nederland.” Dat verdrag is niet wettelijk vastgelegd en dus niet bindend. Daarom wil de verenging van artsen nu een wettelijke norm voor het maximumaantal decibellen, zodat “ook de horeca eraan moet geloven”.
Momenteel wordt nu een norm van 103 decibel gehandhaafd, maar bij deze grens is ervan uitgegaan dat mensen gehoorbescherming dragen. Volgens de WHO is een maximum van 100 dB een betere bovengrens. Wetgeving voor harde muziek zit mogelijk ook in de pijplijn bij het ministerie van VWS. Een woordvoerder bevestigt dat staatssecretaris Van Ooijen een advies van de Gezondheidsraad over dit onderwerp wil afwachten.
Onbegrijpelijk
Veel horecaondernemers die de NOS gesproken heeft, vinden een bovengrens van 100 dB onbegrijpelijk. Zij zeggen dat 100 decibel echt te zacht is. Ze zijn bang dat klanten bij dit geluidsniveau weglopen. Daarnaast beschouwen zij het als de eigen verantwoordelijkheid van het publiek om oordopjes in te doen.