Terwijl de wereld al maanden in de greep is van een pandemie, werkt Apple stug door. Het Amerikaanse bedrijf presenteerde dinsdag de nieuwste iPhones.
En ja, ze zijn beeldig. Doei spaarrekening, hallo iPhone 12.
Vier modellen
Apple heeft vier nieuwe iPhone-modellen gepresenteerd. De iPhone 12 komt namelijk in verschillende formaten. Zo is er een nieuwe iPhone 12 Mini (da’s de kleinste sinds de iPhone SE uit 2016), maar zijn de formaten die je gewend bent ook in een nieuw jasje gestoken.
Het aantal nieuwe modellen is opvallend: de eerste vier jaar was er bij de iPhone qua formaat niets te kiezen. Tot het bedrijf in 2014 met de iPhone 6 en 6 Plus kwam. Drie jaar later verscheen de iPhone X, die verkrijgbaar was in drie formaten. En dit jaar groeit het aanbod voor het eerst naar vier modellen.
En dan even over de (hoge) prijzen. Want zoals het Apple betaamt, zijn de telefoons allesbehalve een koopje. De iPhone 12 en 12 Pro kun je vanaf 23 oktober op de kop tikken voor 909 en 1.159 euro, en de 12 Mini en 12 Pro Max verschijnen pas op 13 november voor 809 en 1.259 (!) euro. Ka-ching.
Maar dan heb je ook wat. De camera’s zijn flink verbeterd, net als het scherm. Ook is het materiaal stootvaster geworden (godzijdank) en kun je de speeltjes tot zes meter mee onder water nemen. Minpuntje: je krijgt geen oordopjes en oplader meer bij je telefoon, die moet je er los bij kopen. Volgens Apple zijn dat nieuwe milieumaatregelen die ze nemen. Dat is dan wel weer goed.
Kijken, kijken, (wel) kopen?
Benieuwd geworden? Hieronder zie je de nieuwe telefoons.