Last van klamme handjes, een brok in je keel en een hart dat als een malle tekeergaat? Grote kans dat je last hebt van een paniekaanval. Maar wat zorgt ervoor dat je lichaam zo heftig reageert?
En wat gebeurt er dan allemaal vanbinnen?
Paniekaanval
Als je plots overspoeld raakt door angst en spanning, kan dit leiden tot een paniekaanval. Soms heeft zo’n aanval een duidelijke aanleiding, maar het kan ook onverwachts gebeuren. Dit ervaarde ook Robin, vertelde ze eerder aan LINDA.meiden: “Mijn eerste paniekaanval overviel me compleet. Ik werd kortademig, begon te zweten en dacht: ga ik nu dood? Daarna werd ik zo bang dat het nog eens zou gebeuren, dat ik angst kreeg voor de angst.”
Hoe heftig het ook voelt, het is geruststellend om te weten dat een paniekaanval níet gevaarlijk is en meestal binnen enkele minuten tot een half uur weer zakt. Het gaat in ieder geval altijd voorbij.
Maar wat gebeurt er met je lichaam tijdens een paniekaanval? Iemand die het ervaart, kampt tijdelijk met zowel psychische als lichamelijke klachten. Naast intense angst en onrust kunnen er lichamelijke symptomen optreden, zoals zweten en beven, een versnelde hartslag of hartkloppingen of het gevoel dat je geen adem krijgt.
Ook pijn op de borst, misselijkheid en maag- of buikklachten, duizeligheid en het idee dat je flauw gaat vallen komen vaak voor. Daarbovenop kunnen koude rillingen, tintelingen in de vingers of rond de mond, een gevoel van vervreemding en zelfs de angst om gek te worden of dood te gaan de paniek nog versterken.
Je lichaam volgt hierbij ‘gewoon’een vast, eeuwenoud patroon. Tijdens een paniekaanval schiet je lijf namelijk in de ‘fight-or-flight’-stand: dat is een heel oud mechanisme dat bedoeld is om je te beschermen als er écht gevaar is – wanneer je bijvoorbeeld oog in oog staat met een beer. Fijn dat dat er is, behalve bij een paniekaanval. Dan drukken je hersenen namelijk op die alarmknop terwijl er helemaal geen gevaar is.
Zodra er op die alarmknop wordt gedrukt, komt er een golf van stresshormonen vrij. Je hart gaat tekeer alsof je moet wegrennen, je ademhaling versnelt en daardoor kun je je licht in je hoofd voelen of denken dat je stikt.
Ondertussen spannen je spieren zich aan, wat zorgt voor dat drukkende gevoel op je borst of die ‘brok in je keel’. En omdat je lichaam al zijn energie wil sparen voor de ‘vlucht’, zet het je spijsvertering even op pauze. Waardoor je – je raadt het al – misselijk wordt en ’t gevoel krijgt van een knoop in je maag. Kortom: alle klachten zijn een logische reactie van je lichaam op een (vals) alarm.
Tips
Er zijn gelukkig best wat oefeningen en tips die je kan toepassen als je hersenen ongewenst op die paniekknop hebben gedrukt. Dit zijn vijf dingen die je zelf kunt doen als er geen hulp in de buurt is. Misschien fijn om ze even in je notities te zetten, dan kun je er altijd op terugvallen.
Stel jezelf gerust
Herinner jezelf eraan dat wat je voelt niet gevaarlijk is en vanzelf voorbijgaat. Vaak helpt het idee al dat de klachten binnen een uur vanzelf afnemen.
Ademhalingsoefeningen
Adem rustig in door je neus en uit door je mond. Probeer drie seconden in te ademen en zes seconden uit te ademen. Dit helpt je hartslag en ademhaling te kalmeren.
Afleiding
Ga wandelen, pak de fiets of lees je boek hardop aan jezelf voor. Ook terugtellen van honderd naar één kan je gedachten doorbreken.
‘5,4,3,2,1’ oefening
Noem vijf dingen die je ziet;
Vier dingen die je voelt;
Drie dingen die je hoort;
Twee dingen die je ruikt;
En één ding dat je proeft
Doordat je je aandacht verlegt naar wat je ziet, voelt, proeft en ruikt, geef je je hersenen even geen ruimte voor paniek.
Professionele hulp
Merk je dat paniekaanvallen je dagelijkse leven steeds meer in de weg zitten, dat je dingen gaat vermijden uit angst voor een nieuwe aanval, of dat ze vaker terugkomen? Dan kan het helpen, en is het slim, om professionele hulp te zoeken.
Zo vertelt Robin: “Ik ging naar een psychosomatisch fysiotherapeut, zó’n megadikke aanrader. Zij leerde me trucjes waardoor ik het drukke patroon in mijn hoofd kon doorbreken. Heel bewust mijn schouders ontspannen of in mijn duim knijpen op het ritme van mijn ademhaling. Supersimpel, maar het werkt als een tierelier. Ik heb nu vrijwel geen last meer.”