Journalist Ann Patchett van ‘The New York Times‘ besloot een jaar lang niet te shoppen en besefte daardoor pas écht wat belangrijk is.
Speciaal voor alle koopjesjagers schreef ze een artikel met daarin alle voordelen die er kleven aan een shoploos-bestaan.
Lees ook
Hudson’s Bay heeft dé oplossing voor mensen die moe zijn geworden van shoppen
De maatregelen die Patchett trof: een jaar lang geen kleding, electronica of onnodige dingen kopen. In het begin had ze het er niet makkelijk mee, maar na een tijdje shoploos te leven werd haar duidelijk dat de verandering heel veel voordelen had.
Zo kwam ze erachter dat ze vaak iets wilde kopen, wat ze – na even zoeken – eigenlijk nog thuis had liggen. Lees: vaseline, oogwatjes en tandpasta. Ook had ze ineens zeeën van tijd over, want ze hoefde zich niet meer drie dagen druk te maken over het kopen van die perfecte jurk voor een belangrijk interview. En gelukkig: de kast lag altijd nog vol met genoeg mooie jurken.
Patchett realiseerde zich tijdens haar onderzoek dat ze altijd maar meer wilde, waarbij ze vergat hoe enorm veel spullen ze eigenlijk al had: “De dingen die we kopen zijn net een dikke laag Vaseline op een glazen raam. We zien de vormen en het verschil tussen licht en donker nog, maar missen de details in het leven doordat we steeds naar meer zoeken.”
Conclusie van Patchetts onderzoek: door het niet telkens aanschaffen van materialistische spullen om jezelf beter te laten voelen, merk je pas wat écht belangrijk is. Je wordt gelukkiger met de spullen die je al hebt, en beseft dat je het eigenlijk helemaal niet zo slecht hebt. Dus stap maar weer van die fiets, die broek kan wel even wachten.
