Levert een vakantie dan niet gewoon te veel stress op? “De hoeveelheid vakantiestress verschilt erg per kind. De één vindt het geweldig om ergens anders leuke dingen te gaan doen, de ander vindt het fijner om in de eigen omgeving te zijn. Maar één ding is zeker: níémand vindt een lange autorit leuk.” Kom maar op met die tips.

1. De voorbereiding

“Neem de kinderen mee in de voorbereiding. Maak er een leuke avond van en vraag naar welk land ze willen en wat ze willen doen en zien. Wie weet wil je zoon kastelen zien en kom je zo op plekken waar je zelf niet aan gedacht had. Als kinderen de vakantie zelf mee mogen uitkiezen, hebben ze er waarschijnlijk veel meer zin in.

Vervolgens is het goed om te bespreken dat het een lange autorit gaat worden. Daarbij kun je de kinderen vragen wat ze al die tijd zouden willen doen. Ook hier kunnen originele ideeën uitkomen.”

2. Kies de juiste vertrektijd

“Ga er niet meteen vanuit dat ’s nachts rijden voordeliger is, omdat de kinderen dan lang zullen slapen. Kinderen slapen vaak toch slechter en daarmee loop je het risico dat je op het moment van aankomst met een hangerig kind zit. Om zoveel mogelijk in het normale ritme te blijven, kun je beter in de ochtend vertrekken.

Ik hoor echter ook ouders zeggen: ‘Ik kwak mijn kind op de achterbank en dan hoor ik ‘m een paar uur niet meer’. Dan is ’s nachts rijden natuurlijk prima.”

3. Rouleer van plek

“Zet om de zoveel kilometer een ander kind voorin, op de bijrijdersstoel. Hij of zij mag dan de broodjes aangeven en een beetje mee navigeren. Het zorgt telkens voor een nieuwe situatie en veel kinderen vinden het gezellig als een ouder naast hen op de achterbank zit.”

4. Om de beurt een lied kiezen

“Met Spotify is het tegenwoordig gemakkelijk om om de beurt een lied uit te kiezen. Dan hoor je niet de hele weg K3, maar ook af en toe je eigen favoriete nummers en geef je ze meteen wat muzikale opvoeding. Mijn stiefzoon van zes zegt als hij een bepaald nummer hoort nu weleens: ‘Hé, dat is een papa-liedje!'”

5. Spelletjes

“Hier en daar een filmpje of spelletje op een scherm is prima, maar gebruik ook je fantasie voor leuke bezigheden. Maak woorden met letters van kentekenplaten, doe ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’ of maak een spelletje van het bijhouden van de kilometers.”

6. Maak de rit niet te lang

“Ik zou aanraden om niet langer dan zes uur te rijden. Besef dat kinderen normaal nooit lang stilzitten. Regelmatig stoppen kan daarbij helpen. Neem een picknickkleed en een voetbal mee en ga af en toe even lekker naar buiten. Als je je realiseert dat je veel van ze vraagt, is het wellicht voor jezelf ook gemakkelijker om geduldig te zijn.”

7. Maak de afstand behapbaar

“Kinderen hebben geen benul van kilometers en snappen er geen fluit van dat ze zo lang in de auto moeten zitten. Maak het behapbaarder door bijvoorbeeld te zeggen dat je net zo lang gaat rijden als dat ze normaal op school zitten.

Wat ook helpt is cadeautjes geven om de zoveel kilometer. Maak er een sport van om door het jaar heen overal kleine speelgoedjes te verzamelen bij markten, kringloopwinkels enzovoort. Wanneer je de kinderen om de 150 kilometer een cadeautje open laat maken, hebben ze iets om naartoe te leven.”

8. Eet- en drinktips

“Leg flesjes water een dag van tevoren in de vriezer. Dan ontdooit het in de auto en blijft het nog lang lekker koel. Kies ook voor koele hapjes als rauwkost en fruit. Maak alle hapjes een beetje feestelijk en in kleine porties. Zo kun je de kinderen zo vaak mogelijk nieuwe input geven.”

9. Maak het plassen leuk

“Als er vervolgens geplast moet worden, heb ik ook nog wel een tip. Dit kan alleen niet bij meisjes en ook niet bij alle jongens, maar áls het kan is het best geestig om de jongens in een leeg flesje te laten plassen onderweg. Maak er gewoon een geinig spelletje van.”

10. Tip voor de ouders

“Realiseer wat je jezelf vraagt. Het is nu eenmaal niet gemakkelijk. Wees niet te streng en geef jezelf de ruimte om af te wijken van het schema. Wanneer je zelf gestrest in de auto zit, nemen de kinderen dat over.”

 

Mariëlle Vos.

Foto: Arno de Rotte.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op 5 juli 2021.

Lees ookDeze orthopedagoog legt uit hoe je de zomervakantie doorkomt met verveelde kinderen