Ga je deze vakantie buiten Europa op vakantie? Let dan goed op: als je geld wil pinnen bij een pinautomaat, kan dat flink in de papieren lopen. Dit jaar zijn de opnamekosten in verschillende landen namelijk flink gestegen.
Zo rekenden de banken in Vietnam vorig jaar nog 1,88 procent per opname, maar is dat dit jaar gestegen naar 27,10 (!) procent.
Ook in Zuid-Amerika kan het een dure transactie zijn: Argentinië spant daar de kroon met 20,51 procent van het bedrag aan opnamekosten. In Colombia is dat 16,66 procent. Maar ook in Azië verschilt het enorm: zo rekent Zuid-Korea ‘slechts’ 5,8 procent, en ben je in Indonesië met 10,91 procent weer een stuk duurder uit. In Turkije is het dit jaar 5,08 procent.
“Geld opnemen in het buitenland brengt vaak verschillende kosten met zich mee: van lokale opnamekosten en ongunstige wisselkoersen tot de veelgebruikte – en vaak misleidende – optie van ’dynamische valutaconversie”, aldus Magali van Bluck van Wise tegen De Telegraaf. “Tel daar de mogelijke toeslagen van je eigen bank bij op, en je bent al snel een deel van je vakantiebudget kwijt aan, vaak verborgen, kosten.”
Wat je het beste kunt doen, om zo min mogelijk kwijt te zijn aan opnamekosten? Ga op zoek naar pinautomaten die bij een bank zitten – daar rekenen ze vaak het minst. Op plekken als luchthavens (ja, dat betekent ook op Schiphol), hotels, winkelcentra of andere toeristische gebieden rekenen ze vaak het meest.
Betaal daarnaast waar mogelijk met je pinpas of creditcard – wanneer je daarmee betaalt in een restaurant of winkel, komen er namelijk geen extra kosten bij.
Je tuin vakantieklaar maken: dít doe je voor vertrek
