In de rubriek ‘Monumentje’ brengen lezers een ode aan een overleden geliefde, vriend of familielid. Deze week herdenkt Merle haar oma Mies, die in maart dit jaar overleed.
Geschreven door Merle Gijsbers ter nagedachtenis aan haar oma Mies Gijsbers – de Bresser (27-04-1924 – 23-03-2020).
“Ik begin toch wel oud te worden”, zei mijn oma steeds vaker. Maar ja, wat wil je met 96 jaar. Ze woonde in een verzorgingstehuis in Tilburg en heeft het daar enorm naar haar zin gehad, maar naar beneden gaan ging ze niet gauw. “Ik ga toch niet bij die oudjes zitten!”, zei zij, een van de oudste van het hele huis.
Het is halverwege maart 2020 en de wereld staat op zijn kop door COVID-19. Zeker in Noord-Brabant zijn enorme virushaarden te vinden. In de week 12 (16-20 maart) wordt oma ziek en de dokters vermoeden een dubbele longontsteking, want oma had geen koorts dus het kón geen corona zijn. Gelukkig, denken wij nog.
Aan het einde van de week gaat het echt slecht en hoop ik maar dat ze snel haar rust gaat vinden. Het gehele weekend hebben haar kinderen gewaakt en uiteindelijk is ze op maandag 23 maart overleden. Als kleinkind ben ik daar niet bij aanwezig geweest, maar gelukkig zijn haar kinderen er wel tot het laatste moment geweest.
Achteraf gezien is oma misschien wél overleden aan COVID-19. Ik hoor tenminste steeds vaker verhalen om mij heen dat mensen geen koorts hebben en wel positief getest worden. En oma had daarnaast verschillende symptomen. Maar nu kunnen we daar niets meer aan doen. En zo zei oma ooit zelf: “Jullie moeten straks niet huilen als ik dood ben hoor, ik heb een hartstikke mooi leven gehad!” Deze zin blijft me nog altijd bij.
Ook haar geweldige humor zal ik nooit vergeten. Naast dat ze zichzelf een van de jongsten in het huis vond, heeft ze nog geweldige uitspraken gedaan als “als mijn heupen nog goed waren, had ik nog wel een rondje op de motor willen maken”. Nou oma, ik (22 jaar) durf dat nu nog niet eens. Daarnaast denk ik altijd aan oma als ik een zuur snoepje eet, het gezicht wat oma dan trok was geweldig. Die “snuupkes” waren niets voor haar. TicTac-jes die ze ‘pitjes’ noemde, vond ze heerlijk. Ze had er standaard een aantal in haar zak. Of chocola; in de schuif van haar kast was altijd wel iets te vinden. Zou ik net zo’n snoepkont worden als zij?
Ik heb altijd gezegd dat ik een coole oma heb, maar nu weet ik het echt zeker: ik had een heel coole oma. Wie kan zeggen dat haar oma van 96 dubbellag door het maken van Snapchat-filmpjes met filters? Of dat elke zin van haar verhaal vol zat met humor? Ik kan het zeggen.
Gelukkig hebben we per gezin in een tijdslot afscheid kunnen nemen van oma. We konden met de rest van de familie kort napraten op de parkeerplaats. Maar wanneer de maatregelen het weer toestaan, verdient oma het zeker om herdacht te worden met een gezellige borrel, zure snoepjes, chocola en heel veel humor.