Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl iemand wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is radio-dj Eva Koreman (38) aan de beurt. Ze presenteert momenteel naast 3voor12 Radio op 3FM ook Een Uur Cultuur op Radio 1.
Als jij niet ooit was uitgeloot voor geneeskunde, was je leven dan heel anders verlopen?
“Dan was mijn leven totáál anders gelopen. Dat ik bij de radio terecht ben gekomen is deels te danken aan toeval, niet aan een passie die ik al van jongs af aan in mijn vizier had. Ik was er nooit op gekomen dat werken bij de radio ook voor mij was weggelegd. Dus als ik wél was ingeloot voor geneeskunde durf ik te wedden dat ik daadwerkelijk psychiater zou zijn geworden. Ik denk hier best geregeld aan, ook omdat een eeuwige worsteling met mijn werk mijn maatschappelijke bijdrage is. En die vraag is prangender geworden nu ik een dochtertje van 16 maanden heb. Soms voel ik die bijdrage, maar als je bijvoorbeeld meedoet aan Expeditie Robinson kun je niet zeggen dat je een maatschappelijke bijdrage levert, hoezeer ik er ook van heb genoten en hoeveel ik er ook van heb geleerd.”
Wat heb je geleerd van die deelname aan Expeditie Robinson?
“Ik heb er heel veel zelfvertrouwen van gekregen, omdat je erg wordt geconfronteerd met jezelf, je eigen kop en je eigen gedachten. Simpelweg vanwege de verveling, en omdat de nachten heel lang zijn doordat je zo dicht bij de evenaar zit. Een half jaar ervoor was mijn relatie uitgegaan, waardoor ik met twee middelvingers in de lucht door het leven liep en vluchtte in overal ‘ja’ op zeggen, dus ik had er rekening mee gehouden dat ik dat enorm terug zou krijgen. Maar ik bleek het allemaal nog behoorlijk op een rijtje te hebben, ook na 31 dagen zonder eten.”
Je hebt tijdens je radioloopbaan veel programma’s in de nacht gemaakt. Wat maakt dat anders dan overdag?
“Ik vind het mooi dat bepaalde filters wegvallen in de nacht. Veel mensen die in de nacht radio luisteren, luisteren alléén. Overdag staan de radio vaak op ergens op je werk, maar ’s nachts heb je meer de gezamenlijke ervaring van alleen zijn. Dan mag het ook wel eens minder móói zijn, en hoef je niet altijd vaart te maken.”
Wat was je geheim van ’s nachts kunnen werken?
“Ik doe niet aan humeuren. Het gevoel ‘oh, wat is het toch vroeg’ moet je bij jezelf herkennen, en dan gaf ik mezelf een schop onder mijn kont. Er komt ook veel adrenaline vrij, dat helpt. Pas de dag erna voelde ik vaak dat het een korte nacht was. En ik hou echt van de avond en de nacht, ook dat scheelt. Het enige vervelende aan heel vroeg opstaan vind ik dat het impliceert dat je ook vroeg naar bed moet.”
Wat je ook geregeld hebt gedaan: sámen radioprogramma’s presenteren, altijd met een man. Zag je dat als een opstap naar het ooit zelf doen?
“Ik heb het altijd gezien als een mooi avontuur waar je van kan leren, maar ik heb er steeds voor gezorgd dat ik zelf bleef schuiven. Dat was voor mij altijd een voorwaarde voor samenwerking. Dus ik dwong altijd een eigen programma ernaast af in mijn eentje om mezelf te blijven ontwikkelen en mijn eigen persoon te blijven: ik heb nooit mijn lot in de handen van iemand anders gelegd. En inderdaad, degene met wie ik samenwerkte was altijd een man. Het is heel sneu, maar soms vraag ik me af of het radioland klaar zou zijn voor een programma met twee vrouwen.”
Het radioland, of het land?
“Dít radioland. En dus niet de radiowéreld, want in de landen om ons heen ziet dat er heel anders uit. Of je het nu hebt over België, Frankrijk of Engeland: het is echt typisch Nederland om nog steeds een ‘ja, maar’ te plaatsen bij een vrouw op de radio, laat staan meerdere. Tegelijk! Van meerdere mannen in een programma hoor je nooit iemand zeggen dat het een ‘hengstenbal’ is, maar bij alleen vrouwen hóór je al het bezwaar van het ‘kippenhok’.”
Je hebt een Zilveren Radioster op je schouw staan. Of staat die ergens anders?
Eva loopt door haar huis. “We hebben een huis van 49 vierkante meter, dus moeten concessies doen. De zeshonderd platen staan in dozen in de slaapkamer, en de meeste boeken in plastic bakken in de schuur. Maar kijk hier, in dit kleine kastje.” Eva staat nu voor een kast met boeken. ‘Als ik deze opzij doe, dan staat hij er. En kijk hier.” Ze wijst naar rechts, naar de dj-set. “Ook belangrijk!”
Toen je zwanger was, heb je dat bekend gemaakt met een knipoog naar de manier waarop Beyoncé dat deed: zeer uitzinnig.
“We waren uitzinnig blij, maar het was ook een knipoog naar het social media-tijdperk. Het grappige was dat sommige platformen het herplaatsten, en sommige mensen het wel heel serieus nemen, en reageerden met: wie denkt zij wel dat ze is? Het was leuk voor de mensen die het snapten, al vonden ook die het niet allemaal grappig. Maar ik vind het ook wel weer wat veel om je humor helemaal aan te passen aan mensen met een ander gevoel ervoor.”
Toen je dochter eenmaal was geboren, schreef je op je Instagram dat ze heel veel haar had, en ‘heel grote voeten’. Nog steeds?
“Nog steeds. Ze is dubbel erfelijk belast. Ik heb maat 40/41, wat best aardige schuiten zijn voor een vrouw van 1.71. En mijn vriend heeft maat 45, soms tegen 46 aan. De verpleegkundige zei ook: ‘Wat een voeten!’. Als we sokjes krijgen van mensen, zitten de hieltjes meestal halverwege haar zool. Als ze eenmaal naar de middelbare school gaat, is ze misschien net als ik toen een soort geodriehoek.”
Je was ooit drummer van vrouwenpunkrockband The Fox. Zou je ze nog kunnen dromen, jullie nummers?
“Oh, mijn God, wat stof je nu af? Ik denk het wel. Het is ook een kwestie van doen alsof je het weet. Als drummer ben je ook een beetje de baas, je gáát gewoon en de rest moet mee.”
Wat was jullie meest memorabele optreden?
“We waren geboekt voor een feministische avond in Amsterdam. Het feest heette Power to the Pussy. Onze frontvrouw was zeer welbespraakt en keurig, op een niet-truttige manier. We hadden haar opgestookt om bij de toegift Bitches ain’t shit in de versie van Ben Folds te zingen. Eigenlijk vooral om haar met haar prachtige stem ‘Bitches ain’t shit but hoes and tricks / Lick on deez nutz and suck the dick’ te horen zingen. Mijn ouders waren er ook, omdat het ons eerste optreden was. Ze waren heel trots.”
Foto: Bob Bronshoff
