De ‘bakvis’ – het meisje met een poster aan haar muur, gillend in een concertzaal bij iedere suggestieve heupbeweging. Meisje dat spot en gelach oproept: ‘jij onvolwassen pubervrouw, nog niet klaar voor het echte werk, jij dromer met je waanvoorstellingen en je gegiechel.’
Door Harry Styles realiseer ik me weer waarom ik je zo leuk vind.
Volgens Onze Taal slingerden Duitse studenten in de zestiende eeuw al de term ‘bakvis’ de wereld in. Eerst stond het voor ‘onrijpe student’, later voor ‘onvolwassen’ tienermeisje. Nu wordt menig scheldwoord dat jonge vrouwen belachelijk maakt op een dispuut geboren, maar de term bakvis zou een badge of honor moeten zijn – en het is tijd dat tienermeiden dat woord opeisen. Het is van jullie.
Op zaterdag loop ik langs de Arena, dit keer zonder een hoog gehalte bierbuiken-energie. Nu dansen er (vooral) jonge vrouwen langs met boa’s om hun nek, gehuld in shirts met schijfjes watermeloen en tasjes aan de schouder met de woorden ‘Treat people with kindness’ erop gedrukt.
Mijn benen volgen hen richting een ellenlange, felgekleurde rij waar alleen bakvissen op weg naar hun idool vrolijk blijven. Er worden glitters op oogleden gesmeerd en oude bekenden geknuffeld. Vijftig meter verder klinkt een gil zo hoog dat ik ‘m nog net kan horen.
Twee meisjes springen in elkaar verstrengeld op en neer. Het is een wirwar van kaartjes en haren, alles wapperend in de lucht. Hou nou goed vast, wil ik bijna roepen. Het ticketoffice wordt gesloten, roze broeken laten zich tegen de muur vallen. Een meisje loopt langs met een stuk karton: Looking for a ticket, inclusief een hartje.
Kun je overdreven vinden, maar bakvissen begrijpen wat er zo’n avond op het spel staat.
Binnen maken we als millenials wat grappen over generation Z die niemand echt leuk vindt. We zijn gewoon jaloers, want voelden wij nog maar zoveel.
In de zaal is niets een probleem. Een stoel of drie rijen opschuiven zodat iedereen naast elkaar kan zitten? Natuurlijk. Een envelopje doorgeven met gekleurde velletjes om het publiek in regenboogkleuren te hullen tijdens LHBTI-hit Lights Up? Iedereen doet mee.
Als de 28-jarige Brit met de guitige lach en het blauw-roze glitterpak zijn intrede doet, staat iedereen op en dat blijft zo. Het hele publiek zingt – oké, soms schreeuwt – ieder woord mee. Vaders zijn gehuld in glitters en veren, vrienden pakken elkaar vast en huilen zachtjes een beetje om alles.
Ook ik voel iets prikken, en dat komt niet per se door Harry Styles, een oprechte stuiterbal – en oké, oké, marketinggenie – die heerlijke muziek maakt. Maar vooral door zijn bakvissen-publiek.
Zoals Harry zelf ooit over zijn fans zei: ‘Ga je me vertellen dat ze niet serieus zijn? Hoe kun je zeggen dat jonge vrouwen het niet begrijpen? […] Tienermeisjes-fans – ze liegen niet. Als ze je leuk vinden, zijn ze er. Ze gedragen zich niet cool. Als ze je leuk vinden, vertellen ze het je.’
Wat zij al jarenlang wisten, weet de hele wereld nu ook – de concerten van Harry Styles krijgen lovende recensies. Ik zie een parade door een gangpad dansen tot de bewaking hen tegenhoudt – met een glimlach, weliswaar. Ze draaien zich vrolijk om, en dansen even uitbundig weer terug.
Niemand kan in het moment leven als de bakvis. Ze eisen magie op door er helemaal te zijn. Niet cool doen, het juiste gezicht op zetten, naar een obscure band luisteren die je stiekem matig vindt. Ze geven zich over aan wat hen in vuur en vlam zet, omringd door zij die het óók voelen.
Dankzij Harry én zijn fans ben ik weer even die bakvis. Wat een geluk.
