Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week schrijft ze over groot en klein verdriet.
Volledig eerlijk zou ik zijn, in mijn nieuwe leven. Ik heb een tweede kans gekregen, en die zou ik niet gaan bezoedelen met halve waarheden en leugentjes om bestwil.
Iedereen die mij een vraag stelde, kon een eerlijk antwoord verwachten. Maar al snel bleek de naakte waarheid soms zo kleurloos, zo lelijk. En hoorde ik mezelf op de vraag ‘hoe gaat het?’ alweer obligate oneliners uitkramen als: elke dag een beetje beter, en: er is nog steeds sprake van vooruitgang.
Het gaat goed met me, beter dan verwacht zelfs, ik ben zowat een medisch wonder, ik ben ook nog eens grenzeloos optimistisch en ploeter dapper door – yada yada yada.
Maar soms, soms gaat het ruk. Dan zijn de dagen eindeloos, ben ik moe van opstaan, douchen en aankleden, en ga ik daarna aangekleed en wel weer in bed liggen. Dan ben ik niet dankbaar dat ik nog leef, en prijs ik mij niet gelukkig dat ik nog beschik over al mijn zinnen en dat al mijn ledematen het nog doen. Of er nog aan zitten – ik kom twee keer per week in het revalidatiecentrum te Amsterdam, en dat werkt nogal relativerend, om maar eens het understatement van de eeuw te gebruiken.
Lees ook
Columnist Maddy Stolk (49): ‘De duivel zit mij op de hielen’
Soms lig ik om 10.00 uur ’s ochtends ziedend op bed, is iedereen aan het werk en heb ik Netflix nog steeds uit. Soms gaat het gewoon kut, en heb je simpelweg botte pech. Maar niemand wil dat horen, ik heb zelfs getwijfeld of ik dit wel op zou schrijven, want ook mijn intimi horen uit mijn mond vrijwel alleen nog maar dat het goed gaat.
Met dank aan de mindfulness-cultus waaronder wij allen gebukt gaan: als je maar genoeg mediteert en mindfull bent, kun je alles bewerkstelligen wat je maar wil in het leven, vooral ook je eigen geluk. Met mindfulness kun je onverschrokken alle ongemakken des levens te lijf, en als het dan niet lukt, heb je niet genoeg je best gedaan. Het is kortom, je eigen schuld dat je niet zen bent en je laat meeslepen in de waan van de dag. Nou, fuck dat. Soms krijg je een hand kaarten toegespeeld waarmee je alleen maar je verlies kunt nemen. Maakbaarheid, my ass. Al is die dan net wél maakbaar, als ik een beetje beter mijn best zou doen op mijn squats.
Lees ook
Columnist Maddy: ‘Mijn dochter weet wat mijn situatie bij haar teweegbrengt’
Psychiater Dirk de Wachter – hij noemt zichzelf ‘verdrietdokter’; alleen al daarom verdient de man een prijs – bracht onlangs het boek De kunst van het ongelukkig zijn uit. Hierin breekt hij een lans voor verdriet. Gewoon, huis-tuin-en-keukenverdriet dat nu eenmaal onlosmakelijk bij het leven hoort en dat tegenwoordig rücksichtlos onder het tapijt wordt geschoven. Omdat, zo betoogt hij, ‘juist als het leven een beetje moeilijk wordt, het menselijke dier nood heeft aan een ander’. Dan hebben we behoefte aan samenzijn. En dan ‘overstijgt de ongelukkigheid zich en verandert het zich paradoxaal in verbondenheid’.
De belangrijkste reden dat het nu zo goed met mij gaat – door de bank genomen dan – is omdat ik mij omringd weet door vrienden met wie er écht contact is. Tegen wie ik durf te zeggen: het gaat niet goed. Hou me vast. Of, aangezien ik al in de luxepositie verkeer dat veel mensen mij vasthouden: laat me niet los. Ik kan het niet alleen.
De Wachter pleit ervoor om meer kwetsbaarheid en kleine verdrietigheden met elkaar te delen. Ik pleit met hem mee. Het gaat goed, maar niet elke dag en ook niet elk moment van een goede dag. Hou me vast. Laat mij niet los.
Zaterdag 8 november verschijnt om 17.00 uur de volgende column van Maddy Stolk op LINDA.nl.