Het kan aan februari liggen, maar de sfeer in huis is labiel. De dochters zijn vaker niet dan wel te genieten. Of het de hormonen of moordend vroege schooltijden zijn, weet ik niet. Feit is dat ik een korter lontje heb dan gebruikelijk. Mede dankzij de vele nachtmerries die me al dagen achtereen parten spelen.
Akelige taferelen als afgehakte ledematen, bloedende dieren en achtervolgingen; horror is er niks bij. Sommige nachtmerries zijn zo gruwelijk, dat verder slapen geen optie is. Het hart dat keihard in je keel bonst, zwetende hals en bloedhete konen maken dat fysiek onmogelijk.
Vannacht speelde Puck een hoofdrol in mijn angstdroom. Er was een boze man met een brandende fakkel die mijn ruimte probeerde binnen te dringen terwijl Puck nog buiten was. Volledige paniek en ik probeerde mijn kind in veiligheid te brengen. Op het nippertje kon ik de agressieve man buiten houden en Puck naar binnen trekken. Vlug hielp ik haar verstoppen, want het gevaar was nog niet geweken. Er waren ineens overal pisnijdige kerels, type hooligan. En toen werd ik wakker.
Als vriendin Lisa, toevallig psychiater van beroep, opbelt en ik haar uitleg waarom ik vermoeid ben, zucht ze en zegt: “Ik ben natuurlijk geen Jung, maar deze droom lijkt me duidelijk.” “O ja?”, vraag ik. “Je bent Puck aan het loslaten, dat is die paniek die je voelt. Ze gaat meer haar eigen weg, zij is 15 en heeft je steeds minder nodig.”
“Dat klopt”, zeg ik droog en vol overtuiging, “en dat moedig ik juist aan.”
“Natuurlijk”, aldus Lisa, de rust zelve. “Maar ik denk dat je er onbewust wat verlatingsangst bij ervaart.”
Ik aarzel. “Maar ze is nog maar 15, hè? Het is niet dat ze het nest verlaat.”
“Ja”, onderbreekt Lisa kalm, “maar het proces van loslaten is al wel in gang gezet. En Maaike, ik weet dat je er ook ergens naar uitkijkt. Maar vergeet niet; jij hebt er bewust voor gekozen je jarenlang juist volledig op de meiden te focussen. Dat is nu allemaal aan het verschuiven…”
Ik voel tranen opwellen en kijk naar het portret van Puck dat boven de bank hangt. Het schilderij is gemaakt door een nogal markant type, een eigenzinnige kunstenaar. Toen ik haar jaren geleden opbelde of ze mijn dochter wilde vastleggen, vroeg ze: “Hoe oud is ze nu?” “Ruim 2”, antwoordde ik. Ze ging akkoord. “Ouder dan 4 doe ik eigenlijk niet. Ik portretteer ze het liefst voor hun vierde levensjaar. Als ze nog niet naar school gaan, want dan zit het zieltje er nog in.”
Ik vond dat bot en nogal koud klinken. Maar als ik nu naar het prachtige portret kijk, snap ik wel wat ze ermee bedoelde. Zo puur krijg je een kind, zeker niet als ze tiener zijn, waarschijnlijk niet gauw meer op een canvas.
Pucks lieve blik, de zachte uitdrukking en haar creatieve geest. Ik zie het terug in de vegen bij het haar, de vlekjes die er lukraak op gesmeten lijken en toch met uiterste precisie rond haar gezicht zijn geplaatst. Voor mij staat het symbool voor haar vriendelijke karakter.
2 of 15, ze is nog steeds dat meisje. En hoewel de beleving minder puur voelt, is ze ook als adolescent een prachtig persoon. Dat maakt me trots, Puck is er een uit duizenden. “Misschien”, zeg ik tegen Lisa, “moet het besef nog meer indalen dat ik haar niet altijd tegen kwaad hoef te beschermen, omdat ik weet dat ze inmiddels haar eigen mannetje staat. En door dat aan mezelf en jou, mevrouw Jung, toe te geven, hoop ik dat die vreselijke nachtmerries ook verdwijnen.”
Dan zegt ze droog: “Ach, ik klets ook maar wat. Wie weet is het wel gewoon de menopauze.”
