“Wat doe je?”, vraag ik als ik plaats neem naast de jongste dochter in de schouwburg. We zijn een avond uit met z’n drieën, naar cabaretier Merijn Scholten. Ik zie in m’n ooghoek dat ze meerdere keren een zwart scherm via Snapchat stuurt.
Het irritante notificatie-piepje van de app kan ik inmiddels dromen. Dat is letterlijk al eens gebeurd.
“Waarom zou je iemand een zwart scherm sturen?”, vraag ik als we allemaal zitten. “Nou, omdat ik de vieze stinksokken van Rosa niet hoeft te zien. Of de binnenkant van Emma’s oor.” Ze trekt haar neus erbij op. “Doe je telefoon maar uit of zet ‘m op vliegtuigmodus. De voorstelling gaat zo beginnen”, zeg ik. Beide tieners knikken braaf.
Snapchat, ik begrijp er weinig van. “Dat is ook precies de bedoeling, mam”, legde Puck al eens eerder uit. “Het is niet voor oude mensen. Als je boven de dertig bent en nog Snapchat gebruikt hebt, is dat best wel… eh raar.”
“Maar leg mij dan eens uit… hoe werkt het?”, vroeg ik. “Waarom stuur je de ene persoon een foto van het gordijn en de ander een van je gezicht? Nou ja, gezicht…” Ik poogde niet kritisch te klinken. “Meestal steken jullie je tong uit, maak je een vredesteken of doe je iets anders geks met je mond.”
Ze zuchtte. “Mam. Je snapt het niet. Sommige mensen, met wie je niet zo close bent, stuur je bijvoorbeeld een foto van je schouder of het plafond.” “En bij iemand die je niet zo leuk vindt, is niks sturen dan geen optie?” “Nee, want als je niet antwoordt of er heel lang over doet, dan krijg je gedoe.”
Daar wist ik dan wel weer iets van, van die sociale druk want het was de oorzaak van de eerste ruzie tussen Puck en haar beste vriendin. De laatste vond dat Puck haar te lang op afgeleverd (en dus ongelezen) had gelaten.
Soms is Snapchat handig. Als ik roep dat het eten klaar is, en Charlie beneden een ‘Snap’ stuurt naar haar zus die op haar slaapkamer eindeloze TikToks produceert. Verder dan een beetje voorlichting over hoe je met sociale media omgaat (geen naakt op beeld en zo ja, dan graag zonder herkenbaar hoofd) en duidelijke schermtijd kan ik ze niet geven.
Toch krijg ik de kriebels van de urgentie die achter al die piepjes zit, het verslavende en dwangmatige karakter van de app. Alles om maar non-stop in contact te blijven.
Maar ja, ik ben een oud wijf, dus schiet mij maar lek. Ik hing op hun leeftijd, tussen twaalf en vijftien jaar, zelf uren aan de telefoon met Yvette, mijn beste vriendin. We belden zo vaak dat ik haar huistelefoonnummer nóg uit mijn hoofd ken. Dat oeverloos aan de telefoon zitten, dat begreep mijn moeder niet: “Je hebt elkaar toch al de hele dag op school gezien? Wat heb je dan in godsnaam nog allemaal te bespreken?” Niets wat haar aanging natuurlijk, was het antwoord. Zo stom als ik die vraag vond, zo stom vindt Puck mijn verbazing over Snapchat.
Deze avond zonder mobieltjes is speciaal, want zo vaak komt het niet meer voor dat we als gezin van drie op pad zijn. Toen ik de tickets bestelde twijfelde ik nog, of ik Merijn wel grappig zou vinden. Want tegenwoordig wisselt de humor in huize Olde Olthof ook. Zo vindt Puck alles geestig wat ik minder leuk vind. Maar Merijn is goed op dreef. En ondanks dat beide dochters op andere momenten lachen dan ik, (ik schiet bijna uit m’n panty als hij een influencer persifleert) genieten we.
Ook fijn: ik heb geen Snapchat-piepje gehoord. De enige die tijdens de show z’n telefoon gebruikt ben ik zelf: ik heb het zaklamp-licht nodig om een zakdoek in de tas te vinden. Iets met kippig en achtenveertig jaar oud zijn.
