Ellen Duim, die vandaag mijn handen leest, is een wandelende affirmatie. De crème de la crème op dit vakgebied, als ik pers en cliënten mag geloven. ‘Ellen legt als geen ander de vinger op de zere plek’, lees ik in een review. Je kunt wel op je vingers natellen dat ze dit soort flauwe woordgrapjes dagelijks moet slikken.
Ze rolt, in de praktijk aan de Amsterdamse Houthavens, met zwarte plakkaatverf over m’n palmen. Het voelt even alsof ik terug in de kleuterklas ben.
Ellen tekent netjes lijnen om m’n vingers heen, zoals ik dat als vijfjarige middagen lang zelf deed. Als het kunstwerk af is vraagt ze, net als de juf op school, of ik even m’n handen wil wassen.
“Wat een verschil…” Ze zegt het met open mond van verbazing. Ellen bouwt de spanning meteen mooi op. “Is dat erg?”, vraag ik. “Nee, het is juist een teken van enorme veelzijdigheid. De rechterhand staat voor de buitenwereld. Denk aan je werk, maar ook het ego. Succes kleeft duidelijk aan je kont. Geld, status of macht interesseren je niet. Financiële zorgen heb je zelden meegemaakt. Klopt dat?” Ik denk na. “Na de scheiding heb ik wel een tijd van de huur wakker gelegen, maar verder is geld geen groot thema in mijn leven”, antwoord ik.
“Jouw linkerhand boeit me”, zegt ze terwijl ze peinzend naar de zwarte voegen kijkt. Ik ga op het puntje van m’n stoel zitten. Mijn vingers lijken klein vergeleken bij de palm. Ellen pakt er een majestueuze, prachtige loep bij. Het lijkt wel een sieraad.
“In deze hand zit je essentie: dit is wie je bent, zonder ruis en prikkels om je heen. Je bent een ontzettend blij mens. Met een bruisende, lieve uitstraling. Dat trekt velen aan. Lifters, noem ik ze even. Die warmen zich aan jouw haardvuur en gaan daarna, compleet opgeladen, verder. Maar wie voedt jou, wie brengt jou iets?”
“In deze fase van je leven laat je alle lifters langzaam van je rug afglijden. Aan de manier waarop je je linkerhand op papier zet”, ze maakt met gebaren duidelijk hoe ik dat doe, “zie ik dat je erg de kat uit de boom kijkt als het om liefdesrelaties gaat. Je houdt van balans en harmonie.” Ik kan het allemaal beamen: “Spot on. Maar de kat uit de boom kijken… zeker op deze leeftijd, dat doet toch iedereen?”
“Nee, joh. Zeker niet. Er zijn bosjes mensen, vrouwen meestal, die het liefst na de ene relatie meteen in de andere springen.” Oké, die moet ik even laten bezinken. Dan zegt Ellen ineens: “Wow. Indrukwekkend. Qua sex zie ik dat je ontzettend veel geoefend hebt.” Grapjas.
“O, waar zie je dat dan? Ik neem aan dat niet elke wilde vrijpartij letterlijk m’n handpalm in geduwd is?”, vraag ik. “Ha. Nee, het is een combinatie van het gehele lijnenspel. Het maakt duidelijk dat intimiteit belangrijk voor je is.”
“Klopt het, dat je een man al gauw een mietje vindt?” Weer een rake. “Je hebt een groot hart, Maaike. Daar zit veel rek in.” Ellen spreidt haar armen tot ver naast het bureau. Dat ze zelf van de handgebaren is, vind ik geestig. “Maar…. op het moment dat de rek er eenmaal uit is…. kun jij koud en scherp zijn. Messcherp zelfs.”
“Je spreekt in superlatieven”, zeg ik, licht sarcastisch. “Tja. Dat is wie je bent: het is bij jou duidelijk alles of niets. Je bent een diep gevoelsmens, maar wel een praktische. Je blijft niet in drama of emotie hangen. Geen gezemel, gezeur of getut bij jou, ook niet met je kinderen. Je leeft intens, met volle teugen. Koester dat.”
Deze handanalyse neemt gaandeweg het gesprek de vorm aan van een coach-sessie. Voor een journalist die nieuwsgierig en licht wantrouwig van aard is, stel ik verdomd weinig vragen. Ellen heeft de touwtjes volledig in handen.
Ik weet precies waarom: ik ben het ‘lijdend’ onderwerp. Meestal ben ík degene die vragen stelt, analyseert en enthousiasmeert. Door Ellen kan ik even bij m’n eigen haardvuur zitten en me er, zonder lifters, heerlijk aan opwarmen. Een aanrader.
Deze column is eerder verschenen op LINDA.nl
