Inmiddels zitten we alweer anderhalve maand in de huidige lockdown en zijn de schoolgaande kinderen even zolang thuis. Dus al meer dan zes weken thuisonderwijs, verschillende ballen in de lucht houden en bovenal: chaos.
Toch ga ik het met de dag leuker vinden. Sterker nog, het voelt vertrouwd. Waarom? Omdat ik me steeds vaker in mijn oude studentenhuis waan. Zo lopen mijn kinderen, net als mijn mede-studerende huisgenoten vroeger, het liefst de hele dag in hun pyjama of trainingsbroek. In die kleding kijken ze het liefst onderuitgezakt op de bank naar Cartoon Network.
Net als met mijn huisgenoten vroeger, probeer ik nu met mijn kinderen afspraken te maken over het opruimen en schoonmaken (ik denk zelfs voorzichtig aan een schoonmaakrooster). Maar aan het eind van de dag staat de gootsteen vol met vuile vaat en sta ik toch weer in mijn eentje alles op te ruimen. Verder moet ik regelmatig constateren dat stofzuigen geen zin heeft. Binnen tien minuten ligt de grond weer bezaaid met hagelslag.
Etensresten kom ik op de vreemdste plekken in huis tegen, net zoals in het studentenhuis waar ze voornamelijk tussen de kussens van de bank lagen. Nog een vergelijking is de manier waarop er met spullen wordt omgegaan. Zoals ik vroeger elk kledingstuk dat ik uitleende vies, beschadigd en stinkend naar rook en zweet terugkreeg, zo gaat het nu hetzelfde met speelgoed, strips, spelletjes en boekjes die de kinderen in hun handen krijgen.
Daarnaast is hun favoriete eetpatroon nauwkeurig te vergelijken met dat van mijn oude huisgenoten: het liefst zo makkelijk en ongezond mogelijk. Dus hoe meer pizza, hamburgers, snoep en chips, hoe beter. Voor mij geldt vooral dat het koken niet te lang moet duren want daar is nou eenmaal geen tijd voor.
Mijn vrienden en ik keken in mijn studententijd zeer fanatiek en reikhalzend uit naar de donderdagavond om met elkaar te drinken of dat ene meisje van vorige week weer te zien. Om vervolgens, als het dan zover was, zeer laconiek en stoïcijns te reageren, want dat was natuurlijk cool. Dit herken ik bij mijn kinderen. Die dreunen drie keer per dag een lijst van namen en klasgenoten op met wie ze graag willen spelen, om vervolgens in de speeltuin bij het zien van een van die vriendjes keihard weg te rennen en te vragen wanneer we weer naar huis gaan.
Het enige grote verschil tussen de chaos van mijn studentenhuistijdperk en de chaos van de thuisscholende vader is dat ik geen tentamens of examens meer heb… Gelukkig. En daarbij dient gezegd te worden dat ik het belangrijkste examen, dat van het Geduldige Vaderschap, inmiddels met ruime voldoende heb gehaald. Dat was in mijn studententijd wel anders.
Lees ook
‘Dat wordt genieten van de niet aflatende levenslust van onze kinderen’