‘Alles went, behalve een vent’, schreef Yvonne Kroonenberg ooit. Maar dat is niet waar. Alles went, ook een vent. Alles wordt gewoon. Ook wat eerst zo bijzonder was. Een vriendin van mij kreeg verkering met een man die niet van een kaalgeschoren vrouw houdt. Zijn droomvrouw is harig.
Wat was ze blij en wat een vreemde gewaarwording. Wij zijn gewend alles rats, rats eraf te halen. Benen, oksels, vujéjé, alles is glad. Er is zelfs geen aarshaar meer te bekennen. Dan ineens is er een man die zegt: “Laat groeien wat groeit, en bloeien wat bloeit”, en duikt vervolgens met zijn neus tussen de krullen.
Voor haar geen bloedende wondjes meer van het scheren, geen pijnlijke harsbehandeling of laser, maar alles au naturel. Er ging een wereld voor haar open. De verkering duurt inmiddels een tijdje en ze loopt met een bos Javaanse Jongens in haar oksels en een pluim schaamhaar. Ze vindt dat nu gewoon.
Alles wordt gewoon. Ook zo’n meegaande man.
Een relatie waarin je niet samenwoont, wordt ook gewoner. De zekerheid kicks in, de liefde wordt bevestigd en toch wordt het nooit écht gewoon, want je bent niet dag en nacht bij elkaar. Dus is er de feestvreugde als je elkaar weer ziet én er blijft een soort van prettige oncomfortabelheid bestaan. Het is een andere structuur dan samenwonen. Er blijft meer nieuwsgierigheid en het vereist een bepaalde flexibiliteit naar elkaar.
Maar is het erg als het gewoon wordt? Dat hangt ervan af. Het is heerlijk als je je eindelijk op je gemak voelt bij je geliefde, maar wanneer verruil je je sexy nachthemdje voor een gatenpyjama? Zoals een vriendin die al zo’n honderd jaar is getrouwd en er thuis bijloopt als een clochard. Als ze een keer naar een feest gaat, herkent haar man haar bijna niet. Opgetogen loopt hij naast haar, ‘t is net of hij vreemdgaat.
Ik denk dat het grote gevaar van ‘gewoon’ zit in het gevoel dat je de ander geeft. Dat het er allemaal niet zo toe doet. Hoe je eruitziet – ook voor de ander – en galanterie naar elkaar. Dat jíj er niet meer toe doet.
Ook al is er die vanzelfsprekendheid, is het belangrijk dat je elkaar dat bijzondere gevoel blijft geven. Want daar gaat het om. Voel je je nog steeds geliefd en speciaal of ben je net zo gewoon als de inhoud van het gootsteenkastje.
Afgelopen week wilde ik even wegdromen, een soort escapisme naar romantiek en mooie kleding. Wat zet je dan op? Sex and the City! En dan natuurlijk uit de tijd dat Patricia Field nog de styling deed en Manolo Blahniks wereldwijd op de kaart zette. Ik koos voor de film SATC II, waarin Carrie na jaren van een knipperlichtrelatie, heartbreak en onzekerheid, eindelijk getrouwd is met haar Mr. Big.
In het begin is er de scène waarin Carrie in een adembenemend jumpsuit van Balmain klaarstaat om met Big naar een feest te gaan. Hij komt echter thuis met een zak afhaaleten en ploft neer. Hij wil niet naar buiten, hij wil niet naar een fancy party. Hij wil gewoon op de bank. Weg is die spannende man die in zijn glimauto voorbij gleed en swept her of her feet (sorry, hier is geen treffende Nederlandse vertaling voor). Weg is dat ongrijpbare. Eenmaal getrouwd wil hij ’s avonds in zijn pyjama in bed de zoveelste zwart-wit film uit het jaar klont kijken. Tot ongenoegen van Carrie. Zij wilde hem zo graag en nu ze hem heeft, slaat de gewoonheid toe. Zij is teleurgesteld. Hij weet dat hij haar teleurstelt. Niemand blij.
Toch kan juist dat gewone erg aanlokkelijk zijn, juist als je het niet hebt. Zo is vriendin Juul al jaren in het bezit van een getrouwde minnaar. Ach wat hebben ze het leuk. Altijd wel ergens een feestje of etentje en geweldige seks. Maar zij zou ook zo graag iets gewoons doen met hem. De auto wassen of samen naar Albert Heijn. Hij gaat met zijn gezin kamperen in de Dordogne, zij zou ook zo graag eens met hem in een tentje willen slapen. Denkt ze. Maar is dat echt zo? Is hij nog net zo leuk als hij gewoon elke dag vanuit zijn werk op de bank ploft? En ga je nog wel samen naar de supermarkt of stuur je hem alleen en ben je pissed als hij voor de zoveelste keer met het verkeerde wcpapier thuiskomt? Want nu is gewoon nog bijzonder, maar straks doodgewoon. En dat kan een sneue bedoening zijn.
Betekent ‘gewoon’ ook een verwijdering? Vaak wel. De valkuil als het alledaagse ongemerkt in gemakzucht verandert en partners elkaar niet meer het gevoel geven dat hij of zij er toe doet.
Ik weet dat ik mijn geliefde het gevoel geef dat hij God’s gift to women is. En hij geeft mij het gevoel dat ik de hoofdprijs ben. Maar blijft dat zo als we onder één dak zouden wonen? Word ik dan de poedelprijs? Ik weet het niet. Maar soms, heel soms, zou ik het weleens willen proberen… En dan wacht ik in een stil hoekje tot dat dat gevoel weer overgaat.
