“We hadden elkaar niks meer te zeggen”, vertelt S. die voor het eerst met haar geliefde met vakantie is geweest. “Is dat normaal? Dat je zo zwijgend zit te eten?”
Ze kennen elkaar twee jaar, zijn vaak bij elkaar, maar dit is de eerste keer naar het Verre Buitenland.
En de eerste vakantie met je geliefde is net Russisch Roulette, het kan zomaar afgelopen zijn. Je loopt immers kans om niet alleen je koffer, maar ook de doos van Pandora te openen, ook al ken je elkaar al een tijd. Vakantie is anders. Anders dan thuis. Zo kwam S. erachter dat wanneer het erop aan komt, ze elkaar niet veel te melden hebben. Thuis zijn er de dingen van alle dag te bespreken, werk en familiebeslommeringen. Koken, schoonmaken en “wat zullen we eten”. Valt allemaal weg tijdens de vakantie. Zon, strand en een zee van zout water en tijd.
Je denkt dat je iemand kent, maar dat blijkt op reis anders te zijn. Je weet niets: hoe reageert hij op een incheckrij die zich door de airport slingert? Hoe reageert hij op vier uur vertraging, een zoekgeraakte koffer of de huurauto die niet klaarstaat? Of als zijn handbagage niet mee de cabine in mag, maar in het ruim moet? Dat weet je niet.
Ooit ging ik met mijn toen tweejarige latrelatie naar Turkije. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat de klad er al een beetje in zat. Hij leende de mening van zijn vader en z’n avondeten bij zijn moeder wat ik zeer ergerlijk vond. En hij schraapte met zijn vork over zijn bord, zodat er werkelijk geen kruimel meer op lag. Hij likte het nog net niet af. Ik hoopte echter dat een vakantie ons goed zou doen, zonder schoonfamilie, zonder geschraap.
Auto gehuurd op mijn naam, want hij reed liever niet in het buitenland. Dat bleek zacht uitgedrukt. ‘Liever niet’ betekende namelijk dat hij doodsbang was in de Turkse drukte en van zelfbeheersing had hij nooit gehoord. Ik was na een halfuurtje wel gewend aan de auto en het verkeer, maar hij zat na drie dagen nog te piepen en te blazen naast me. “Ho! Pas Op! Kijk uit!”, waardoor ik dacht dat ik op de berg groot wild had aangereden en herhaaldelijk boven op mijn rem stond. Er was echter nooit iets aan de hand, niemand te bekennen. Maar ja, je weet maar nooit of er toevallige passant plots zou oversteken, zo was zijn redenatie.
We hadden een all inclusive omdat we weinig andere keus hadden met boeken. Maar, zo had ik tevoren gezegd, we kunnen gewoon ’s avonds de stad in. Genoeg restaurants waar je heerlijk kunt eten. Maar nee, hij prefereerde de platgeslagen hamburgers en de frietjes die uren onder de warmtelamp lagen te smeulen. Schepte borden vol, want je kon pakken wat je wilde, dus doe je dat.
Daarbij riep hij jolig naar zijn nieuw verworven vakantievrienden: “Couscous, couscous”, waarbij ik hem herhaaldelijk attendeerde op het feit dat hij er een werelddeel naast zat. Couscous is Marokkaans/Noord Afrikaans en niet Turks. Tegen dovemansoren, want de vakantievrienden echoden lachend na. Eenmaal terug op Schiphol, was de liefde net zo verfomfaaid als mijn koffer die de bagageband op rolde.
Maar rare gewoontes en angsthazerij, het is niet het enige waar je tegenaan loopt wanneer je voor het eerst samen met vakantie gaat. Er is ook de, laten we zeggen, ‘badkamersituatie’. Kan de wc thuis uitermate gunstig gesitueerd zijn, in een hotelkamer is het toch allemaal wat beperkter qua ruimte. Ik hoor het iedereen zeggen: je moet je overgeven aan het feit dat iedereen poept. Dat hoor je en dat ruik je nu eenmaal. Neen! Dat weiger ik. Híj zal zich moeten overgeven aan het feit dat ik hem af en toe de kamer uitbonjour. Een Nr. 2 in stilte.
Mijn haar wassen en föhnen, graag alleen, dan kom ik daarna weer gezellig tevoorschijn. Zo heeft iedere gek zijn gebrek. Daarom ook nooit te snel een reisje samen boeken. Al is het nog zo verleidelijk om in de verliefdheid jezelf samen onder een palmboom te zien al lurkend aan een cocktail.
Tegen beter weten in, deed een vriendin van mij dat toch. Net uit een scheiding, hoteldebotel verliefd en na twee maanden lagen ze op een Spaans eiland in de zon. Een van zijn favoriete gewoontes bleek om aan de rand van het zwembad aan zijn teennagels te pulken. Die scheurde hij af en legde ze netjes op de rand. Was hij uitgepulkt, dan klom hij met zijn zonnehoedje in zijn ligstoel onder de parasol. In zijn linkerhand een boek en rechts was voor de zogeheten scratch & sniff. De gewoonte die wel meer mannen hebben; met de hand in de (zwem)broek, even krabbelen (de scratch) in de schaamstreek en dan heel casual weer naar boven en met gekromde wijs- en middelvinger onopvallend langs de neus (de sniff). Schijnt lekker te ruiken.
De nieuwe liefde was ook nog bang voor spinnen en torren, waardoor mijn vriendin’s pseudo Don Juan in mannelijkheid enorm inboette. Na de vakantie was de romance dan ook over. Het was te snel te veel. De mantel der liefde was nog niet groot genoeg om de onhebbelijkheden te bedekken.
Vakanties zijn verraderlijk. Het kan de verveling benadrukken. Je ziet ze. De stellen die zwijgend aan tafel zitten. Niet die heerlijke comfortabele stilte waarin je zonder woorden geniet van elkaars gezelschap, maar de “Ik heb je niets meer te melden”-stilte en aan de andere kant de “het interesseert me niet wát je te melden hebt”-stilte. En soms is dat al na twee jaar. Dus… inpakken en wegwezen!
