Soms ben ik Kitty Kattig. Soms Bijdehante Betty. Soms Tegendraadse Tilly. Het klinkt als titels van foute sitcoms, maar het zijn de alter ego’s die mijn vriend me liefdevol heeft toegedicht sinds we verkering hebben.
Kitty zegt dingen op een toon die je het beste kunt omschrijven als ‘net iets te fel voor de inhoud’. Betty laat zich graag horen met een brutale ‘Weet ik veel’. Tilly heeft overal een weerwoord op en wil afwijken van de plannen. Mijn vriend herkent ze blindelings. ‘Ah, daar is Kitty,’ zegt hij dan. Of Betty. Of Tilly. Het maakt niet uit wie van de drie zich meldt — hij blijft kalm, meestal met een grijns.