Soms ben ik Kitty Kattig. Soms Bijdehante Betty. Soms Tegendraadse Tilly. Het klinkt als titels van foute sitcoms, maar het zijn de alter ego’s die mijn vriend me liefdevol heeft toegedicht sinds we verkering hebben.
Kitty zegt dingen op een toon die je het beste kunt omschrijven als ‘net iets te fel voor de inhoud’. Betty laat zich graag horen met een brutale ‘Weet ik veel’. Tilly heeft overal een weerwoord op en wil afwijken van de plannen. Mijn vriend herkent ze blindelings. ‘Ah, daar is Kitty,’ zegt hij dan. Of Betty. Of Tilly. Het maakt niet uit wie van de drie zich meldt — hij blijft kalm, meestal met een grijns.

Laatst beweerde een vriendin dat ouderen die te lang alleen zijn, boze, verbitterde mensen worden. Nou wil ik dat niet direct beamen – ik ken genoeg alleenstaande aardige oudjes – maar het is natuurlijk wel zo dat je in een relatie continu een spiegel voorgehouden krijgt. Je wordt gezien, tegengesproken, uitgedaagd en krijgt feedback. Misschien heb ik dus, nèt voor mijn vijftigste, nog precies op tijd gehandeld door aan de man te gaan.
Ik ben iemand die graag dingen op haar eigen manier doet. Niet uit arrogantie, maar uit een combinatie van efficiëntie en lichte vorm van controlfreakerij. Vaak doe ik dingen liever zelf, omdat ik dan zeker weet dát het gebeurt (alles waarvan ik weet dat ik het niet kan, draag ik overigens met groot gemak over aan anderen, hoor). Maar ik ben streng voor mezelf. En dus ook voor mijn medemens. En dan kan ik een bepaald toontje inzetten. Dat terwijl ik een hekel heb aan kattige mensen.
Gelukkig weet mijn vriend daar wel raad mee. Hij lost het op met humor. Het gaat zo:
In de keuken, hij zet iets op de verkeerde plek terug. Hij ruimt altijd alles op, dus ik mag eigenlijk niet klagen.
Ik (met een toon): Nééhee, dat moet daar!
Hij (met een grijns): Wie hoor ik daar? Is dat Kitty?
Ik (zuchtend): Ja.
Hij: En wat doet Kitty?
Ik: Kattig.
Hij: En wat zegt Kitty dan?
Ik: Sorry.
Hij: En wat geeft Kitty dan?
Ik: Een knuffel.
En dan geven we elkaar een knuffel. Geen drama. Geen discussie. Ook geen gekkig rollenspel. Gewoon een liefdevol intermezzo. Het werkt. Want als hij óók kattig zou reageren, heb je binnen vijf minuten een duet van passief-agressieve sopraanstemmen. En zoiets escaleert geheid in een discussie over niks. Maar nu lachen we erom. En geven we elkaar een knuffel. Kitty wordt herkend, benoemd en getemd.
We zijn een half jaar samen en hebben nog geen ruzie gehad. Niet eens een woordenwisseling. Alles lossen we op met droge humor en een dosis zelfspot. Kitty mag er van hem zijn. Sterker nog, hij begint haar zelfs steeds meer te waarderen. Kitty is eerlijk. Kitty is scherp. Kitty houdt niet van onzin. En zolang ze ‘sorry’ kan zeggen en daarna een knuffel geeft, is ze welkom. Maar ik geef haar geen hoofdrol. Want als ze te veel het podium pakt, zit ik straks alsnog weer alleen, vrees ik.
Ik denk dat iedere vrouw wel een Kitty, Betty of Tilly in zich heeft. De kunst is haar te herkennen. En de juiste persoon weet haar te omarmen. Met een glimlach.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
