Als ouder betrapt worden in de slaapkamer is geen pretje. Het is me slechts één keer overkomen, maar toen waren de meiden nog jong.
Jaren geleden, toen ik net gescheiden was, had de jongste ‘last’ van slaapwandelen. Het zorgde voor indrukwekkend rare ontmoetingen. Zo vond ik Charlie als vierjarige midden in de nacht met pyjama aan zittend in de douchecabine, naast een wasmand. Op mijn vraag wat ze aan het doen was. reageerde ze met kraakheldere stem: “Sokken zoeken.” Het feit dat ik geen oogcontact kreeg, maakte me duidelijk dat ze niet wakker was, maar aan het slaapwandelen.
In diezelfde periode kreeg ik een relatie met de Kaapverdiaan, met wie het er vanaf dag één vrij gepassioneerd aan toe ging. Op een avond lagen we in de woonkamer, er stond een stoel tegen de deur waar geen slot op zat, toen ze tijdens de daad gewoon de kamer in walste. Ze keek dwars langs ons heen en bleef losjes staan met haar knuffel tegen haar lijfje tot ik haar omdraaide en de trap op bracht, richting bed. Ze sloot haar ogen nog voordat ze haar kussen raakte.
De volgende ochtend herinnerde ze zich, zoals altijd na het slaapwandelen, niks meer. De enige die de hele nacht klaarwakker lag was de Kaapverdiaan. Hij geloofde niet in slaapwandelen en was ervan overtuigd dat Charlie in shock leefde.
Het wordt allemaal een stuk ingewikkelder als je pubers in huis hebt, merk ik. Tegenwoordig zorg ik ervoor dat de kinderen bij hun vader zijn als er een keer een mannelijke passant blijft slapen. Dat is niet alleen rustiger voor hen, de seks is ook een tandje uitbundiger.
Zelf liep ik rond m’n vijftiende een klein trauma op dat ik slecht van me af kon schudden. M’n broer studeerde al en ik kreeg, eindelijk, zijn oude slaapkamer. Het enige nadeel was dat die naast de kamer van mijn ouders lag. Nu waren zij totaal niet fysiek met elkaar. Er kon nauwelijks affectie vanaf, heel soms gaven ze elkaar alleen een vluchtige kus in het bijzijn van anderen. Mam was afstandelijk maar jaloers; die werd al zenuwachtig als mijn vader ’s avonds naar Benny Hill keek of in het weekend te lang Steffi Graf op televisie hoorde kreunen. Dachten we bovendien niet allemaal dat onze ouders het nooit deden, behalve toen ze ons en eventuele broers en zussen verwekten? Ik in elk geval wel.
Maar op een nacht werd ik wakker van een raar geluid. Hoorde ik mam nu kermen en puffen? Heel even dacht ik dat ze misschien wel doodging door ademnood, tot ik me realiseerde wat er echt aan de hand was. Meteen stopte ik het kussen over mijn oren; ik werd er onpasselijk van. Na wat een eeuwigheid leek, draaide ik me om, maar het was alleen maar erger geworden. Ik hoorde zelfs gegil. Ik had natuurlijk vrij ferm naar de gang kunnen lopen om naar de wc te gaan, maar ik was ervan overtuigd dat ze me niet zouden horen. Op een gegeven moment hield ik het niet meer en sprong pissig uit mijn hoogslaper, rukte de deur van de slaapkamer open en schreeuwde: “Kan het misschien wat záchter? Ik moet morgen het eerste uur beginnen!”
De volgende ochtend werd ik misselijk wakker. Aan het ontbijt deed mijn vader alsof er niks gebeurd was. Mam was met de hond uit. Toen ze terugkwam, zag ik geen verandering in hun aanrakingen. Geen kus op de mond, geen arm om elkaar heen, geen plagerige klap op de kont. Ik vond het gek genoeg nogal hypocriet; s’nachts gillen en overdag weer standje ijskast. Het duurde lang voordat ik het vreselijke geluid uit mijn geheugen verdween. Ik weet zeker dat ze het daarna nooit meer met elkaar deden.
Deze column werd eerder gepubliceerd in 2023.
