Terwijl de armoede toeneemt, wij steeds meer kwijt zijn aan de boodschappen in de supermarkt, ons blauw betalen aan de energierekening, of sommigen juist blauw van de kou zonder verwarming thuis zitten, boeken de grote bedrijven miljardenwinsten.
Shell maakte een winst van liefst 38,4 miljard euro bekend en Unilever 8,3 miljard. Dat zijn astronomische bedragen die behoorlijk kwaad maken, omdat we allemaal weten dat die bij elkaar gesprokkeld zijn door ons. De consumenten. Terwijl we onvermoed met ons karretje door de supermarkt lopen en die vullen met de producten die we nodig hebben of die mensen zich kunnen veroorloven.
Het is niet te onderschatten hoeveel mensen met een krappe beurs moeite hebben om rond te komen en moeilijke keuzes moeten maken: wel of geen warme maaltijd, brood met of zonder beleg, een jas of een paar schoenen.
Dat is in een land waar miljardenwinsten worden geboekt immoreel. In Trouw las ik een ingezonden brief van een aandeelhouder van Shell die klaagde dat de winst heus niet zo extreem groot was. Over immoreel gesproken.
Steeds als critici erop wijzen dat alles veel te duur wordt, dat dit zo niet door kan gaan, klinkt het ‘ja maar de grondstoffen worden duurder’. Maar als die grondstoffen zo duur zijn, waarom maken die bedrijven dan toch zoveel winst? Omdat alles aan de consument doorberekend wordt, zodat aan het eind van het jaar de aandeelhouders, die geen ruk ervoor doen, slapend rijk worden.
Prima hoor, als je aandelen koopt en daaraan verdient, maar als gevolg hiervan mensen idiote bedragen voor gas moeten betalen, niet meer rond kunnen komen en de armoede toeneemt, lijkt het me dat je de rot moet aanpakken.
En het systeem ís verrot. Het is eigenlijk heel simpel: het is de taak van elk bedrijf om goede producten of diensten te leveren voor een eerlijke prijs. Niet om de aandeelhouders blij te maken. Maar al jaren draait het om die volgevreten rupsjes nooitgenoeg van aandeelhouders die hun zakken vullen met het zuurverdiende geld van mensen die ieder dubbeltje moeten omdraaien.
Dat moet een keer fout gaan. Wie een leefbare planeet wil, meer solidariteit, minder economische en sociale segregatie, neemt zijn verantwoordelijkheid. We moeten weer terug naar het oude principe dat de klant koning is – niet de aandeelhouder. Het is de klant die voor de winsten zorgt, de aandeelhouder die ze opvreet.
