Het was een van die momenten die ik nooit had durven voorzien. Ik werkte bij de VPRO met de leukste collega aan de serie Wintergasten, de internationale versie van Zomergasten. Samen hebben we de eerste vier jaar van dat programma gemaakt.
Althans, we deden de research, haalden met geduld en volharding de mooiste namen binnen en konden in een paar gevallen naar de mensen toe op locatie. Dat waren een paar geweldige jaren.
In één geval hadden we geluk. David Lynch – de legendarische regisseur die vorige week overleed, en die beroemd werd met bijzondere series als Twin Peaks (met de onvergetelijke zin “she’s dead, wrapped in plastic”) en films als Blue Velvet en Mulholland Drive – kwam naar Nederland vanwege een school waar hij bij betrokken was en er kon een een korte ontmoeting geregeld worden.
We grepen onze kans, verleidden hem met woorden en een tijd later zaten we in het vliegtuig naar Los Angeles voor een uitgebreid gesprek met hem.

De films van Lynch zijn voor liefhebbers. Soms wisten zijn acteurs zelfs niet eens waar ze nou precies aan meewerkten. Met zijn films schiep hij een ontregelende wereld vol mysterie en duisternis. De grens tussen droom en realiteit, normaal en vreemd, tastbaar en ongrijpbaar was bij hem onduidelijk. Zijn werk speelde met je gevoel, met je verwachtingen en soms je gemoed.
Maar als persoon was hij één en al vriendelijkheid en zachtheid. Toen we bij hem aankwamen, in zijn grote woning in Hollywood met eigen bioscoop en kantoorruimte voor zijn personeel, werden we ontvangen door zijn medewerkers die zo uit één van zijn films weggelopen leken.
We namen plaats in zijn bioscoop, waar we uitgebreid met hem spraken; over zijn leven, zijn favoriete film- en televisiefragmenten. Hij was weer net zo opvallend vriendelijk en innemend als de eerste keer dat we hem hadden ontmoet. Als zijn personeel ons niet had onderbroken, hadden we daar langer gezeten, maar er waren fotografen gekomen voor een shoot met hem.
Het lukte ons nog wat minuten erbij te rekken, zodat mijn collega foto’s van hem kon maken. Ik wilde ook op de foto met hem. Maar terwijl mijn collega foto’s maakte en de andere fotografen negeerde, durfde ik er niet om te vragen. Ik bleef er stil bij staan, wist dat deze kans zich niet zou herhalen, maar de verlegenheid won.
Dat was in 2006. Negentien jaar geleden, maar de ontmoeting heeft zich in mijn, onze, herinnering geëtst. Zo gaat dat met de groten. Daar heb je geen foto van nodig.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Lees hier alle columns van Hassnae Bouazza.