Een bevriende Nederlandse yogaleraar belde. “Ik ben uitgenodigd om in Rusland les te geven”, zei hij. “Wat vind je, gaan of niet?”
Voor de oorlog, toen de Russische Yoga Journal nog bestond en ik er hoofdredacteur van was, nodigde ik vaak buitenlandse leraren uit om naar onze yogaconferenties te komen. In Rusland is yoga populair, en duizenden mensen kwamen naar zulke bijeenkomsten. Sommige westerse leraren kregen er een hele schare volgelingen: meer dan ze thuis hebben.
“Moet je zelf beslissen”, antwoordde ik. “Ik ga wel”, besloot de leraar. “Yoga is niet politiek en ik doe er veel mensen een plezier mee”.
Het is natuurlijk maar een kleinigheid en voor het verloop van de oorlog maakt het geen bal uit of iemand wel of niet naar Rusland reist om yogales te geven, maar ik vind dat we niet moeten doen alsof het leven gewoon doorgaat.
Zoveel Russen sluiten hun ogen voor de werkelijkheid. Willen en kunnen niet geloven dat hun land tot zo’n wrede oorlog in staat is. “Ik merk niks van de sanctie, maar ik kocht toch al nooit westerse producten en groente verbouw ik zelf op de datsja (buitenhuis, red.)” , zegt Oleg, de man die op ons huis past. Hij kijkt bewust geen tv, “want je weet niet wat je moet geloven” Voor hem gaat het leven ook zijn gangetje.
Het is nu eind mei, de tijd van de ‘laatste schoolbel’. Op social media zie ik foto’s van joelende scholieren die het einde van het schooljaar vieren. Families gaan naar hun datsja, waar het nog makkelijker is om niet aan oorlog en ellende te denken. Ik weet het, tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam ook het merendeel van de Nederlanders niet in opstand. De meeste mensen zijn geen helden en hebben ook geen schuld aan wat hun regering besluit. Maar je wordt er niet vrolijk van.
Ondertussen zijn onze Oekraïense gasten in Zeeland voor het eerst in 90 dagen wel vrolijk. Twee van hen, Lora en Natascha, hebben besloten met hun peuters terug naar huis te gaan. Ze wonen in kleine dorpjes buiten Kyiv en denken dat het daar nu wel veilig is.
“Sacha, mijn man, wil dat ik hier blijf”, zegt Anya. “Maar hij moet telkens huilen als hij onze dochter ziet. Ze weet al bijna niet meer wie hij is.” Het is een lastige beslissing, want de kinderen spelen hier elke dag op het strand en zijn gezond en gelukkig met hun moeder de hele dag om hen heen. In Oekraïne moeten ze weer wennen aan de stress van sirenes en schuilkelders. Maar Lora en Natascha zijn vastbesloten, ze willen niet langer zonder hun man. Ze hebben veel voorpret, experimenteren met make up, proberen outfits: ze willen er op hun mooist uitzien op de dag van de hereniging. Zaterdag vliegen ze naar Warschau en reizen dan met de bus naar de grens, waar hun echtgenoten zullen wachten.
Alleen Anya blijft voorlopig nog bij ons. Haar flatgebouw in Kyiv staat vlak bij een wapenfabriek en in de buurt zijn al gebouwen gebombardeerd. Bovendien is ze is haar baan als logopediste kwijt omdat de meeste klanten gevlucht zijn. Anya weet nog niet hoe het verder moet met haar leven. “Misschien kan ik naar een kunstacademie in Nederland”, hoopt ze.
