Verlaten vrouw

Raisa (51) ontdekte per ongeluk dat haar man het deed met haar beste vriendin

tekstCorine Koole

Per ongeluk ontdekte Raisa (51) dat haar man het deed met haar beste vriendin. en het ergste: “Zijn moeder wist het eerder dan ik.”

“Het was zo’n zes jaar geleden. Ik zat nog even te werken in mijn kantoortje, zag dat zijn Facebook openstond, en op een of andere manier gleden mijn vingers als vanzelf naar het toetsenbord om Messenger te openen. Nooit eerder had ik dit gedaan, in al die 22 jaar niet. Noem het intuïtie of voorgevoel, maar iets zei me dat hij al een tijdje iets achterhield. En ik kreeg gelijk. Het eerste wat ik zag was een bericht aan zijn moeder: ‘Ik ben zo blij met Danielle in mijn leven.’ Danielle was mijn beste vriendin, getuige op ons huwelijk en net gescheiden. Op dat moment stortte ik in, alles wat ik gewend was als mijn leven te zien, bestond niet meer. De familiebijeenkomst waar we naartoe zouden gaan die avond leek ineens volslagen irreëel. Ik herinner me hoe we even later samen in de tuin stonden, allebei met een sigaretje. En uur lang heb ik staan schreeuwen. Hij vertelde dat hij al heel lang niet gelukkig was. Zijn blik was naar beneden gericht, hij zag eruit of hij zich geen raad wist met de situatie. Hij stamelde: ‘Misschien is het een fase’, maar ik antwoordde: ‘Ik kan niks met fasen. Het is ja of nee.’ Ik heb meteen mijn zussen gebeld dat we niet kwamen en de reden vertelde ik er ook maar meteen bij, dan was dat achter de rug. De kinderen heb ik door oma laten ophalen. Wat moest ik ze vertellen, wat wist ik nou helemaal? Alleen dat Danielle in zijn leven was, maar wat ­betekende dat, en hoelang liep ze al in dat leven rond? Ik was boos, ja, meer boos dan verdrietig. Hij had een paar maanden eerder al eens gezegd dat-ie niet gelukkig was, maar we waren niet zo goed in praten. Ik zei hem daar, in de tuin, dat hij moest zien wat hij allemaal had om voor te leven: de kinderen, ons, het huis, de familie. Maar hij bleef herhalen dat-ie niet gelukkig was. We waren als broer en zus, zei hij nog en daar was ik het wel mee eens. De laatste keer dat we sex hadden was jaren geleden, maar om daar nou een huwelijk voor op te blazen?
Hij was altijd een man geweest met twee gezichten. Naar buiten toe heel charmant, maar thuis kon hij behoorlijk intimiderend zijn. Op momenten dat hij gedronken had, kreeg ik allemaal bagger over me heen. De eerste tien jaar van ons huwelijk waren fijn, hij was een mooie, lange man die altijd meteen kwam helpen wanneer ik thuiskwam met de boodschappen. Attent was hij ook, hij nam cadeautjes mee, was een heel leuke vader en wanneer het ’s zomers warm was, gooide hij ’s nachts de matrassen naar buiten en sliepen we samen in de tuin. Maar zijn humeur kon ook zomaar omslaan. Eén keer kwam hij ’s avonds naar boven, hij dacht dat ik al sliep. En ineens begon hij te fulmineren dat alle vrouwen kutwijven zijn. Ik was bang, het leek me beter om me slapende te houden. Niet dat hij ooit geweld heeft gebruikt, maar woorden kunnen ook gewelddadig zijn, zeker als ze hard en agressief uit de lucht komen vallen.
Ik wist dat hij die donkere kant had – hij had geen fijne jeugd gehad – maar dacht: ik fiks dat wel. Als-ie met mij is, komt dat wel goed. Ik maak hem gelukkig. Ik weet nog dat ik tegen hem zei, toen we net samen waren: ‘Al die grijze en zwarte kleren, daar ga ik wat kleur in aanbrengen.’ Dat vond hij goed. Maar de dood van zijn vader, tien jaar later, veranderde hem, en achteraf lijkt het of hij sommige kenmerken van zijn alcoholische vader over had genomen. Het charmante en grappige waar ik ooit op was gevallen, zat er nog, maar was vooral zichtbaar voor anderen. Wat het voor mij nog moeilijker maakte begrip te vinden, want wie zou mij geloven als ik iets negatiefs over hem zou zeggen?

Nu stonden we daar samen, bij het schuurtje in het donker. Had ik misschien eerder moeten ingrijpen, had ik beter moeten doorvragen toen hij de eerste keer zei dat-ie niet gelukkig was, had ik een therapeut in de arm moeten nemen, of een seksuoloog? Het was waar, zijn grilligheid had ervoor gezorgd dat ik me fysiek voor hem had afgesloten. ­Daarbij deed het vrijen pijn, dat had ik hem weleens gezegd, maar ook daar hadden we het verder nooit over, Ik had mijn kop in het zand gestoken, en nu was het te laat. Nu was daar Danielle, van wie hij zo blij was dat ze in zijn leven was. En zijn moeder was al langer op de hoogte dan ik. Mijn hoofd sloeg op hol, barstte uit elkaar bijna van tegen­strijdige gedachten. Wat een lul. Maar ook: hij is toch mijn maatje, mijn man door dik en dun. Prima, dan hadden we geen sex, maar die band tussen ons was toch op veel meer gebaseerd dan dat? Kijk alleen eens naar die twee kinderen van toen negen en dertien. En zouden we misschien alsnog in therapie kunnen? Maar hij schudde zijn hoofd. Het lag allemaal aan mij. Ik had hem afgewezen. Ík moest in therapie, niet hij. Binnen een paar dagen was het duidelijk: we zouden gaan scheiden. En vanaf dat moment is mijn leven nooit meer hetzelfde geweest. Corona kwam, mijn zaak moest dicht. We moesten ons huis verkopen, toestaan hoe vreemde mensen de deuren openden naar onze slaapkamer, rondliepen in mijn woonkamer alsof ze er al woonden. En dan die bedriegster, Danielle. We hadden haar nog samen geholpen bij haar verhuizing en ineens moest ik toezien hoe ze er met mijn man vandoor ging. Hoe ze iedere week als een soort nieuwe moeder mijn kinderen opving.
Nu, drie jaar later, zou ik nooit meer terug willen. En toch heb ik ook geen spijt van die 22 jaar met hem. Wat zegt dat over mij, over ons? Ik herinner me een scène, net nadat de scheiding in gang gezet was. Hij zat op de wc en had nog steeds niks verteld over de reden waarom hij weg wilde. Ik riep: ‘Ben je Danielle aan het neuken of hoe zit dat?’ Hij ontkende alles, liet alleen los dat hij ongelukkig was. In de jaren ervoor waren er heus momenten dat ik dacht: met deze man beland ik echt niet in een bejaarden­tehuis. Maar ik durfde gewoon zelf die stap niet te nemen. Ik was bang om alleen te zijn. Ik las veel, bladen als Psychologie Magazine, waarin het ging over terugkerende patronen van ouder op kind. Maar telkens als een onderwerp raakte aan iets wat ik herkende, sloeg ik het blad dicht. Bang voor de consequenties. En toen werd ik verraden. Heel lang zeggen dat-ie niet gelukkig was en ineens mij met de rug tegen de muur zetten door iets te beginnen met een ander. Ik heb meteen Danielles toenmalige partner gebeld. Ja, ik heb er wel stampij van gemaakt.
Ik vind nog steeds dat ik deze eerloze aftocht niet heb verdiend. Al die jaren had ik zo veel geaccepteerd van hem, en ineens was hij weg en werd ik elke ochtend wakker met het beeld van die twee in mijn hoofd. Al heel snel deelden ze op ­Facebook heel blije foto’s van hun geluk. Zo onbeschoft. Een nieuwe man hoef ik niet. Ik heb geen zin meer in zorgen en voor de sex heb ik een leukerd gevonden. De paniek over het alleen-zijn is weg. Ben ik gelukkig? Ik weet niet meer wat dat is. Ik zet muziek op en blèr mee. Misschien is dat geluk.”

TRENDING