Verlaten vrouw

‘Hij keek me aan en ineens was het of al mijn zelfbescherming verdween’

Lang wilde Lisa (57) niets van mannen weten. Tot die collega haar veroverde. “Toen hij het verdriet om zijn overleden vrouw verwerkt had, was ik niet meer nodig.”

“Na twee mislukte relaties, waarbij ik zelfs een keer in de steek gelaten werd toen ik acht weken zwanger was, heb ik de liefde zeker tien jaar afgezworen. Tot mijn ouder wordende kinderen op een dag tegen me zeiden: ‘Mam, moet je niet weer eens gaan daten? Straks zijn wij het huis uit en hebben we eerder een partner dan jij.’ Vooruit, dacht ik, laat ik het weer eens proberen. Maar klaar om mijn hele hart te geven, was ik niet. Dus datete ik alleen heel jonge mannen met wie ik lekkere seks had, maar van wie ik zeker wist dat ze zich niet wilden binden. Op een dag kreeg ik ineens een appje van een man die ik niet kende. Ik was intussen 51, hij ook, en hij schreef: ‘Ik heb je een paar keer gezien op het werk en vind je een interessante vrouw, zullen we een keer koffie drinken?’ Die middag, inderdaad aan de koffie, keek hij me aan op een manier die me raakte. Ineens was het of alle zelfbescherming verdween, of alle neergelaten luiken vanzelf opengingen. De middag werd avond, de koffie een wijntje en al die uren voelde ik een spanning die ik al lang niet meer had gevoeld. Ik merkte hoe ik die gemist had, hoe heerlijk het is als iemand eens de verantwoordelijkheid van je overneemt en je naar huis brengt – dat je niet altijd alle energie uit je tenen hoeft te halen. Bij de voordeur wachtte ik tot hij me zoende, ik had er zo’n zin in. Maar dat gebeurde niet en toen we elkaar een paar dagen later opnieuw spraken, zei hij: ‘Ik ben nogal oldskool, ik zoen niet op de eerste date.’ Dat was het moment dat je me kon opvegen. Wát een man was dit, een en al betrouwbaarheid en veiligheid.
Vier weken later trok hij bij me in. Dat was snel, maar ik had maling aan gangbare regels van hoe het hoort en hoe anderen vinden dat het moet. Ik was zo blij dat ik hem was tegengekomen. We waren volwassen, onze kinderen al groot, waarom langer wachten? Deze man kon me doorgronden met een enkel woord, dat was nog nooit iemand gelukt. Ik herinner me dat hij eens zei dat ik een pleaser was. Ik reageerde verbaasd en ontkende: ‘Ik wil het anderen alleen maar graag naar de zin maken.’ Precies wat hij bedoelde dus.
Toen ik hem leerde kennen was hij nog niet zo lang weduwnaar en de relatie met zijn kinderen was niet al te best. Ik drong erop aan dat hij zijn emoties onder ­woorden zou brengen door ze op te schrijven, dat zou vast opluchten. En het werkte: ik zag dat hij ervan opknapte.
Hij droeg me op handen, zes jaar waren we volslagen gelukkig. Tot die zomerdag in juli vorig jaar. Ik merkte al een tijdje dat hij wat stiller was, had een paar keer gevraagd of er iets speelde en kreeg telkens die klassieke mannenreactie: ‘Nee, nee, er is niks.’ Hij wilde er niets van weten. Ik probeerde hem op alle manieren te helpen, schilderde het huis om het thuiskomen nog prettiger te maken, stopte lieve briefjes onder zijn hoofdkussen, organiseerde weekendjes weg, kocht cadeautjes, kookte zijn lievelingseten – de ideale pleaser dus. Misschien, denk ik nu, was dat precies wat hij zocht in een vrouw. Had hij het daarom zo expliciet benoemd.

Hij begon zich terug te trekken in zijn eigen huis, bleef steeds vaker thuis werken. Ik maakte me geen echte zorgen – we waren nog steeds intiem – en in relaties ben je er om elkaar te helpen. Die vrijdag in juli 2024 zouden we naar onze zeilboot gaan, als voorbereiding op onze tocht van drie weken in augustus. ‘Zal ik een lekker biefstukje meenemen?’, vroeg ik. ‘Dan maken we dat bij jou klaar en gaan we daarna naar de boot.’ Maar hij hield dat af, zei dat hij nog wel wat in huis had. Maar eenmaal bij hem thuis, was de koelkast leeg. ‘Ik moet je wel iets vertellen’, zei hij. Ik voelde een knoop in mijn maag. Het was alsof het helemaal donker werd, toen hij zei: ‘Ik stop ermee.’
Eerst hield ik me van de domme, ik weigerde om me gewonnen te geven. Elke seconde dat ik het vonnis kon uitstellen, was meegenomen. Dus vroeg ik kalm waar hij mee wilde stoppen. ‘Met ons’, antwoordde hij.
‘Met ons’, herhaalde ik. ‘Waarom?’
Hij kon niet meer, was zijn antwoord. ‘Jij neemt geen afscheid van je oudste zoon, dus neem ik afscheid.’
Het kwam behoorlijk uit de lucht vallen. Het was waar dat mijn zoon met ADHD voor veel problemen zorgde, zeker nu ik had ontdekt dat hij een gokverslaving had. Best veel om mee te dealen, maar waren we er niet voor elkaar geweest op moeilijke momenten? Ik was in paniek. Nu ik eindelijk mijn grote liefde had ontmoet, gebeurde dit. In plaats van boos te worden, ben ik naar huis gegaan en heb daar mijn zoon de huid vol gescholden. Ik beet hem toe dat ik door zijn toedoen nooit gelukkig zou kunnen worden, dat hij naar een afkickkliniek moest en dat we eindelijk iets zouden gaan doen aan die pathologische leugens van hem. Hij was perplex en ik bleef maar tekeergaan. Na die dag is onze band nooit meer geworden zoals die daarvoor was. Ja, ik heb de lont aangestoken, maar mijn vriend heeft de bom onder mijn gezin gelegd.
Je zou zeggen dat ik de man die ik zo gul nog steeds mijn enige grote liefde noem, daarna nooit meer heb willen zien, maar het tegendeel was waar. Hij bleef af en toe langskomen. ‘Kan ik met jullie mee-eten? Maak je dan iets lekkers vanavond?’ Dan kwam hij binnen, schopte zijn schoenen uit, ging op de bank zitten met zijn voeten op tafel en kletste met mijn jongste zoon – mijn oudste zoon woonde inmiddels elders – over scooters alsof hij nooit was weggeweest. En zo voelde dat ook, zo vertrouwd, dat ik hem ondanks het feit dat hij al na drie weken een nieuwe relatie had, telkens maar wat graag ontving. Op een keer, zo’n twee maanden nadat hij het uit had gemaakt, appte hij: ‘Ik mis je, ik mis ons, ik voel niets voor die andere vrouw.’ En voor ik het wist zaten we weer knuffelend op de bank. Mijn jongste zoon blij, want die zag in mijn vriend de vader die hij nooit gehad heeft. Tot het later, hij eenmaal thuis, weer misging. ‘Ik kan het toch niet’, appte hij, ‘geef me even wat langer de tijd.’ En zo ging het maar liefst vier keer achter elkaar. Steeds weer kwam hij langs, maar krabbelde dan toch weer terug met een appje.
De laatste keer leek het erop dat hij echt voor me had gekozen. Zijn tweede nieuwe relatie was over en hij wilde oud worden met mij, zei hij. Hij keek me aan met die open blik die me tijdens die eerste ontmoeting zo in de war had gebracht. Ik geloofde hem echt.
Een paar dagen later zou ik naar hem toegaan. Ik zou eten meenemen en omdat ik toch in de stad was, kocht ik meteen een nieuw lingeriesetje. Maar ik was de winkel nog niet uit, of hij appte me: ‘Ik kan het toch niet. Geef me tijd.’ Toen ben ik naar het eerste het beste terras gegaan, heb een glas wijn besteld en een sigaret opgestoken. Na tien dagen had hij zijn belofte alweer gebroken.
Een vriendin van me vroeg laatst of ik denk dat hij een narcist is. ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘dat denk ik niet.’ Wel denk ik dat hij mij nodig had om het verdriet over zijn overleden vrouw te verwerken. Het besef dat ik gebruikt ben, doet heel veel pijn. Toen zijn relatie met zijn kinderen was hersteld, waren wij niet meer nodig.”

Thumbnail voor ‘Ik maar mijn best blijven doen. En al die mensen om ons heen maar met ogen vol medelijden naar me kijken’‘Ik maar mijn best blijven doen. En al die mensen om ons heen maar met ogen vol medelijden naar me kijken’Lees ook

TRENDING