‘Ik zoek zijn geslachtsdeel, maar vind een bloedeloos leeg ballonnetje’
doorAmber
doorAmber
De waargebeurde belevenissen van een high-class escort dame.
VIJFTIGER NICK IS EXPAT. EEN BRIT DIE IN HONGKONG WOONT. Letterlijk betekent Hongkong ‘geurige haven’, een verwijzing naar het handelsverleden van de stad, vol specerijen en goederen. Nu is het een enorm containerwalhalla, waar Nick leiding geeft aan een team dat complexe havenoperaties uitvoert. “Veel stress, veel risico’s.” Zijn lach maakt zijn kleine tanden zichtbaar terwijl hij in zijn thee roert.
We zitten in de bar op de bovenste verdieping van het New World Millennium Hotel, waar hij een kamer voor me heeft geboekt. “Het vrouwtje, hè.” Ik kijk naar zijn handen en zie de ring. “Ik ben getrouwd met een Filipijnse. Een grote schat, maar er zit geen pit in. Ook in bed niet. Ze leeft voor de kinderen en voor haar familie, waarmee ze uren per dag belt. Sinds ons huwelijk is de duivel in in bed spoorloos.” Opnieuw de tanden, dit keer in een flauwe grimas. “Ik heb een kamer voor je geboekt met harbour view.” Hij kijkt besmuikt. “Dan denk je nog eens aan mij overdag.” Ik drink jasmijnthee uit een porseleinen kopje, veeg discreet met mijn duim de lipstickafdruk weg. Nick is een totaal onopvallende man. Zwart haar met wat grijs erdoor en diepe inhammen. Donkergroene Gant-trui op een zwarte broek. Borstelige wenkbrauwen. Iets te grote neus.
“Ik werk overdag. Dan heb jij tijd om de stad te ontdekken. Woensdagmiddag neem ik verlof, dan hebben we met de avond erbij een lange dag samen.” Met een grote teug drinkt hij zijn thee op. Ik vind het prima. Sommige dates, vooral die waarbij mijn gastheer 24/7 bij me is, zijn zo intensief dat ik eenmaal thuis dikke lagen crème met hyaluronzuur moet smeren om rimpels van al het overdreven lachen weg te strijken. “Mooi.” Nick staat op. “Ik heb nog een meeting. Vanavond spreken we hier af.” Hij schuift een visitekaartje van een Japans restaurant mijn kant op. “Het is maar vijf minuten met de taxi.” Hij legt een envelop op tafel. “Tweeduizend Hongkong-dollar, ongeveer tweehonderdveertig euro. For your expenses.”
Hij salueert als een soldaat en loopt dan weg. Geen kus. Geen lieve woordjes. Rustig drink ik mijn thee op en wandel naar buiten. Voor me een orgie van taxi’s, hotelbussen en zwarte limousines. Op het trottoir mengen toeristen van het Chinese vasteland zich tussen hordes kantoorklerken in zwarte kostuums en rokken. Ik steek over, koop bij de drogist glijmiddel en in de supermarkt ernaast een fles kersenkefir en een bakje aardbeien. Ik knoop zwetend mijn vest om mijn middel, ga op de foto met twee schoolmeisjes in uniform en besluit het hotelzwembad te ontdekken.
Die avond zitten we op de terugweg van het restaurant samen in de taxi. Ik verwacht een hand op mijn been, opdringerig of sensueel, maar met duidelijke bedoelingen. Maar niks. Nick zit naast me, speelt met gebogen hoofd met zijn telefoon tot de wagen stilhoudt voor de deuren van het hotel. Ik open de lift met mijn sleutelkaart en we stappen in, elk in een verschillende hoek. In de spiegel zie ik hoe de dag een sluier van stoppels over zijn kin heeft gelegd. Hij heeft vast rughaar. Voor de kamerdeur geen kneepje in mijn billen. Is dat Britse zelfbeheersing? Is hij bang voor de camera’s die overal hangen? Ik zwaai de deur open en verwacht de wolkenkrabbers te zien die me vanmiddag welkom heetten. Ik vergat de turn down service. De gordijnen zijn al voor me gesloten en de sfeerverlichting is ontstoken.
Ik leg mijn telefoon weg, een garantie dat ik niet opneem, en schakel op de televisie de hotelmuziek in. Harry Styles laat me dansen voor Nick, die tegen het zijden kussen in de fauteuil leunt. “Thank you”, zegt hij bij de laatste tonen, alsof ik zojuist de beurskoersen voorlas. Ik druk mezelf tegen hem aan, woel door zijn haren. John Legend neemt het stokje over van Harry en zingt vol emotie terwijl Nick in zijn stoel z’n schoenen uittrapt. Ik duw mijn borsten tegen zijn voorhoofd, kus zijn kruin. Warmte stijgt op uit zijn half opengeknoopte overhemd. Ik kleed hem uit. Hij laat het toe.
Ik kus hem op de mond. Hij zoent terug. Twee laffe handen over mijn onderrug en billen. Met een uitnodigend gebaar strek ik mijn hand en trek hem overeind. Hij kruipt onder het kraakheldere dekbed. Ik rol naar hem toe, zoen hem, betast en befrunnik hem. Hij heeft rughaar met zwarte plukjes op zijn schouder. Ik zoek zijn penis, maar het enige wat ik vind en vasthoud is een bloedeloos leeg ballonnetje. “Je bent heerlijk hoor, Amber. Toch gaan wij ervoor nu een eind aan breien. Het gaat niet lukken vandaag. Doen we nog een drankje in de bar?” Beneden zoeken we een plekje. Nick, in de stoel tegenover me, slaat twee whiskey’s achterover. Ik drink cranberrysap met een rietje tot hij afscheid neemt.