Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks mensen het vuur na aan de schenen. Deze week is presentatrice Geraldine Kemper (33) aan de beurt. Zaterdag presenteert ze op RLT5 de finale van het Vlaams-Nederlandse dagelijkse programma Big Brother.
Zaterdag neem je afscheid van de laatste Nederlanders en Vlamingen die drie maanden lang samen in een huis hebben gezeten. Hoe zou het jou zelf vergaan in een huis met vijftien wildvreemden?
“Aan de ene kant denk ik: vreselijk. Met allemaal wildvreemden; dat gaat echt niet altijd goed. Maar als je er een spelelement van maakt en je weet dat het niet langer dan drie maanden duurt, zou ik het misschien nog wel kunnen. Al zou ik het wel lastig vinden. Ik vind het ergens wel fijn om geen rekening te hoeven houden met anderen. Daarom heb ik geen huisdieren: dan krijg je verantwoordelijkheden. In mijn nieuwe relatie heb ik de stap om samen te wonen ook nog niet gemaakt.”
Opvallend is het succes van het programma op Twitter: vrijwel iedere dag is het een van de tien onderwerpen waar het meest over wordt getwitterd, vaak opvallend fanatiek, door opvallend jonge mensen. En dan nu: dé verklaring voor dit fenomeen, door de presentatrice.
“Het is een programma op televisie, maar het speelt zich voor een groot deel ook af online, omdat de stream 24 uur per dag doorloopt. Ik ben er trots op dat het zo’n actieve achterban heeft, maar krijg alle betrokkenheid erbij op Twitter zelf niet mee, omdat ik daar nooit op zit.”
Het programma begon in 1999 met mensen in een huis die daar 100 dagen alleen maar zaten. Zonder spellen.
“Ja, dat zou nu niet meer kunnen, denk ik. We willen tegenwoordig echt meer zién. En de bewoners vinden zelf die spellen ook prima, anders vervelen ze zich. In 1999, met Bart en Ruud, was reality nog nieuw. Inmiddels zijn er bijna meer realityprogramma’s op tv dan andere.”
Wat heb je geleerd over de mensheid achter de toonbank bij een viswinkel in Volendam?
“Aah. Ik vond dat zó leuk om te doen. En dan vooral het sociale element ervan. De vaste klanten die even een harinkje kwamen halen en een praatje kwamen maken. Ik heb nu mijn eigen haringman, Han is zijn naam, en die vroeg laatst of ik het niet leuk zou vinden nog eens in een viswinkel te staan. Ik dacht: misschien wel. Het is wel echt knallen, echt hard werken. Zaterdag is visdag, dus dan werd ik om kwart voor zes opgehaald met de visbus. Als je aankomt moet je de zaak neerzetten en dan staan de eerste klanten er al.”
Heb je nog wel eens iets aan je studie sportmanagement?
“Haha. Nee, echt helemaal niet. Ik weet niet eens meer wat ik daar heb geleerd. Ik vond sporten gewoon leuk, maar wist helemaal niet wat ik wilde worden. Ja, ik wilde wel bij Ajax voetballen omdat ik dat een vette club vond. Maar gelukkig begon midden in het tweede jaar Sterretje Gezocht al, en dat bleek het startpunt voor een totaal andere richting. Ik heb dat tweede jaar niet eens afgemaakt.”
Met dat programma brak je door. Het was een afvalrace op zoek naar een nieuwe presentatrice. In de eerste aflevering werden jullie aan de lopende band gekeurd door een jury. Die aflevering heette: Vleeskeuring.
“Over iets dat nu echt niet meer zou kunnen gesproken! Maar toen wel en ik deed het. Ik stond in mijn bikini zo zeker mogelijk voor een jury om ze ervan te overtuigen dat ze op een knop moesten drukken. Zo zag ik het ook: als een manier om te testen hoe zelfverzekerd we waren. Ik dacht niet: ze kijken naar ons geile lichaam. Ik was vet jong, gelukkig dacht ik er toen niet te veel over na.”
Je hebt samen met Gwen van Poorten een podcast, ‘De Grote Gwen en Geraldine Show’, die begon als een show over vooroordelen.
“Dat was eigenlijk een kapstokje om te lullen over eigen ervaringen. Zoals eigenlijk alle podcasts. We komen allebei uit de BNN-familie, hebben dezelfde leeftijd, maar kenden elkaar nog niet zó goed.”
Laatst hadden jullie een aflevering over exen. Die zat vol met weggebliepte namen. Omdat je wel openhartig over jezelf wil zijn, maar niet over anderen?
“Precies dat. Ik ben zelf best wel open. Ik denk dat ik minder lieg dan anderen in Hilversum, en precies dat is ook wel eens het probleem. In dat geval moest ik achteraf bedenken dat ik een bepaalde ex er toch beter uit kon halen. Ik heb hem later trouwens nog gesproken, hij had zichzelf natuurlijk gewoon herkend, en vond het vet grappig. Het zijn vaak ándere mensen die over dit soort dingen struikelen. Nou goed, er zijn altijd haters.”
Wat is je dominante herinnering aan je eigen deelname aan ‘Expeditie Robinson’?
“De honger. Ik had teringharde honger. Ik presenteerde vorig jaar met Art Rooijakkers de editie met oud-finalisten en oud-winnaars. Ik ben ook een oud-finalist, maar dacht: wat doén jullie hier? Ik zou het echt nooit meer doen, ik vond het heel zwaar. Mijn haar was uitgevallen, ik had voor het eerst psoriasis. Die auto-immuunziekte komt naar buiten als je weerstand heel laag is. Nou, dat was nu. En tegelijk was het een van de vetste dingen die ik ooit heb meegemaakt. Want het is ook écht een spirituele ervaring. Maar wel een met honger. Als een koe voor me had gestaan, had ik ‘m geslacht. Zelfs een vegetariër zou dat hebben gedaan, denk ik.”
Hoe specifiek was je verlangen naar eten?
“Zeer. Ik wilde de zalmsalade van de viswinkel waar ik werkte, en de Sterkip worst van de poelier in Volendam. Die had mijn moeder dan ook voor me meegenomen.”
