Verlaten vrouw

‘Tegen onze pubers zei ik: half Nederland gaat ­stiekem vreemd, wij zijn daar eerlijk over’

De vriend van Sophie (54) gaat stelselmatig vreemd en is daar open over. Ze accepteert het te lang. “Waar lagen mijn grenzen eigenlijk precies? Wanneer riep ik stop?”

“We zijn 23 jaar samen geweest, waarvan een fors aantal wolkenloos. Ik leerde hem kennen op een indoorskibaan, ik viel uit het liftje en hij raapte me op. Blauwe ogen, blond haar, heel charmant. We praatten kort en via mijn vriendin gaf hij me zijn nummer. Zij spoorde me aan hem gewoon een keer te bellen, ik had toch niets te verliezen? Ze had gelijk, thuis liep mijn relatie al maanden stroef. Hij en ik spraken een paar keer af en toen hij in die periode zijn enkel brak, bood ik aan voor hem te komen zorgen. Zo begon het en ik ben nooit meer weggegaan.
Hij was het type gesjeesde student: hij had tien jaar lang economie ­gestudeerd en werkte inmiddels in de horeca. Ik vond het fijn dat hij zo outgoing en makkelijk met mensen was, dan kon ik gewoon mijn terughoudende zelf blijven. We kochten een appartement in Amsterdam en kregen drie ­kinderen. Met zijn vijven hebben we daar heerlijk gewoond. Tot we eruit barstten en we een kavel kochten in een nieuwe buitenwijk van Amsterdam. Op onze nieuwe plek was het één groot feest: het waren allemaal leeftijdgenoten met jonge kinderen die hetzelfde avontuur aangingen door zelf een huis te bouwen. We kregen er ineens een hele stoot vrienden bij, aten en ­borrelden vaak samen.
Op een dag stond de buurman voor de deur. Hij klaagde dat mijn vriend met zijn vrouw had gezoend. ‘Is dat waar?’ vroeg ik. ‘Ja’, antwoordde hij. Een deel van mij moest erom lachen, ik ben nooit het jaloerse type geweest en een zoen op zijn tijd kan gebeuren. Maar ik vond wel dat hij daar eerlijk over had moeten zijn: ‘Waarom zo stiekem, zo zijn wij toch niet?’
Mijn vriend was een beetje leeg vanbinnen, zeg ik met de kennis van nu. Hij is een jaknikker, of misschien moet ik zeggen: een meeloper. Hij snapte waar ik het over had, zei dat het niets betekende en dat het nooit meer zou gebeuren. Toen ging iedereen weer over tot de orde van de dag.
Maar toen later bleek dat die twee ook voetje hadden gevreeën tijdens een buurtdiner, met de buurman en mij als partners ernaast, liep het huwelijk van de buren op de klippen. Ze hadden net een baby, gingen scheiden en verkochten hun huis. Ook ik was not amused door dit nieuws. Ik gunde hem misschien best zijn uitstapjes, maar waarom betrok hij mij niet in zijn behoeften? Ik sprak met hem af dat hij op een avond alles wat er nog meer was gebeurd zou vertellen, want als ik achter meer geheimen zou komen, was het wat mij betreft klaar.
Het was allemaal een beetje dubbel. Op een of andere manier zorgden zijn uitspattingen ook voor wat leven in de brouwerij. Ik genoot wel van de ophef. Ik ben niet vies van emoties en bij jaloezie en bedrogen worden is er juist daaraan geen gebrek. Ik wil maar zeggen: als ik een labrador had willen hebben, had ik wel een andere man gekozen. Hij is geen bankhanger, maar een gangmaker. Hij kookte en haalde mensen in huis, dan moest ik niet verbaasd zijn als hij eens een scheve schaats reed. Die avond biechtte hij in alle door mij geboden veiligheid op ook weleens met een paar vrouwen in het café te hebben gezoend, zelfs een keer toen ik zwanger was.

Weer moest ik slikken en weer dacht ik: zo veel mensen gaan stiekem vreemd, hoe bijzonder is het dat hij mij dit nu toch gewoon vertelt. Maar waar lagen mijn grenzen eigenlijk precies? ­Wanneer riep ik stop?
In de acht jaar die volgden trok de bewolking weer op en brak opnieuw een gemoedelijke tijd aan. De kinderen groeiden op en ik dacht: jij bent toch zo nieuwgierig? Dan zal ik je eens meenemen naar spannende events en tantraweekenden. Dat beviel goed, het schudde onze relatie gewoon een beetje op. Maar op een dag belde hij vanaf een festival: hij had een leuke vrouw ontmoet en of hij haar mee naar huis mocht nemen, want ik was dat weekend toch niet thuis. Zonder veel nadenken zei ik ‘ja’. Toen ze de volgende dag weg was, racete ik naar huis om al zijn verhalen te kunnen horen. Ik vond zijn avontuur lastig, maar ook spannend. Ik was jaloers én alert op de zoveelste oneerlijkheid, maar telkens riep ik mezelf tot de orde; we waren toch open en vrij?
Ik had maar één onwrikbaar beeld voor ogen, nu noem ik het mijn tunnelvisie: wij zouden samen oud worden. Wat er nu gebeurde met andere vrouwen was een kleine rimpeling in een heel leven samen. Ik zag geen gevaar en deed zijn onrustige gedrag af als midlifecrisis. Wij als stel konden dat aan. Hadden wij niet samen een huis gebouwd, kinderen gekregen, was bij ons het opvoeden en alles eromheen toch best soepeltjes verlopen?
Maar met de intrede van deze nieuwe vrouw werd het een stuk rommeliger. Onze hechtheid begon af te nemen. Zij zaten met z’n tweeën een week op Ibiza toen ik zelf een leuke, spirituele man ­ontmoette. Hij raakte iets in me, hij was geïnteresseerd in mijn verhaal en ik had genoeg jokers die ik bij mijn vriend kon inzetten om toe te geven aan de verleiding. Ik wilde laten zien: kijk, zo doe je dat, in alle openheid de ander op de hoogte stellen en houden. Met die man eindigde het na twee jaar met heel veel hartenpijn. Met de vriendin van mijn man was het al eerder uit. De definitieve klap kwam uit onverwachte hoek.
Ik noem haar maar Phileine. Ze was zo verlegen en nerveus, dat ik haar onmiddellijk in mijn hart sloot. Ze bedroog haar man met de mijne en leek zich daar zo ongemakkelijk onder te voelen, dat ze me zelfs ­onschuldig voorkwam. Toen ze na haar scheiding nergens heen kon, hebben wij haar opgevangen. Elk weekend logeerde ze bij ons thuis – en ik maar doen alsof dat doodnormaal was. De kinderen, pubers inmiddels, begrepen het niet maar ook tegen hen verkondigde ik mijn mantra: half Nederland gaat ­stiekem vreemd en wij zijn daar eerlijk over. Steeds meer liet ik me uit mijn eigen territorium verdrijven. Het sloop er gewoon in, ik dacht dat ze ook míjn vriendin was.
Pas toen duidelijk werd dat die twee het stel waren geworden en ik de bijvrouw, trok ik aan de handrem. Veel te laat natuurlijk. ‘Ik voel me buitengesloten’, zei ik steeds luider. ‘Ik wil niet meer dat ze hier slaapt.’ Toen zei mijn vriend: ‘Dat zullen we nog weleens zien.’ ­Intussen was ook hun ‘gezellige’ drugsgebruik enorm uit de hand gelopen. De kinderen waren veertien, vijftien en zestien, het werd tijd voor de pauzeknop. Maar toen ik mijn eisen op tafel legde, werd de sfeer grimmig. Phileine begon me te negeren. Ik beschuldigde hem van hoogverraad. Hij heulde met haar. Hij, de meeloper, de jaknikker, had mij ­ingeruild. Zij was zijn nieuwe baasje.
Ik ben in die tijd naar een waarzegster geweest. Ik was er nog steeds van overtuigd dat dit grillen waren die wel weer overgingen. Nog steeds nam ik alles niet al te serieus, omdat ik óns zo serieus nam. En ik had ­kennelijk een buitenstaander nodig om me uit die droom te helpen. ‘Hij is een ego­centrische man die bevestiging nodig heeft’, vertelde ze. ‘En zij is een keiharde, nare vrouw. Ze hebben maling aan je en praten over een toekomst zonder jou.’ In oorlogsstand reed ik naar huis en beëindigde de relatie. Hij hoorde me aan, apathisch, alsof hij er zelf eigenlijk niets mee te maken had. Zonder emoties, uitgetuned. Een lege huls.”

Dit artikel is afkomstig uit LINDA.255 Slaap Lekker, lees hier het hele magazine.  

Thumbnail voor ‘In ons bed lag de grootste junk uit de buurt’‘In ons bed lag de grootste junk uit de buurt’Lees ook